Cabron bijt het spits af met recht toe recht aan rock riffs. De zang klinkt vies en schreeuwerig, de muziek snel, hard en gevaarlijk. Samen ballen ze een vuist en staan ze als een rock front tegenover een toestemmend publiek. Snerpende gitaarsolo’s helpen de riffs soms naar een climax. Onderliggende blues en boogie stemmingen geven warmte aan de strakke stonerrock. Bij wijlen is zelfs een vleugje AC/DC te bespeuren, wat met name versterkt wordt door de zang. Eigenzinnig is hun a capella gitaarsamenspel, dat ook zonder de bas en drums een voortstuwende kracht blijkt.
De band is goed georganiseerd en in vorm. Ze zijn in hun element, en drinken met het publiek mee tussen de nummers door. De muziek die ze spelen zit hun in het bloed. Het is de muziek zelf die hun opwindt, daarom staan ze als een huis.
Opvolger Larsson brengt meer variatie in hun muziek. De bandleden spelen individueel een grote rol hetgeen verschillende muzikale gezichten oplevert. Samen zijn zij een kleurrijke combinatie van britpop, garagerock en emocore. Ook ritmisch leunen ze niet tegen een stijl aan. Deze diversiteit binnen de band maakt Larsson een prettige band om op te zien treden. De bassist is met zijn kostuumpje en kapseltje een stijlvolle artrocker, de zanger heeft met zijn donkere zonnebril, nonchalante poses en sigaretten het imago van de rock n’ roll bad guy. De gitarist heeft soloalures en dramatiek, de drummer zou zo bij Dead Moon in kunnen vallen.
Het is opvallend hoe eigen ze een cover van de Strokes kunnen laten klinken. Zij spelen het niet na of proberen er hun eigen ding van te maken. Ze voelen de muziek aan , het is hun eigen taal. Ook bij zo’n nummer valt op hoe goed gesmeerd de band loopt. Ieder weet precies zijn rolletje in het geheel en de mate van vrijheid die ze daarmee kunnen nemen.
Vlammende Vlamingen in de Effenaar
Pure gepeperde rock
Een avondje zomersproeten in de Effenaar met twee stevige Belgische bands, Cabron en Larsson.