Motorpsycho ontspoort in Eindhoven

Banden tussen Trondheim en Eindhoven worden nog eens aangehaald

Tekst: Marco Kuijten/ Fotografie: David Markus, ,

Dat Eindhoven en Motorpsycho als twee handen op een buik zijn kan menigeen al concluderen aan de gezamenlijke geschiedenis die beiden hebben opgebouwd. En de banden tussen beiden zijn alleen maar aangehaald, toen na het vertrek van drummer Runar Jensen een plaatsvervanger werd gevonden in een Eindhovense interim.

Banden tussen Trondheim en Eindhoven worden nog eens aangehaald

Vanavond staat Motorpsycho weer met drie echte Noorse vikingen op het dek. En na een aantal diverse uitstapjes in verschillende genres, lijkt de cirkel voor Motorpsycho weer nagenoeg rond en spelen ze weer psychedelische rocksongs als vanouds. De staat van dienst van Motorpsycho is er één waarbij genre overschreden muziek wordt gemaakt met kwaliteit als enige constante. Begonnen de Noren bijna 20 jaar geleden nog met metal op ‘Maiden Voyage’ (1990) en ‘Lobotomizer’ (1991), tot op de dag vandaag is er nagenoeg geen genre dat Motorpsycho niet heeft geprobeerd: van jazz op ‘In the Fishtank: Motorpsycho & Jaga Jazzist’ tot country op ‘the Tussler’ en pop in hun drieluik “Let Them Eat Cake’, ‘Phanerothyme’ en ‘It’s a Love Cult’. De experimenteerdrift van Motorpsycho heeft een, nagenoeg, continue stroom van een album per jaar opgeleverd – exclusief nog een aantal EP’s. Iets later dan de bedoeling was betreden de woeste Noren van Motorpsycho het podium van de Effenaar. Zonder verdere introductie beginnen Bent Saether, Hangus Magnus Ryan en Kenneth Kapstad direct met het eerste nummer. De zaal is goed gevuld en het publiek kruipt dicht tegen het podium aan. Het publiek is een goede afspiegeling van de carrière van Motorpsycho: een divers publiek met oude hardrockers van het eerste uur, maar ook veel jonge mensen die net de muziek van Motorpsycho hebben ontdekt. Maar het lijkt vooral: eens een Motorpsycho fan, altijd een Motorpsycho fan. Vervolgens komt ‘Kill Devil Hills’ van ‘Black Hole, Black Canvas’ (2006) waarbij ook het bekende Motorpsycho sausje overheen wordt gegoten: een relatief ingetogen begin, met zang, dat langzaam overgaat in een steeds hoger tempo. Galmende gitaren klinken en chaos lijkt onmogelijk: het podium bruist van de energie. Maar in de achtergrond klinken alweer een aantal tonen die een ritme vormen. Met pompende gitaren wordt er weer orde in de chaos geschapen en wat eens begon als ‘Kill Devil Hills’ ontspoort in ‘Upstairs and Downstairs’ van ‘Let Them Eat Cake’(2000). Een proces dat tekenend is voor de avond. Er zijn geen pauzes, geen praatjes tussen de nummers en vooral geen rust. Nummers lopen in elkaar over en worden samengevoegd tot nieuwe muzikale monsters. Brokken van verschillende Motorpsycho nummers komen soms vaag voorbij, maar het geheel heeft het meeste weg van een grote jamsessie. Iets wat de Noren van Motorpsycho terug hebben gevonden op hun laatste album ‘Little Lucid Moments’ (2008). Even lijkt er dan toch een rustmoment te ontstaan als ze de timide beginklanken van ‘Watersound’ van ‘Timothy’s Monster’ (1996) inzetten. Maar schijn bedriegt en na enkele minuten barst de muur van geluid. Motorpsycho speelt als een goed geoliede stampende trein die niet is te stoppen. Ze kennen de kracht van herhaling en weten iets te creëren wat langzaam begint te evolueren. Pompende gitaren veranderen in bombastische ritmes en terwijl de grond onder je voeten lijkt weg te trillen begint de trein in een steeds sneller ritme te lopen om weer over te gaan in een volgend nummer. Retestrak. Moeten we dan toch een puntje van kritiek uiten dan is het wel dat het optreden, ondanks de sterke set die wordt gespeeld vrij statisch overkomt. De nummers worden achter elkaar door afgewerkt en contact met het publiek is er niet. Misschien is het Noorse stugheid, maar waarschijnlijker gaan de leden van Motorpsycho zelf helemaal op hun muziek. De muziek is het belangrijkste, de rest is bijzaak. Het publiek lijkt het overigens niet te storen: de meeste mensen staan haast in extase naar het podium te staren. Ook wanneer het er na twee uur een einde lijkt te zijn gekomen aan het optreden, belooft Bent dat we nog niet huis hoeven omdat Motorpsycho het nog wel een uurtje volhoudt. Tijd om op adem te komen voor het publiek is er niet: het eindstation is in ieder geval nog niet in zicht. Ik heb eens gelezen dat het oeuvre van Motorpsycho alleen in retrospectief op waarde geschat kan worden. Iets wat op deze avond in de Effenaar weer eens bekracht wordt. Want wat mogen we nog verwachten van een band die een breed scala aan genres beheerst en live staat als een huis? We zullen in ieder geval moeten wachten tot het 13e optreden in de Effenaar.