Hoewel we nog aan het bijkomen zijn van de vrijdag, staat er op zaterdag 24 mei weer een smörgåsbord aan optredens voor ons klaar. Met een grote rol voor Haagse helden en jong talent, dompelen we ons op dag twee van Sniester 2025 weer onder in rock, punk, doom metal en alles dat daartussenin te benoemen valt.

Haags van start

Plonki kennen we inmiddels als het solo-project van Pleun Stork, bekend van allemaal andere bands. Niets ten nadele van die bands, want Fuzzy Teeth en Thames kunnen wij zeker waarderen, maar dat Pleun voor zichzelf is begonnen, is een goede zaak. Plonki is namelijk een aanwinst voor de Haagse - nee, de Nederlandse muziekscene. De spannende indie die het viertal produceert is veelal ingetogen maar krijgt bij tijd en wijle tanden, met name door de overstuurde gitaar van Anthony Koenn. Gecombineerd met de zang van Pleun en de boeiende arrangementen ontstaat een erg goed optreden in het Koorenhuis waarop zeker ook gedanst kan worden. Leuk feitje: Plonki trad vorig jaar voor het eerst op, ook op Sniester. En binnenkort is de band in het hele land te zien tijdens de Popronde. Wij raden iedereen aan een kijkje te nemen.

Het is toch fijn dat The Klittens tussen hun tours in het Verenigd Koninkrijk ook af en toe nog hun thuisstad aandoen. Deels dan, want niet alle bandleden komen uit Den Haag, maar dat vergeven we ze. De foyer van het Koorenhuis is volgepakt voor de rammelende indie van het vijftal. De aanwezigen horen lieflijke gitaarloopjes die om elkaar heen bewegen, ingetogen samenzang en geschreeuw in slotnummer ‘Acid Violet 43’. Een sympathiek optreden van een sympathieke band dat ook nog een politieke boodschap meekrijgt als bassiste Marrit Meinema de tekst van het nummer ‘This Is Why We Dance’, over de ellende in Palestina, voordraagt.

The Klittens

Plonki

De tweede dag van Sniester gaat ook in de Kleine Zaal van PAARD direct goed van start dankzij het Haagse Chattermag. Eén voor één stappen de bandleden het podium op, en zonder omwegen knallen ze erin met het nieuwe, zelfgetitelde nummer ‘Chattermag.’ Een hard, strak en compromisloos begin dat meteen duidelijk maakt waar de avond naartoe gaat. Chattermag heeft nooit een standaardset, maar een doordachte show met leuke twists. Frontvrouw Kate is een kracht op zichzelf: fel, aanwezig en voortdurend in beweging. Rond haar ontvouwt zich een mix van punk en performance, een oversized potlood, een oude telefoon, en een dans tussen haar en gitarist Jana. Halverwege duikt de Sniesterkat uit het niets op en wordt die meteen aan het publiek overgedragen. Kort daarna springt Kate zelf de menigte in, maar raakt verstrikt in haar microfoonsnoer samen met een paar mensen om haar heen. Terwijl zij zich ontworstelt, vult de rest van de band de ruimte.. De avond is natuurlijk niet compleet zonder drumsolo, dus speelt drummer Konstandinos even een keiharde solo, waarna ze meteen in het volgende nummer springen. Chattermag zet het tempo voor dag twee en geeft iedereen de energie die ze nodig hebben.

Chattermag

Chattermag

Guppies

Talent van Haagse bodem is goed vertegenwoordigd vandaag, maar voor wie zin heeft in net even iets anders, is daar het Utrechtse Fit bij De Poot (en vooruit, drummer Mink Huurman, zoon van Laura Palmer's Rob Huurman, heeft natuurlijk Haagse wortels). De eerste klanken van het optreden zijn tot in Frietje te horen, waarvandaan uw redacteur snel een sprintje moet trekken, het diner net achter de kiezen. Gelukkig is de Grote Markt ondanks het vroege tijdstip al goed gevuld. Wat meteen opvalt is hoe jong deze muzikanten zijn, iets wat doorvertaalt in een eindeloze energie. Dit overigens ondanks het feit dat de zanger aangeeft niet helemaal Fi… ziek te zijn vandaag en er vandaag een invalgitarist is meegekomen. Fit werkt met razendsnelle ritmes, een ijzersterke stage presence en explosieve post-punk nummers met een vleugje ska en hip-hop. De synths geven het geheel een speels randje. Deze combi overtuigt: single ‘CASH’ wordt namelijk onder luid gejuich ontvangen en dat geldt ook voor de cover ‘Boys in the Better Land’ van Fontaines D.C. Dit is er één om in de gaten te houden! 30 mei presenteren de muzikanten hun eerste EP op een eigen festival in De Helling. We adviseren zanger zijn kleding de komende dagen aan te houden om weer een beetje op kracht te komen.

Dat blote basten in de mode zijn, blijkt ook wanneer we naar PAARD snellen om een kijkje te nemen bij de pop-up carrousel. Zaterdagmiddag vinden door de hele stad gratis optredens van opkomende artiesten plaats op ongewone plekken. Een selectie hiervan mag ‘s avonds ook vóór het podium in de Grolsch Zaal spelen. Terwijl een aantal bandleden van Sneurf verwoed aan het opdrukken zijn, wordt uw redacteur gevraagd of “ze niet wil gaan zitten, want we gaan zo beginnen.” Zitten? Op Sniester? Ons pijnlijk bewust van het feit dat we de gemiddelde leeftijd in de zaal wat omhoog halen, nemen we dan maar plaats op het balkon. Erg jammer dat deze sets vandaag gedeeltelijk samenvallen met andere jonge lokale bands als Chattermag en The Klittens, we hadden ze graag wat meer publiek gegund.

Fit

Sneurf is een explosieve en theatrale opener. Het genre is melodische hardcore en grunge, de uitwerking: meerstemmige zang, wilde headbangsessies, gitaarsolo’s op de knieën en… Wéér een cover van ‘Boys in the Better Land’ van Fontaines D.C. Dan neemt Surfer Rosa het stokje van de heren over. De gloednieuwe Amsterdamse band schroeft het tempo wat omhoog. Het werk is explosief, punky en catchy, maar toch blijft het optreden niet helemaal hangen. Jammer dat het geluid van de vocalen af en toe wegvalt. Kun je niks aan doen natuurlijk, bij zo’n show met een hoog DIY-gehalte.

Sneurf

KRAM

Als de set-up rechts van de band is omgebouwd, neemt het Haagse Bleedroot plaats op het podium. De band stond al langer op het verlanglijstje van uw redacteur, blijft het wow-gevoel een beetje uit. Wat niet meehelpt is dat het tempo af en toe inkakt en de zang niet altijd zuiver is. Al met al oogt het geheel een beetje timide. We hebben begrepen dat er ook sprake is van wat (tijdelijke?) personele wisselingen, dus we komen graag nog een keer terug voor een rematch om Bleedroot in volle glorie te aanschouwen.

En dan is het aan KRAM om het vierluik af te sluiten. Er is nog maar weinig over deze energieke punkers te vinden online, maar uit betrouwbare bron hebben we vernomen dat de band dankzij gitarist Yaniv Dubreuil in elk geval deels Haags is. De korte sportbroeken en voetbalsokken ogen wat komisch, maar feit blijft dat we hier naar een verzameling muzikanten zitten te kijken die met protestsongs, Ierse bravoure en keiharde riffs gewoon een ijzersterke show weten neer te zetten. Frontman Tristan Gilligan loopt voor het gemak even de zaal in om een eigen moshpit aan te stichten. Een sterke afsluiter.

De Grote Geelstaart of barnsteenmakreel (Seriola dumerili) is een straalvinnige vissensoort uit de familie van de horsmakrelen (Carangidae), aldus Wikipedia. Het is ook een band uit Zeeland die op het podium van het Koorenhuis een flinke bak herrie produceert. Dat doen de ogenschijnlijk jonge muzikanten - mogen we guppies zeggen? - gehuld in pantalon, wit overhemd en stropdas. Logisch dat de heren zich hebben opgedoft, je speelt natuurlijk niet iedere dag in Den Haag. Muzikaal is het dik in orde. Als je van chaotische maar strakke noiserock met meer wendingen dan een aflevering van Severance houdt tenminste. Een vraag die naar boven komt, is natuurlijk: is één drumstel wel genoeg om al deze gekte te vangen? Het antwoord is nee, dus een van de muzikanten zet zijn gitaar neer en neemt plaats achter het tweede drumstel. Je zou daardoor bijna over het hoofd zien dat de toetsenist een saxofoon in zijn handen heeft. En dan zijn we nog maar bij het tweede nummer. Wat er verder allemaal gebeurt, is te veel om hier te beschrijven, al verdienen de ratten zeker een vermelding. Samengevat:  Grote Geelstaart brengt gestructureerde chaos die niet voor teerhartigen is. Voor de rest is het genieten.

Grote Geelstaart

Grote Geelstaart

Maria Iskariot

Genrehoppen

We moeten het toegeven: we hebben Maria Iskariot al vaker gezien. Op Kaderock en op Grauzone om precies te zijn. Maar vanavond, op Sniester, gaan we gewoon weer. Waarom? ‘Dat vind ik lekker’, om er een titel van de Belgische punkband bij te halen. Maria Iskariot zet in Concordia meteen het gas erop met ‘Lief Klein Kind’ en dendert vervolgens lekker door. Zangeres Helena Cazaerck meent wat ze zingt en manoeuvreert moeiteloos tussen fluisteren en schreeuwen. De titel van het eerdergenoemde ‘Dat vind ik lekker’ wordt door het publiek, dat vanaf het begin gezellig aan het moshen is, enthousiast meegebruld. Cazaerck raakt in alle consternatie haar microfoon kwijt, waardoor het optreden even stil komt te liggen. Als na de sit-down het muzikale geweld weer losbarst gaat het feest echter gewoon weer door. En dan is het, na onder meer een crowdsurfende zangeres én kat, weer voorbij. Zijn we er de volgende keer weer bij? Niet onwaarschijnlijk.

Van een heel andere orde is het optreden van DOOL, dat tegelijkertijd van start gaat in de Grolsch Zaal. “Een beetje Paradise Lost,” fluistert iemand wanneer we binnenlopen. Een vergelijking is misschien niet eens nodig, want de band achter acteur, presentator en muzikant Raven van Dorst heeft zijn sporen inmiddels wel verdiend in festivalland. DOOL speelt een set vol technisch verfijnde en bombastische doommetal, waarbij haren in het rond zwiepen, de rookmachines overuren draaien en het gemêleerde publiek volledig opgeslokt wordt. Tijdens het epische ‘House of a thousand dreams’ laat Van Dorst zien wat een breed bereik diens stem eigenlijk heeft. Ronduit prachtig, en een welkome afwisseling tussen al het punkgeweld door.

Maria Iskariot

DOOL

Swim School opent zijn set in het Koorenhuis rustig. Een paar knikkende hoofden hier en daar, maar echte vonken blijven in het begin uit. Toch hangt er iets in de lucht. In de laatste vijftien minuten slaat de sfeer plots om: de band gooit het tempo omhoog en het publiek volgt moeiteloos. Waar de energie precies vandaan komt - de band, de mensen vooraan, of gewoon het juiste moment - blijft gissen. Misschien helpt het niet dat ze om drie uur ’s nachts nog uit Schotland zijn vertrokken, maar daar merk je uiteindelijk weinig van. Zangeres Alice Johnson klinkt scherp en overtuigend, de dromerige gitaren bouwen zich laag voor laag op, en drummer Billy McMahon houdt het tempo strak, ondanks dat zijn ridebekken meerdere keren losraakt. Hij fixt het zonder gedoe en speelt door alsof er niets aan de hand is. Swim School bewijst dat ze voldoen aan de eisen van het Sniesterpubliek.

Exorcisme

Vanaf de eerste seconde dat The Chisel Concordia in knalt, breekt het los. Er is geen opbouw, geen warming-up, gewoon direct erin, alsof de band zelf net uit een vechtpartij komt gerold. De moshpit barst meteen open en blijft de hele set kolken. The Chisel laat geen ruimte voor ademhalen; elk nummer is een frontale aanval, maar strak en gecontroleerd. Frontman Callum Graham spuugt zijn teksten de zaal in met een mix van frustratie en vastberadenheid, terwijl de rest van de band een muur van geluid optrekt waar je niet omheen kunt. Tussen de agressieve riffs en beukende drums klinken ook melodische hooks die je onverwacht meezingt. The Chisel maakt duidelijk waarom ze de koplopers zijn van de nieuwe Oi!-golf. Concordia verandert voor even in een Londense pub.

Zes minuten na de in het blokkenschema genoemde aanvangstijd wordt het gordijn voor het podium van de Grolsch Zaal gesloten. Spannend? Mwah. Het publiek kan meegenieten van gesprekken over te luide clicktracks en andere geluidsperikelen en wordt licht ongeduldig. Maar goed, uiteindelijk, een minuut of tien verder, gaat het gordijn weer open en begint het optreden van Kid Kapichi. Anders dan de naam doet vermoeden, komt er geen steeldrum of sambaritme  aan te pas, maar staat er een Britse rock- en punkband. Na het openingsnummer moeten er nog wat geluidsperikelen worden opgelost. Je zou kunnen zeggen dat het optreden niet meteen op gang komt. Toch weet Kid Kapichi dit goed te maken met een flinke inhaalslag (en wat excuses). De moshpit kolkt uitbundig, er roeien wat mensen op de grond en er wordt excessief gedanst. Het is gewoon een keigoede show.

The Chisel

Kid Kapichi

Kid Kapichi

Het belgische duo Doodseskader sluit de avond in de Kleine Zaal van PAARD af met een verpletterende set die alles en iedereen onderdompelt in loodzware sludge. De twee bandleden staan tegenover elkaar op het podium, alsof ze samen een sonisch exorcismeritueel uitvoeren. De riffs zijn traag en dreigend, de drums donderen als vallend beton, en de screams van Tim De Gieter snijden dwars door het lijf. De intensiteit is tastbaar, maar de energie krijgt een andere vorm dan bij de typische metalshow: geen wild rondvliegende lichamen, maar een zee van synchroon-headbangende mensen. Doodseskader bewijst dat pure destructie ook zuiver en gecontroleerd kan klinken.

En zo is er weer een einde gekomen aan Sniester 2025. We ontdekten nieuw talent van eigen bodem, kropen als insecten over de Grote Markt, moshten erop los en verorberden verrukkelijke vegetarische pita's. Het was hard, mooi en bij vlagen activistisch. Tot volgend jaar!

Doodseskader

Doodseskader