Barbabob: Kick Ass Rootsblues

“Een groove met eenvoudige noten, daar kicken wij op!”

Tekst: Rachel Sloven ,

Muziek waarvan je voet gaat meebewegen; daar streven de mannen van Barbabob naar. Een bescheiden wens voor een band die roots-blues produceert als kwamen ze uit New Orleans zelf. Het tweede album Do My Thing is een week oud en de titel zegt het al: Ze doen hun eigen ding. Of daar nu vraag naar is of niet. Frontman Jack van der Kruijs: “We zijn veel te oud om ons bezig te houden met wat hip is en wat niet. Bovendien hebben we daar helemaal geen zin in.”

“Een groove met eenvoudige noten, daar kicken wij op!”

De bandnaam was oorspronkelijk een grapje van de vriend waarmee gitarist Joost ’t Hoen in 2004 begon. De vriend verliet de band, maar de naam bleef bestaan. Jack: “Het heeft een soort Dreft-effect. Stomme reclames blijven hangen. Stomme bandnamen ook blijkbaar, want veel mensen in de regio denken bij Barbabob aan ons en niet meer aan die zwarte, harige kunstenaar. We staan zelfs bovenaan bij Google. Soms heten we BarbaBop, BrabaRob en zelfs BarbaPop heb ik al eens ergens gelezen. Gelukkig komen mensen voor de muziek, niet voor de naam. Hoewel we er voor de zekerheid toch maar ‘Kick Ass-Rootsblues’ achter hebben gezet. Je weet maar nooit.” Meer dan een uitlaatklep was Barbabob in het begin niet. Joost: “We waren met z’n tweeën en we maakten harde muziek zonder begin en een einde. Heel leuk, maar ik wilde meer. Nummers maken en zo nu en dan optreden. Na nog een paar wisselingen werden het uiteindelijk Edgar, ik en Jack. Sinds een jaar is Ferran, onze basgitarist erbij. Het ging prima zonder eigenlijk, maar steeds als we aan wedstrijden meededen begon de jury te zeuren dat ze de bas mistten. Uiteindelijk hebben we het ons toch aangetrokken en nu zijn we er blij mee. Ferran is echt een aanvulling. Hij is geluidstechnicus en dat hoor je in zijn spel.” Jack: “Onze muziek wordt er dikker van. Zeker de uptempo nummers.” Edgar: “Ik merk dat ik vrijer ben in mijn spel met Ferran erbij.” Aan prijsvragen doen ze inmiddels niet meer mee. Joost: “Wie wil er nu drie opnamedagen in een Zwitserse studio winnen, terwijl je hier ook gewoon in Eindhoven een plaat kan maken? Nee dank je. Wij zijn heel blij dat we dit album hier in eigen beheer hebben kunnen uitbrengen. Er staan nieuwe nummers op én nummers die ook op het titelloze debuutalbum uit 2007 stonden, maar eigenlijk kan dat ding de prullenbak in. We zijn kwalitatief enorm gegroeid in de afgelopen jaren en onze muziek is veranderd. Eerst waren de nummers gecompliceerder en bevatten meer dan drie akkoorden. Nu vaak maar twee. Maar als we dezelfde groove kunnen krijgen met hele eenvoudige noten, dan kicken wij daar allemaal enorm op.” Jack: Theo van Rock, (onder andere producer van Henri Rollins band, Sonic Youth en Red Hot Chilli Peppers) heeft ons ook dat advies gegeven. Hij vond die gecompliceerde nummers te bedacht. Als we het daar niet mee eens waren geweest hadden we het zo gelaten, want zo eigenwijs zijn we ook wel weer, maar hij had gelijk. De manier waarop hij het bracht was prettig en de uitwerking van zijn correcties bleek helemaal te kloppen, dus het was een fijne samenwerking. Ons doel was om ons beste optreden ooit op plaat vast te leggen en dat is gelukt.” Joost: “Al is de plaat wel wat braver dan onze live optredens. Het echte rauwe is eraf gemixt.” Jack: “Dat hou je altijd, maar toch dekt dit album behoorlijk de lading.” Het album moet nog gerecenseerd worden door de landelijke bladen, maar vooralsnog zijn de heren al heel tevreden. De distributie is in handen van Suburban en ‘Do My Thing’ wordt zelfs verkocht online en dat middenin het download-tijdperk én een kredietkrisis. Jack: “Rijk zullen we er niet van worden, sterker nog, er moet behoorlijk wat geld bij als je een plaat wilt opnemen, maar mensen vinden het dus blijkbaar wel de moeite waard om door te klikken en te betalen. Binnen dit muziekgenre is het aanbod groot, we moeten dus zorgen dat we zichtbaar zijn en blijven. We zijn tegendraads en we zijn in staat om mensen enthousiast uit hun dak te laten gaan. Dat helpt. En we hebben een plaat gemaakt waaraan zangeres Birgit Wijdemans (Denvis and the Real Deal, Def Americans), toetsenist Arno Landsbergen (Jaffa in Stereo, GSM), Roel Blommers (The Spades) en Theo van Rock hebben meegewerkt. Dat helpt ook.” Son House, White Stripes, The Cramps, Rory Gallagher en Jon Spencer. De vergelijkingen zijn niet van de lucht wanneer er over Barbabob geschreven wordt. Joost: “Die bands en artiesten vinden we ook allemaal gaaf. Daarom maken we deze muziek natuurlijk. Toch doen we daarbinnen ons eigen ding. Je hebt gevoelsmuzikanten en technische muzikanten. Wij vallen binnen de eerste categorie. Het gaat erom welk gevoel we overbrengen.” Jack: “Ongecompliceerde Rootsblues waarvan je voet automatisch gaat meebewegen hoop ik. Meestal lukt dat.”