Alles aan het uiterlijk van Josh Tillman - een lange, slungelige man met de haren nonchalant voor zijn ogen - lijkt te verraden dat hij afkomstig is uit Seattle, de welbekende thuishaven van Kurt Cobain's grunge. In zijn eerste woorden verklaart hij ook nog even dat hij toch wel aardig 'stoned' is, alvorens hij met uiterst subtiele gitaaraanslagen zijn eerste nummer inzet. Tillman's muziek komt bij verre verste niet in de buurt van de muziek die we uit die hoek van de V.S. gewend zijn. Hij speelt schitterende kleine melancholiek, waarbij hijzelf en zijn gitaar de rust, de traagheid en emotie naar een zeer verdienstelijk hoogtepunt lijken te trekken. Hij staat stil achter zijn microfoon, neemt tussen de nummers in alle tijd om een slokje water te drinken, vertelt het publiek dat het volgende liedje losjes gebaseerd is op de Ghostbusters, en speelt alweer een schitterend nummer. In het volledige optreden van J. Tillman is geen moment van zwakte te ontdekken. En met als laatste nummer een cover van, naar eigen zeggen, het allerslechtste nummer dat Neil Young ooit geschreven heeft, lijkt hij een uiterst verdienstelijke opening van de avond te hebben gecreëerd.
Het is lastig iets te schrijven over het optreden van Damien Jurado. Niet dat het een nietszeggend optreden is, integendeel. Het feit is juist dat alles aan het optreden klopt. Het voorprogramma was fijn en gepast, Damien en zijn band (de celliste Jenna Conrad en drummer/gitarist Eric Fisher) spelen een uiterst sfeervolle set, het publiek is geboeid en geïnteresseerd en zelfs het tijdstip van het jaar is perfect. Als buiten de herfst langzaam de winter nadert is de muziek van de singer-songwriter, een treurig melancholische folk, meer gepast dan het ooit zal zijn.
In eerste instantie lijkt Jurado zo'n stille, onbenaderbare muzikant die zijn set uiterst geconcentreerd opent. Hij zet zichzelf op een stoel achter de microfoon, gitaar in de hand, wacht dan eventjes tot de anderen ook zitten en zet zijn eerste song in. Zonder veel aandacht aan de zaal te schenken. Het publiek laat zich direct meevoeren in het rustieke drama dat de nummers in zich hebben. Gelukkig krijgt het optreden een soort van ontspanning waardoor je als luisteraar weet dat Jurado niet morgen nog in een ravijn springt. Het zijn toch hoofdzakelijk zijn liedjes die treurnis met zich meedragen, niet de zanger zelf. Een soort van fragmentarisch tweegesprek tussen Jenna Conrad en Damien Jurado, maakt de show net een tikje luchtiger, met zinnen als "Tussen Denemarken en Noorwegen vaart een David Lynch-achtige veerboot" en "Damien Jurado's 6-jarig zoontje krabt aan zijn kont als hij plast."
J.Tillman leent zijn drummerskwaliteiten een enkele keer aan de band, als de liedjes erom vragen en zelfs Jurado zet zich vlak voor het einde van de show even zelf achter de drumkit. In de toegift blijft de band backstage en gaat Jurado gewapend met zijn gitaar het slotakkoord aan. Al even zo prachtig als met band, maar voor de goede orde valt te zeggen dat als het hele optreden puur en alleen de 'man met zijn gitaar' was geweest, dan was de nodige variatie en interactie een gemis geweest.
Damien Jurado zit in de stal van platenlabel Secretly Canadian, waar we ook Jason Molina's Songs: 'Ohia' en 'Magnolia Electric Co', 'Anthony & The Johnsons', 'June Panic' en in het verleden 'Scout Niblett' en 'Alasdair Roberts' van kenden. Een 'kwaliteit gegarandeerd' label zou je bijna kunnen stellen. Jurado doet met dit schitterende optreden de naam van het label alleen maar meer goed, dus laten we hopen dat ze snel nog wat meer muzikanten naar Eindhoven sturen.
De schitterende treurnis van Damien Jurado
volop herfst in de Effenaar
Dat er in Amerika een grote overdosis aan goede singer-songwriters rondloopt, is een ontegensprekelijk gegeven. Uit muziekstad Seattle komen Damien Jurado en J. Tillman, die op donderdag 23 november in de kleine zaal van de Effenaar hun prachtige, subtiele songs komen spelen.