Streektaalmuziek is nog lang niet doodgebloed. Eerder interviewde Mariëlle Hensums de Groningse liedjesschrijver Erwin de Vries al over dit onderwerp. Het Nedersaksische dialect zit nou eenmaal in ons bloed. Op 5 mei danste jong en oud nog mee met hits van Mooi Wark en vrijwel iedere Drent herkent wel de intro van ‘Op Fietse’ van Skik. Met Aosem komt er een nieuwe Nedersaksische band in dit rijtje. Eéntje met dezelfde aanstekelijkheid als Mooi Wark, maar tekstueel en muzikaal leunend richting Lohues’ zijn ericana.
In de wandelgangen van De Amer vertelt bassist Hilko Stoffers dat het pas de vijfde keer is dat Aosem in deze formatie op de planken staat. In 2017 begon hij met Harmen Boels en Erik Koerts met dit nieuwe project. Begin vorig jaar kwamen daar nog Rob Groenwold, Lex Bekink en Arnoud van Loo bij. Ineens had de formatie toetsen, een extra gitaar en een drummer. Na enkele singles met regionale radioplay en een tweede plek op het Drèents Liedtiesfestival werd het tijd voor de eerste EP.
“Spreekt er iemand hier trouwens geen Drents?” zegt Harmen Boels met een lach in zijn stem. Naast hem is Erik Koerts bezig met één van de vele stemmomenten in de set. Hij kijkt op van zijn gitaar met een fonkeling in zijn ogen. “Dan zou het een lange avond worden,” plaagt hij. Vanavond is het een avond voor Nedersaksische americana, ook wel liefkozend ericana of zelfs Amer-icana genoemd.
Ergens aan het begin van de jaren 80 opende en sloot U2 bij gebrek aan nummers de set met ‘I Will Follow’. Vandaag houdt Aosem zich aan datzelfde recept. Na een waarschuwing dat ze echt niet meer nummers hebben, spelen ze single ‘Zunder joe’ nog een tweede keer als uitsmijter. Toetsenist Arnoud van Loo heeft de gelegenheid om een grapje uit te halen en rekt het een beetje uit met de intro van ‘The House of the Rising Sun’. De intro van ‘Zunder joe’ klinkt ineens verdacht veel als ‘Sweet Home Alabama’.
Het is niet de eerste keer dat Aosem bekend klinkt. ‘Loat moar Lös’ is een bluesje met een melodielijn die sterk doet denken aan REM’s hit ‘Everybody Hurts’. Qua akkoordenschema’s en melodieën komt Aosem sowieso niet met iets spectaculairs, maar dat is in dit geval eigenlijk niet storend. Het wiel hoeft immers niet opnieuw uitgevonden te worden. Het bekende jasje wat Aosem heeft aangetrokken zorgt ervoor dat de muziek vrijwel meteen bekend aanvoelt. De aanstekelijke refreinen zijn toegankelijk en singles zoals ‘Wat deed ik verkeerd’ lokken uit om met mee te zingen.
Ondanks de kanttekening dat Aosem met de eerste EP nog niet gelijk iets nieuws op tafel brengt, zijn ze live zeker een band om eens bij op bezoek te gaan. De warme stem van Boels overstijgt discussies over welk lokaal dialect nou het mooiste klinkt en ligt fijn in het gehoor. Daarnaast zijn nieuwe leden Lex Bekink, Rob Groenwold en Arnoud van Loo een perfecte aanwinst voor de groep. Bekink houdt de zeskoppige groep in gareel met ijzersterke techniek zonder op één moment over de top te gaan. Groenwold heeft genoegen met de achtergrond, maar weet het geluid wel op te tillen naar hoger niveau zonder nummers dicht te metselen qua geluid. Vooral bij ‘Nooit meer kwiet’ speelt Groenwold een cruciale akoestische partij die rijmt met de zang van Boels.
Kwalitatief is Aosem live een genot om naar te luisteren. Qua locatie hadden ze het niet beter kunnen treffen dan in De Amer. Zowel esthetisch als geluidstechnisch kwam Aosem prima uit de verf in het oude gebouw. Mocht Aosem vasthouden waar ze nu mee bezig zijn, zullen ze zeker nog jaren voorbij komen op onder andere RTV Drenthe.