Typisch Tac live!

Kunstzinnig podium viert 1 jarig bestaan met mini festival

Tekst: Hank Long & Bas van Loon Fotografie: David Markus, ,

Al een jaar lang fungeert het TAC gemiddeld 3 keer per maand als gastheer voor vele muzikanten uit binnen- en buitenland, aandacht schenkend aan zowat alle muziekstijlen die de indie wereld rijk is. Reden te meer voor een feestje...

Kunstzinnig podium viert 1 jarig bestaan met mini festival

Waar vind je een podium om elektronica ten gehore te brengen waar het WARP label zijn handen nog niet aan durft te branden? Of waar kun je je kunsten vertonen als je instrumenten bestaan uit blikjes, glazen en water? Is er überhaupt publiek voor zeer experimentele muziek of zal de maker altijd verwezen worden naar zijn zolderkamer met als enige publiek een langs vliegende vogel. Tac live bewijst dat er wel degelijk een publiek voor is, met een uitverkocht huis, een sterke line up en een inspirerende omgeving werd afgelopen zaterdag een gezellige avond neergezet voor de liefhebbers van ‘weer eens wat anders’. Eindhoven is dus meer dan carnaval, speedrock en techno... Een indruk van de avond: In de tuinzaal bijt Musica Da Cucina het spits af, met een wel heel bijzonder tafereel. Daar waar de meeste mensen hun keukengerei gebruiken voor het bereiden van voedsel, gebruikt Fabio Bonelli het als instrumenten voor zijn solo-act. Erg verbazingwekkend en grappig om te zien dat hij er toch erg melodieuze soundscapes mee kan produceren. De eerste paar acts in de - zeer stijlvol aangeklede - Adapterzaal verzorgen zeer abstracte en duistere muziek, zo ook het Traumateam. Er is weinig reden voor beweging, maar genoeg voor stevige discussies. De sporadische break beats zijn een welkome afwisseling in de verder door monotone geluiden dominerende muziek. Zowat gelijktijdig met Traumateam staat in de Tuinzaal het Belgische Yuko gepland met hun dromerige schommelmuziek, die echter goed wakker weet te houden. Opvallend zijn de constante, heldere harmonieuze gitaarloopjes en de lekkere huppelritmes die de drumster er zo nu en dan tussendoor gooit. Het maakt de band samen met de ingetogen zang en romantische teksten een geheel, alsof het ademt. Aan de andere kant is het Mormo die uit de diepste spelonken van de uit Philips fabrieken komende muziek creëert die welhaast doet denken dat de machines aldaar levende organisme zijn geworden. Deze uit Engeland afkomstige muzikant maakt zelf zijn software waar hij muziek mee maakt en is dus met recht een echte producer te noemen. Een ander producer die al jaren aan te weg timmert is de persoon Edward Ka-Spel. De naar Nederland gevluchte Engelsman - vanwege het negatieve leefklimaat aldaar - en het geluid dat hij produceert hebben een overeenkomst; ze lijken niet van deze wereld. De elektronische muziek bestaat uit ritmische klankpatronen en rare geluidserupties. Met een bezwerende tovenaarsstem leidt hij je in in zijn sprookjeswereld. Zijn warme vriendelijke voorkomen en voordracht, staan in een mooie contrast met de duistere mysterieuze toon van de muziek. De nog overgebleven mensen in de Tuinzaal werden tot slot getrakteerd op Grand Electric Club, een vijfkoppig gezelschap uit België, goed voor een klein uurtje elektronische industrial met een vleugje massive attack, chemical brothers, portishead en prodigy. Pas een half jaar samen op tour, wat maakt dat ze soms te geforceerd klinken en hier en daar nog wat originaliteit missen. Desalniettemin erg energiek. De echte afsluiting van de avond speelt zich af in de - ditmaal volgepropte - Adapterzaal, alwaar Rude 66 het podium heeft betreden. Als oldskool electro held, met producties op verschillende grote electro labels, weet hij het publiek in de kleine sfeervolle zaal tot de allerlaatste minuut te laten dansen. Waar andere acts eerder op de avond vooral luister acts waren, gaan bij Rude de mensen flink los. Een waardig einde voor een welverdiend feest.