Left is een energieke rockband uit Eindhoven. In 2005 wonnen ze de publieksprijs van de Grote Prijs van Nederland en hebben door de jaren heen al een indrukwekkend lijstje aan optredens en voorprogramma’s vergaard. Zo speelden ze in het voorprogramma van The Golden Earring, Staind en het Australische Wolfmother. Komende tijd zullen ze tevens in het voorprogramma van Green Lizard staan en van het Belgische Nailpin.
Naast de vele poppodia die ze dit jaar ongetwijfeld weer aan zullen doen, zullen ze ook op een aantal festivals hun energieke emo-rock ten gehore brengen zoals Virus, Breda Barst, Elastiek en Op De Toffel. De festivals zijn in het kader van B-stage, een initiatief van Stichting BraM. Deze stichting geeft vier acts een half jaar de tijd om te werken aan hun band onder begeleiding van professionele bandcoaches. Uit betrouwbare bron is vernomen dat Left binnenkort ook nog met een verrassende single komt, dus houd hun website goed in de gaten!
Het woord is aan Ruud van Deventer:
‘Toen mij een tijdje geleden werd gevraagd een top 5 samen te stellen van mijn favoriete albums heeft dat mij behoorlijk bezig gehouden. Zoveel bands en nummers gingen aan mijn gedachten voorbij, maar wat zijn nu de criteria voor een goed album? Ik heb gekozen een lijstje te maken met de albums die in mijn leven de grootste indruk gemaakt hebben. Dat begint in mijn vroege puberteit en eindigt op de dag van vandaag. De lijst staat niet in volgorde van minst naar meest favoriet, maar is een chronologische opeenvolging van platen die een belangrijke rol hebben gespeeld in mijn muzikale ontwikkeling. Elk album markeert en illustreert als het ware een bepaalde periode in mijn leven.’
~ Nevermind ~ Nirvana (1991)
‘Toen ik rond mijn twaalfde levensjaar voor het eerst kennis maakte met de klanken van ‘Smells Like Teen Spirit’ veranderde er iets voorgoed in mij. Ik weet tot op de dag van vandaag nog steeds niet wat het was, maar ik voelde vanaf dat moment dat muziek mij kon raken op een manier die ik daarvoor nog niet kende. Ik deed in die tijd echt niets met muziek en misschien mede door die onbevangenheid konden de krakende stem en de rouwe gitaarklanken van Kurt Cobain mij grijpen als niets daarvoor. Ik weet nog goed dat ik besloten had van deze band mijn eerste echte CD te kopen, alsmede de daarvoor benodigde CD-speler. Ik stond samen met mijn vader bij Van Leest aan de toonbank het album te beluisteren, ieder van ons hield een handvat met daarop een luidspreker aan het oor (ken je hem nog?). Terwijl ik gefascineerd naar de foto op de cover staarde, grapte mijn vader bij het horen van het intro van ‘On a Plain’: ”Hm, volgens mij is deze kapot, zal ik een andere vragen.” Opeens kreeg ik het machtige gevoel dat ik los kwam van mijn ouderlijk nest; zij vonden dit geen mooie muziek, ik wel! Ik kon me hiermee onderscheiden, afzetten, identificeren en voor ik het wist zat ik in de puberteit.
Natuurlijk kwam ik er al snel achter dat ik niet de enige was die besmet was geraakt met het grungevirus uit Seattle. Op school zaten we als langharige, puisterige, zwart-T-shirt-dragende pubers hoestend ons eerste sjekkie weg te smoren terwijl album klassiekers als Ten (Pearl Jam) en Superunknown (Soundgarden) van hand tot hand gingen.’
~ Hero of our Time ~ Satanic Surfers (1996)
‘Wat later in mijn middelbare schooltijd, zo rond mijn zestiende, ben ik helemaal geobsedeerd geraakt door skateboarden. Letterlijk dag en nacht stond ik op de houten plank, met de blauwe plekken van de dag daarvoor, te proberen om over een plat gestampt colablikje te ollieën. Skaten was geen hobby, het was geen sport, het was een lifestyle en daar hoorde de grunge zeker niet bij. Nee, het was de punkrock die hoogtij vierde in deze scène. Ik werd vooral geboeid door de Scandinavische punkrock van het label Burning Heart met in het bijzonder Satanic Surfers. Hun album ‘Hero of our Time’ heb ik echt helemaal kapot gedraaid in die tijd. Melodieus, ritmisch, snel, energiek en voor mij als inmiddels beginnend gitarist – in tegenstelling tot Nirvana - onnavolgbaar moeilijk. Ook bands als No Fun At All en Millencolin hoorden in dit rijtje thuis.’
~ Grace ~ Jeff Buckley (1994)
‘Als je dan langzaam de puberteit ontgroeit, merk je dat je minder snel idolaat raakt van bepaalde muziek of een band en dat je houding steeds kritischer wordt. Ik luisterde in die tijd echt naar allerlei verschillende soorten rockmuziek; van Counting Crows tot Limb Bizkit en van Red Hot Chilli Peppers tot Biohazard. Echter niets raakte me op de manier zoals ik dat van vroeger kende. Tot het moment dat ik van iemand het album ‘Grace’ van Jeff Buckley kreeg. Ik weet nog dat ik na de eerste luisterbeurt niet gelijk bevangen was door het album, maar dat er iets was waardoor ik het vaker en vaker ging draaien. Elke keer dat ik het luisterde werd het album beter en raakte ik meer gehypnotiseerd door Buckley’s virtuoze zanggeluid. Tot het moment kwam dat de schoonheid ervan soms tè zwaar werd en ik de plaat steeds vaker verruilde voor een lichter te consumeren auditief vermaak.’
~ North and South ~ The Spirit That Guides Us (2004)
‘Inmiddels had ook LEFT het levenslicht gezien en kom je steeds meer in aanraking met rockmuziek in al haar verschijningsvormen. Niet vaak gebeurt het dan nog dat je een CD van iemand krijgt waardoor je gelijk onder de indruk bent. Bart (onze bassist) leende me het album ‘North and South’ van The Spirit That Guides Us. Een internationaal collectief met Nederland als thuisbasis waar ik tot dan toe nog niet van gehoord had. De twee zangers wisselen prachtige melodieuze zanglijnen af met emotioneel gekrijs tegen een muur van een transparante maar zeer intense gitaarsound. De songs zijn catchy maar verrassend, teder en lomp tegelijk, maar vooral vindingrijk. Later bleek dat bijna elke productie uit de stal van Sally Forth Records garant bleek te staan voor deze kwaliteit. Bands als This Beautiful Mess en At The Close Of Everyday (met gedeeltelijk overeenkomstige bandleden) bleken ook zeer de moeite waard.’
~ De-loused in the Comatorium ~ The Mars Volta (2003)
‘Eén van mijn laatste ontdekkingen op muzikaal gebied is toch wel The Mars Volta. Het eerste album wat ik van hen hoorde was ‘De-loused in the Comatorium’. Een conceptplaat die de emotionele ontdekkingsreis beschrijft van een suïcidale man. Een plaat waar sfeervolle soundscapes afgewisseld worden met verrassende grooves en meesterlijke zanglijnen. De roots van hun eerdere band At The Drive Inn zijn wel hoorbaar, maar daardoorheen zitten zeer gedurfde invloeden van progrock tot salsa en van jazz tot psychedelica. De teksten spreken minstens zo tot de verbeelding als de muziek en worden op unieke wijze gebracht met het hoge stemgeluid van de zanger. Terwijl een groot deel van de hedendaagse rockbands hun heil zoekt in retroklanken en beatlesque composities, vind ik The Mars Volta echt hun tijd vooruit. Zij brengen een eclectische alliantie van stijlen die elkaar vinden in een nieuwe harmonie waarin alles mag en niets moet.’
De vijf Gouwe Lempkes van Ruud van Deventer (Left)
De vijf beste schijven van het afgelopen jaar volgens dj's en artiesten uit Eindhoven
Bij deze editie van de Gouwe Lempkes is het de beurt aan Ruud van Deventer, zanger en gitarist van de emo-rockband Left. Ruud heeft er flink werk van gemaakt, wat in de lijn ligt van de indruk die ik krijg van deze band; naast het hebben van een dosis talent zetten ze zich ook voor 100% in! Dit heeft het resultaat dat er weer een boel leuke optredens in het vooruitzicht zijn en EP nummer drie alweer uit is.