Column - Heyheyhey

IK KEN MENSEN (of een poging om te verbloemen dat ik hier schaamteloos mijn vrienden ga pluggen)

Tekst: Heyheyhey, ,

Recent ben ik gevraagd om met enige regelmaat een column voor 3VOOR12/Eindhoven te schrijven en daarop heb ik ‘ja’ gezegd. Zo blijkt maar weer dat het niet gaat om wát je kan, maar wie je kan. Nou heb ik in mijn hele leven nog nooit een column geschreven en ik weet zelfs niet helemaal wat de regels voor een goede column zijn, maar ik heb er toch maar een gooi naar gedaan...

IK KEN MENSEN (of een poging om te verbloemen dat ik hier schaamteloos mijn vrienden ga pluggen)

...Hieronder kunt u lezen wat ervan terecht is gekomen. Ik hoop dat u allen het mij kan vergeven. Ik ken mensen. Nou kennen wel meer mensen mensen, dus dat is niet iets waar ik me op voor ga laten staan. Sterker nog, het leren kennen van mensen begint voor de meeste al vrij vroeg: bij de geboorte. Uitgaande van een gemiddelde geboorte in het ziekenhuis verloopt het leren kennen van mensen wellicht als volgt: na het verlaten van het geboortekanaal, terwijl u ondersteboven aan één been hangt, ziet u al op zijn minst twee in groen geklede figuren die u met het grootste plezier op de kont staan te meppen: de arts en zijn of haar hulpje. Vervolgens kijkt u nog eens goed rond en valt uw oog op een of ander rood geval dat iets verderop ligt te puffen en te hijgen en dat is uw moeder: ‘Hoi mam’. Daarna glijdt uw oog naar dat zielige lijkbleke figuur dat, met een camera krampachtig in z’n vuisten gesloten, naast het ziekenhuisbed ligt en dat is dan uw vader - ‘hallo voorbeeldfunctie’ - of oom. In de meer vrije families zijn er natuurlijk nog veel meer mensen aanwezig bij de geboorte (bij voorkeur in bad of tussen de brandnetels in de tuin) en daar loopt u dan ook het risico in een keer veel meer mensen te leren kennen. Niet perse goed of slecht, maar gewoon meer. Enfin, ik dwaal af. Vanaf het begin van uw leven leert u mensen kennen. En dat is een goed iets, want als men mensen kent, leert men interessante dingen. Zo heb ik een paar jaar geleden, via een rare omweg die ik u zal besparen, een buitengewoon vriendelijk heerschap leren kennen dat op zijn beurt weer omgang had met enkele andere mensen en met deze mensen - enkele jaren voor onze kennismaking - reeds een orkestje had gevormd. De naam van het orkestje: The Kevin Costners. Niet lang na het ontmoeten van het eerder genoemde orkestje ben ik met mijn levensgezellin en enkele vrienden naar Nijmegen getogen om The Kevin Costners daar op te zien treden. Het optreden was op zijn zachtst gezegd de moeite waard, ook al werd het geteisterd door technische problemen en meer van dat soort euvel. De band sloeg zich met het grootste gemak door ieder probleem heen, door wat zij noemden een stukje “jazzzzzz” te spelen: de ene keer akoestisch (geluidsuitval), de andere keer zonder gitaar (gesprongen snaar), dan weer met de slappe lach (algehele malaise), maar iedere keer met veel plezier. En wederom dwaal ik af, want wat ik eigenlijk wilde zeggen heeft niet veel woorden nodig. Namelijk dat The Kevin Costners goed zijn. Gelukkig besefte ik dat na het hierboven omschreven optreden dan ook meteen en heb ik ze gevraagd om een keer op te komen treden op een van onze ‘The Little League’- feestjes (zo’n twee jaar geleden), waarop de band gelukkig met een ‘ja’ reageerde. Men zal begrijpen dat ondergetekende er erg mee in z’n nopjes was. Niet lang daarna hebben de heren van The Kevin Costners zich een weg weten te banen naar de Grote Prijs (ik zeg niet dat ik daar iets mee van doen heb gehad) en, sterker nog, naar de finale van deze Grote Prijs die ze vervolgens besloten te winnen, waarna hen een gouden toekomst in het verschiet lag met een platencontract bij Excelsior in de spreekwoordelijke broekzak. Nou heeft het bemachtigen van een platencontract doorgaans tot gevolg dat men een plaat uitbrengt en dat is dan ook wat The Kevin Costners hebben gedaan. Het kleinood heet ‘Come On In’ en is precies wat ik hoopte dat het zou zijn. Echter, daar ik geen carrière als recensent ambieer (nog niet tenminste) zal ik u een verdere uiteenzetting van wat voor muziek The Kevin Costners maken besparen. Ik ben niet zo goed met vergelijkingen op dit vlak en dergelijke vergelijkingen zeggen doorgaans toch erg weinig. Als ik al iets zou moeten zeggen over de muziek en de stijl dan is het dat het klinkt alsof het door mensen is gemaakt die lijken te weten wat ze willen en besloten hebben dit dan ook maar gewoon goed te gaan doen. U ziet: aan mijn recensies heeft men bar weinig. Er zit voor u dus niks anders op dan zelf een mening te vormen over de muziek (en de band, indien u dat nodig acht). Weet dat de cd te koop is in de platenwinkel (of wat daar dan tegenwoordig voor door moet gaan). Grote kans ook dat The Kevin Costners op een van de volgende Too Much Fun Club feestjes in Eindhoven te bewonderen zijn, want dat zijn ze me nu wel verplicht lijkt me zo. Welnu, het bovenstaande is natuurlijk maar een van de vele denkbare voorbeelden van de voordelen van het kennen van mensen. Ik zou u ook kunnen vertellen over een andere vriend die muziek placht te maken onder de naam Moulinex. Net als The Kevin Costners al jaren aan het ploeteren en klooien en dan ineens op een feestje in Eindhoven (Too Much Fun Club) geboekt worden en daarna meteen een enorme sprong voorwaarts maken in de vorm van een platendeal bij het fameuze Kitsuné. Wederom: ik wil niet zeggen dat het door mij komt dat het de artiest in kwestie plots goed gaat (maar toevallig is het natuurlijk wel). EINDE En zo komen wij voor het eerst bij het einde van deze column. Het ga u allen goed en beter.