Na weer een jaar wachten is het eindelijk lekker weer buiten. Volkomen toevallig hebben we even lang moeten wachten op ons favoriete rammelrockfestival Sniester. Op de eerste dag zagen we prachtige weirdo's, rockbands in elke vorm en kleur en een shitload aan kneitergoede muziek. Sniester is terug baby en 3voor12 Den Haag deed er verslag van door via drie (gedeeltelijk) thematisch overkoepelende routes het festivalterrein op te gaan.
Sniesterroute: Excentriekelingen
Team Excentriek wil koste wat kost de buitenbeentjes opsporen. Een wervelwind aan acts bestormt vanavond het podium, waar moeten we beginnen? Turend naar het brokkenschema, een bewuste naamgeving voor het tijdschema van Sniester, valt ons oog op enkele eigenzinnige acts.
De excentriekelingenroute begint in een vrij lege Grey Space. Wijt het aan het vroege tijdstip, maar voor Voertuig is nog niet heel veel volk op de been gekomen. “Hallo allemaal!” roept de act lollig naar het publiek en daarna wordt de muziek ingezet. Het arsenaal aan snoertjes, toetsen en knopjes dat op tafel ligt bij de analoge live-elektronica act ligt is imposant. Samples van vocalen die uit normale gesprekken lijken te komen, vormen een laag bovenop vlugge hi-hats en razendsnelle kicks. Daaroverheen wordt flanger op flanger gelegd en durft een enkeling al voorzichtig heen en weer te wiegen. Het tijdstip is een tegenvaller voor de Haagse act bestaande uit: Offer van Kesteren, Gianni Tjon Tam Pau, Tijmen van Wageningen, Laurens ten Berge, want muzikaal zit het zo goed in elkaar dat als er later op de avond gespeeld was, dit een van de absolute dansclimaxen van het festival was geweest.
Een van de grootste excentriekelingen van Sniester 2023 is zonder enige twijfel Thor Kissing. De Haagse artiest maakt er een sport van om zijn nummers zo verneukt mogelijk te laten klinken. De muzikale omlijsting is, af en toe, van het niveau preset in een Casio keyboard en de vocalen zijn niet zuiver. Is Kissing dan een woordkunstenaar? Ook niet. De zanger probeert steevast voor de gemakkelijkste rijmoptie te gaan. “Thuis” rijmt Kissing op “huis”, “goed” op “moet” en “concert” op “je beste vriend Bert”. Nou, dat klinkt als 45 minuten slecht gaan, toch? Integendeel, de show van Kissing is een verademing. Omdat de artiest volledig gebruik maakt van diens awkwardness is geen van de bovenstaande zaken een probleem. Sterker nog: de momenten dat Thor de tekst vergeet of niet heel onopvallend iets tussen zijn tanden vandaan peutert, zijn hierdoor een bevestiging van de klasse van de act.
Ook de verhaaltjes die de zanger vertelt in zijn liedjes zijn simpel maar o zo vermakelijk. Een greep uit de hoogtepunten: een liedje over de hond van Thor Kissing: Jibber. Helaas heeft Jibber verlatingsangst en wordt hij teruggestuurd naar de stichting die een beter thuis voor hem vindt. Een ander nummer gaat over de vrouw Thea Traal. Zij scheert in een kapperszaak in Amersfoort alle mannen kaal. Dit allemaal op een kermisachtige hoempa-melodie. ‘Hamsterweken’, dat gaat over de achterlijke koopdrang en de zogenaamde kortingen bij de supermarkt, lijkt een anti-kapitalistisch manifest in een vrolijk jasje. En dan hebben we het nog niet gehad over de bangers: ‘Juffrouw Doos’, ‘Hou Je Bek En Luister Naar De Muziek’ en Meindert Talma cover ‘Versmobiel-Ondernemer’.
Op het eind springt Kissing de zaal in en houdt hij de microfoon voor de mond van een aantal mensen die de tekst van het nummer (‘Juffrouw Doos’) net voor de eerste keer hoorden. Meer dan een paniekerige: “Aaaaaah”, komt er niet uit. Als er dan uiteindelijk een lid in het publiek is, die de woorden wel kan afmaken, roept Kissing triomfantelijk dat het zijn vader is en ja die kent zijn teksten natuurlijk wel. Daarna doet de zanger nog een soort ereronde door The Grey Space. Een bizar hoogtepunt van het festival. Tegen alle verwachtingen in.
Dertig euro lappen voor een dagkaart om vervolgens luidkeels door de muziek heen te blèren alsof het een doodnormale vrijdagavond is? Dit tafereel is aanschouwbaar bij ILA in de Zwarte Ruiter. De Sniesteraars hebben vanavond niet door dat de Zwarte Ruiter naast horecagelegenheid ook bands programmeert. Dat ligt niet aan de Vlaamse groepering rondom Ilayda Cicek, die spelen onvermoeibaar door. Naarmate de grunge-rockers een divers muzikaal karakter tonen wordt de zaal wel wat stiller. In de wereld van ILA spelen gierende gitaren een hoofdrol en heeft de gedreven dolende stem van Ilayda een ondersteunende rol. Zwaar genieten, vooral, ‘Eternity’ een emotionele sloopkogel in songvorm. Vooraan staat een handvol Sniesteraars aandachtig te luisteren, terwijl de rest zoiets heeft van: niet door mijn biermoment heen spelen alsjeblieft. Onze zure cider is inmiddels op en we vervolgen de route.
Het is nog geen tien uur en het bier is al op. Of nee, alleen het pils in het Koorenhuis is op. Vandaar dat het publiek dat in de foyer naar Mother’s Cake staat te kijken allemaal met een speciaalbiertje in de hand staat. Dus tussen de slokken Cornet en Grimbergen Blond klinkt de stonerpsych van de Oostenrijkse band, die naar eigen zeggen dertig minuten voor de show aan is gekomen. Lange, bij vlagen, Led Zeppelin-esque rocksongs worden op het publiek afgevuurd, zonder Robert Plantiaans gekrijs dan wel. Het beukt en rockt aardig wat de show al met al een relatief hoge amuzementswaarde geeft, maar echt beklijven doet het niet. De stijl is ietwat gedateerd en de nummers niet memorabel genoeg om echt indruk te maken. Wel mag gezegd worden dat gitarist/zanger Yves Krismer een uitermate kundig slaggitarist is. Niet enkel functionele partijen, maar ook lastige licks worden zonder enige moeite gespeeld en tegelijkertijd weet Krismer ook zijn podiumperformance hoog te houden. Tenminste, tot hij een bokkengroet doet die weer een wake up call is dat Mother’s Cake echt een leuke band is, sympathiek en zeker kundig, maar de muziek de tand des tijds niet helemaal doorstaat.
De Belgen van Borokov Borokov staan bekend als dansvloergekkies pur sang. Midden in de zaal van The Grey Space staat het tweetal tegenover elkaar opgesteld. Maniakaal springt vocodervocalist Boris van der Eynden in zijn veel te korte sportbroekje van de toetsen het publiek in en weer terug. Af en toe mag er iemand iets in de microfoon schreeuwen en de vocalen zelf zijn niet helemaal verstaanbaar maar erg opzwepend. Een eigenaardige act maar wel ontzettend vermakelijk en heel dansbaar. Perfect voor dit moment van de avond en om de artiesten heen zijn enkel lachende en dansende mensen te zien. Ook vriend Thor Kissing staat achter de artiesten te bouncen. Een hoogtepunt in de set is de remix van ‘Blue Monday’ waar een van de meest bekende en dansbare dansvloerklassiekers, nog een stukje dansbaarder wordt gemaakt.
In de zaal van het Koorenhuis staat een menigte braaf te wachten op Caroline Rose. Er is wat uitloop. Tijdens de show wordt langzaam duidelijk waarom dat zo is. Opener ‘Tell Me What You Want’ is met de tekst: “Testing testing, is this thing on,” akelig realistisch, de bandleden horen namelijk niets van het geluid. Met een zichtbare raadselachtige blik slingert Caroline gortdroge opmerkingen de zaal in: “Is everyone satanic here? I have the feeling that every band I’ve seen here is Satanic. Hail Satan! By the way I have a stalker that thought I was satanic.” Goede afleidingsmanoeuvre, wij zien de 666 wel op het pedalboard pronken. De poging om het ijs te breken wordt met een doodse stilte ontvangen, waardoor de songschrijver er uit irritatie een schepje bovenop gooit: “It’s like we’re vaping so hard,” als antwoord op de rookmachine. Songs van album ‘The Art of Forgetting’ passeren de revue, terwijl Caroline met een starre blik het publiek probeert af te lezen. Verwarring alom: “Can you guys hear anything in the room? We can’t hear anything and you guys are so hard to read.” In de zaal is het geluid prima afgesteld en de bandleden zijn op miraculeuze wijze juist heerlijk op elkaar ingespeeld. Vooral bassist Mike Dondero weet met zijn spel zich akelig goed op te sluiten in de drumpartijen. Wauw. Het resultaat is wel dat er grotendeels een statisch optreden wordt gegeven, wat bij thema’s als existentialisme en het opklimmen na een relatiebreuk ergens gepast aanvoelt. Zo introduceert Caroline ‘Miami’ met: “I'm an adult, I’m not going to cry during this next song.” Tegen het einde, als de geluidsproblemen zijn opgelost, vangen we toch een glimp op van hoe het optreden had kunnen lopen. ‘More of the same,’ ‘Jeannie Becomes a Mom’ en ‘Feel The Way I Want’ worden bijgestaan met kekke dansjes, een dikke glimlach en een laatste gortdroge opmerking: “We’re gonna play our greatest hits now.” Zo’n eigenzinnig hoogtepunt hebben wij bij de redactie nog nooit meegemaakt.
Supersonic Blues staat alweer voor de vierde keer op Sniester. De rockers achter ‘Its Heavy’ vielen last-minute in voor The Pleasure Dome. Dit keer als trio op de bühne, zonder bandlid van het eerste uur Gianni Pau. Wij spotten nog een wisseling, namelijk een kersverse bassist: Jason van den Bergh. En jawel, de vertrouwde leden, Lennart Jansen op drums en Tim Aarbodem op gitaar. Al zal dat de gemiddelde bezoeker niet zijn opgevallen, de psychedelische gitaarriffs zijn nog steeds zwaar en de baslijnen stuwend. Met een zekere vorm van zwermintelligentie knikt iedereen in de Zwarte Ruiter synchroon op en neer. Ja, dit is genieten. Geen echte verrassingen hier, maar we zijn toch blij om weer de huisband van Sniester te zien.
‘I Feel Like Shit And I Wanna Die,’ zomaar een tracktitel uit het oeuvre van The Haunted Youth. Het idee bekruipt al gauw dat dit vooral een act is voor zwaarmoedige Sniesteraars. Verbazingwekkend genoeg hebben we hier te maken met dromerige shoegaze. Dit melancholisch fenomeen uit België rondom Joachim Liebens nodigt vooral uit om uitbundig met de lokken te wapperen. Bijzonder, want het genre staat vooral bekend om het actief uitoefenen van gitaareffecten. We horen lekker uitgerekte versies van songs als ‘Broken’, die heerlijk dansbaar en buitengewoon energiek overkomen. Sterker nog, overal in de grote zaal vind je wiegende festivalgangers die zich compleet laten betoveren door The Haunted Youth. Joachim zwaait en zwiert op gepast tempo mee, een gedeelde energie typeert het optreden. We krijgen zelfs een cover van Empire of the Sun mee: 'Walking On A Dream.’ En zo voelt het ook.
In het Paardcafe sluit Niko de Sniestervrijdag af. Niko is de band van Nik van den Berg, die je misschien zou kunnen kennen van… Geintje natuurlijk, Niko behoeft geen enkele introductie. Vooral niet op Sniester, waar de band al vele malen het podium betrad. Toch is er dit jaar wat anders. Niko is namelijk een vijftal geworden. Gitarist Thomas is vervangen door Anthony Koenn, drummer Richie door Yaël Dirkse en Roos van Tuijl is erbij gekomen op toetsen en gitaar. Wat wel hetzelfde is gebleven, is dat Niko mooie liedjes maakt die vakkundig worden uitgevoerd. Een groot deel daarvan komt van de onlangs uitgekomen debuutplaat, maar ook fans van het eerste uur worden niet vergeten. Zo kondigt Nik ‘I’m Suffocating’ aan als een nummer uit “een heel duister verleden”. Maar er wordt ook vooruit gekeken met een gloednieuw, opzwepend nummer. Als het kwintet zulke nummers blijft maken, zeggen wij: volgend jaar weer op Sniester?
Crows heeft slechts vijf minuten nodig om de Zwarte Ruiter in een kolkende zweetdouche te veranderen. Met bier, natuurlijk. Vies? Jazeker en dat is precies de sfeer die de Londenaren met hun grauwe post-punk willen neerzetten. De springende mensenmassa verandert al gauw in een dampende moshpit. Terwijl crowdsurfers zich door de zaal bewegen, vliegt frontman James Cox de balustrade op. Chaos dus. Deze Londenaren weten vanaf het begin tot de allerlaatste noot het energieniveau hoog te houden. Sniesteraars zijn niet vies van een hoogstaande portie gitaren, klaagzang en sterk tempo. Crows bewijst hier dat ze in één adem met de nieuwe lichting klaagbritten zoals Murder Capital en Fontaines D.C. genoemd kunnen worden.
Bo Black & The Tokky Slippers - route
Deze route klinkt als de titel van een foute camping western en zou dit ook zijn als dit genre bestond. We gaan op zoek naar kleurrijke karakters, bijzondere scenes en soundtracks die in deze film thuis zouden kunnen horen.
We starten de route niet met een western, maar een eastern. In het Koorenhuis staat het Japanse Bo Ningen met hun psychedelische noisy rock. Als de band opkomt horen we “Die jurk wil ik ook!”. Frontman, bassist en blikvanger Taigen Kawabe heeft een zwarte lange rok met daarover een soort visnet jurk aan. Wie het meest fashionable is in de zaal is geen vraag. Het viertal begint furieus aan de set met ‘Koroshitai Kimochi’ en ‘Slider’. De drums en bas zijn strak, de gitaren galmen en scheuren op heerlijke wijze langs elkaar, alles blend tot een overweldigend geheel samen met de zang, blikken en bekken die de zanger trekt.
Na vier nummers is het tijd voor het eerste echte rustpunt in de set met ‘B.C.’. Het nummer start met zang met veel delay, vervreemdende modulerende elektronische ruis en een soort tikkend gitaargeluid om vervolgens weer de set op te bouwen. Opeens trekt Kawabe een hoodie aan. Meestal gaat er tijdens een show meer uit dan aan, maar hier dus niet. Wat volgt is wat klinkt als een experimentele hiphop track met een soort praat/rap zang. Eer dat iedereen het nummer heeft geplaatst, gaat de hoodie weer uit en kondigt de band het laatste nummer aan. Nu al? Wat volgt is het kwartier-durende psychedelisch epos ‘Daikaisei Pt. 2 & 3’ met de ene climax na de andere. De bassist houdt zich nu al helemaal niet meer in met bekken trekken en staat vooraan kunstjes te doen met zijn instrument. Op een gegeven moment heeft hij de gitaarstrap in zijn mond en de kop van de bas op zijn buik, daarna de bas boven zijn hoofd, zonder controle te verliezen. De set eindigt met een bang en een grote afsprong van de bassdrum. De band is meerdere keren dankbaar dat ze hier mogen staan en dat het publiek is komen kijken. Wij zijn vooral dankbaar dat Bo Ningen wilde komen en maken een diepe buiging, want wow, wat was dit goed. De avond is net begonnen en nu al een hoogtepunt.
Even bijkomen van de overweldigende set van Bo Ningen. Gelukkig kunnen we blijven hangen voor de volgende band die op dezelfde plek speelt. Tokky Horror maakt drum and bass rave muziek gemixt met punk en is online ontstaan tijdens de pandemie. In Engeland heeft het gezelschap een behoorlijke live reputatie opgebouwd, dat belooft wat! Een bekende rave sample start als begin van de set. De band speelt live over de backing track met een drummer, bassist, gitarist en twee zangeressen. Vanaf eerste nummer ‘Simulate Me’ is de band aan: de zangeressen gekleed in niet meer dan een string, body, schoenen en kniebeschermers springen en dansen in het rond en duiken het publiek in om de teksten te schreeuwen, te zingen en soms zelfs te grunten. Het publiek moet deze heftige energie even verwerken, maar gaat al snel mee in de rave, zeker nadat zangeres Mollie Rush na een paar nummers aan het publiek vraagt: “Ready to dance or are you scared?!”.
Richting het einde van de set speelt de band een zeer goed gekozen en geslaagde cover van The Black Eyed Peas' ‘My Humps’. Mensen die nog niet aan het dansen of in de moshpit zijn, doen dat nu wel, stil staan is voor niemand meer een optie. Daarna zet de band het laatste nummer ‘Girlracer’ in. Wat gelukkig niet het einde is, want er komen nog wat outro samples waarbij er in dezelfde intensiteit verder geravet en onder andere gehakt kan worden. Ondertussen zijn beide zangeressen aan het crowdsurfen. Nu al het beste feestje van Sniester, wat helaas om 21.15 uur afgelopen is.
Snel door naar het PAARD. In de Grote Zaal staat een van de grotere artiesten van Sniester: Black Honey. De band heeft een behoorlijk repertoire opgebouwd met sterke catchy indie- en poprocksongs. De gitarist, bassist en drummer lopen tijdens de intro sample het podium op. Even later volgt zangeres en gitarist Izzy B. Phillips met prachtig rozerood haar. De show start met ‘Charlie Bronson’, ook de opener op de in maart uitgekomen plaat A Fistful of Peaches. Het geluid is vlak en de band speelt duidelijk mee over een flink gevulde backing track. De zang zit er regelmatig naast. Bij de volgende nummers ‘All My Pride’ en ‘Tombstone’ klinkt het niet beter. Wat ook niet helpt is dat de band weinig contact maakt en weinig beweegt. Hierdoor komt er geen energie de zaal in. We kijken nog een paar nummers in de hoop dat de op de plaat goede nummers op een betere manier live gaan overkomen. Dit is helaas niet het geval, dus we verlaten een illusie armer de zaal. Net als veel andere bezoekers.
Door de vroege exit pakken we nog een paar nummers mee van Bob uit Zuid in het Paardcafé. De rapper komt met zonnebril het podium op met de originele opener ‘Hallo Sniester!’. Hij zet het nummer ‘Zuid’ in met een 020 accent. De gitarist en bassist die de nummers spelen over de drumcomputer geeft het geheel een nice vibe en het brengt meer een bandgevoel met een rock en funk, waardoor het optreden dynamiek heeft. Het publiek knikt mee op de beat. Bob vraagt of iemand een hond heeft. Na twijfel steekt iemand de hand in de lucht, die een herder blijkt te hebben. “Een herder is een goede hond, maar dit nummer gaat over een Sint Bernard.” Positief verrast moeten we dit lekkere optreden verlaten om naar The Grey Space te gaan om nog een stukje van de anarchistische goochelshow te zien van Magic Tom & Yuri. Gelukkig waren we net op tijd voor de verkleedtruc, een liedje, een dansje en een crowdsurfende Magic Yuri in een piemelpak.
In de kelder speelt het Rotterdamse JC Thomaz & The Missing Slippers. Rock-’n-roll is gelukkig zeker niet dood, zowel qua muziek als mentaliteit. De band staat in een cirkel naast het podium met vandaag twee drummers, een bassist en drie gitaristen. De rookmachine staat in het midden met de staande lampen daaromheen. Frontman Fabio Thomaz, met zwart witte pruik en een zwarte en een witte cowboy boot, rookt nog even een sigaret terwijl hij de set wil starten, maar merkt dan op dat drummer Aswin van As er nog niet is. Als iedereen klaar is zet de hij ‘Cheat R Bad’ in. Na een paar nummers lijkt het volume en tempo flink omhoog te gaan. Het publiek begint langzaam de mentaliteit van de band over te nemen: een stelletje danst tussen de bandleden en de versterkers een rondje, iemand neemt tijdens een nummer een selfie met frontman Fabio en iemand zwaait met een van de lichtpalen. De kelder verandert in een grote danspit: veel mensen gaan helemaal los en dansen in trance alsof niemand naar ze kijkt. De nummers gaan in dezelfde gruizige vibe, ritme en sound door, waardoor het soms moeilijk is om nummers van elkaar te onderscheiden en ook om de zang te horen. De energie van de band compenseert dit geheel. Het optreden loopt wat uit. Fabio vraagt om nog eentje, ‘a three minute song’. Het publiek danst en zweet vrolijk verder de nacht in bij het nummer wat zeker langer duurde dan 3 minuten, yeah.
We zijn tijdens deze route voldoende kleurrijke figuren en muziek tegengekomen die een rol zouden kunnen hebben in de camping western: de fashionista’s van Bo Ningen die alleen kijken maar niets zeggen in de saloon aan de bar, Tokky Horror die de campingdisco organiseert, Bob uit Zuid met zonnebril voor zijn tent op een klapstoeltje, Magic Tom & Yuri als animatieduo voor de kinderen op de camping en JC Thomaz & The Missing Slippers als bende bad boys met als bendeleider oppercowboy ‘finger fast’ Fabio. Black Honey vinden we helaas terug in de deleted scenes op basis van dit optreden, maar de nummers van de plaat kunnen we wel gebruiken. De film zal wel een andere opbouw nodig hebben dan onze route. Onze grote hoogtepunten zaten vooral in het begin, dat zou toch meer naar het einde toe moeten zijn.
De herrieroute. Of toch niet?
Een vaste waarde in onze Sniesterverslagen is al jaren dat #teamherrie op pad gaat om de beste herrie voor u, onze gewaardeerde lezer, te omschrijven. Ook deze vrijdag togen twee redacteuren vol goede moed richting het festival om precies dit te doen. Wat extreem lawaai betreft, bleek het deze vrijdag echter best mee te vallen. Geen grindcore. Geen mathcore. Maar ook: geen nood, #teamherrie past zich aan en wist toch nog de nodige decibellen uit het programma te vissen, in de wetenschap dat de zaterdag er ook nog is.
Dat aanpassingsvermogen krijgt een soepele kickstart met de garagepop van Tuff Guac. Het prettige poppy optreden van de vrolijke Vlamingen kan ervaren worden als amuse bouche. Prettig in het oor en soepel op de wiegende heupen. Ofschoon Tuff Guac vroeg op de avond speelt, of laat in de middag zo u wilt, loopt het stukje bij beetje voller met Sniestergangers die de trommelvliezen komen opwarmen in September aan de Grote Markt. De avond zal harder worden. Veel harder. Dankzij Tuff Guac zijn we opgewarmd. En door.
Dan: aan het pedalboard van Scott Reynolds, gitarist van Clt Drp (spreek uit Clit Drip), zal het niet liggen. Dat bestrijkt een flink deel van het podium in de foyer van het Koorenhuis en zou met wat kleine modificaties waarschijnlijk ook kunnen worden gebruikt om de nieuwste SpaceX-raket te besturen. Een groot deel van het optreden klinkt de gitaar van Reynolds dan ook helemaal niet als een gitaar. Met delays, slicers en andere effecten creëert hij de fundering waar drummer Daphne Koskeridou en zangeres Annie Dorrett verder op bouwen. Toch is de gitarist niet te beroerd om er zo nu en dan een vette riff uit te gooien. Clt Drp speelt namelijk electropunk. Dus naast de dansbare four-on-the-floor-beats, beukt Koskeridou er ook regelmatig op los en spuugt Dorrett fel haar teksten de zaal in. Afwisselend. Dat de aandacht na enkele nummers verslapt, lijkt dan ook niet direct aan de band te liggen. Het is vooral dat het iele drumgeluid in de foyer Clt Drp geen recht doet. Zonde.
In de Grote Zaal van PAARD maakt noiserockduo ‘68 zijn opwachting. Een aantal fans heeft zich al vooraan verschanst, maar de argeloze Sniesterproever ziet slechts een kwartslag gedraaid drumstel op het hoofdpodium staan. Wat volgt is een weergaloos dynamische en opzwepende set van deze twee Amerikanen. Een vurige mix van Royal Blood, Beastie Boys en een vonkje Rage Against The Machine. Beide heren beginnen het optreden keurig in smoking en na drie nummers gutst het zweet van beider hoofden. De zaal is hen duidelijk dankbaar voor de inzet. ‘68 veegt een hoop bekend muziekgevoel bij elkaar. Het is zeer zeker niet nieuw, maar het biedt een perfect geschikte Biedermeier van bekende herriebloemetjes. Het is in ieder geval een feest om te kijken naar deze muzikale bromance van buitengewoon professionele orde. En dat die camaraderie ook nog eens heerlijke muziek oplevert, getuigt eigenlijk alleen maar van de scheppende en verbindende kracht van muziek. Amen. En door.
Op de Grote Markt wordt ook het niet betalende publiek getrakteerd op muziek. Dat betekent dus dat er mensen zijn die nietsvermoedend een biertje zaten te drinken en plotseling The Covids (en eerder op de middag Rats and Daggers) op het buitenpodium zagen verschijnen. Zij kregen vervolgens een optreden om de oren van een punkband die op geen enkele manier vernieuwend is, maar na een stroeve start een energieke set neerzet die een stel voor het podium zelfs uitnodigt tot een rock-'n'-roll-dansje. Muzikaal klinken The Covids als alle punkbands uit de jaren 70. Tekstueel gaat het over zaken als neuken, pep snuiven en de wereld die “naar de kanker” is. Een beetje provoceren hoort er tenslotte bij. Echte woede ontbreekt, maar dat doet aan de gezelligheid niets af..
De ultieme Pinksterervaring is toch wel ergens de Heilige Geest over je uitgestort krijgen. Op Eerste Sniesteravond zijn er een paar van dat soort momenten voor de herrieliefhebbers. Maar herrie is zo’n onheilig woord voor de intens serieuze Britse band Ditz. De formatie komt uit de zuidelijke badplaats Brighton en maakt deel uit van de nieuwe lichting progressieve artrockbands die meerdere muziekfans weet te binden. Ditz kan evenzo goed op Roadburn, Motel Mozaique en Grauzone spelen (en deed dat ook bij de laatste editie). Temeer reden dat het een heel goed idee was van de Sniester-organisatie om deze band op de PAARD-planken te zetten.
De kleine zaal stroomt al snel voller en voller tot het moment dat er echt niemand meer bijpast. Iedereen die denkt dat ze eindelijk een goed plekje heeft gevonden, komt er bedrogen uit. Cal Francis (zang) springt tijdens het eerste nummer het publiek in en zorgt eigenhandig voor een kolkende pit. Deze energie houdt Ditz het hele optreden vast. Woede, pijn, frustratie: Ditz kijkt al deze beesten recht in de bek. Het publiek absorbeert het als een duizenddingendoekje en laat zich navenant uitwringen door de beukende Britten. Absoluut hoogtepunt, dit optreden.
Terug in de foyer van het Koorenhuis blijken niet alleen wij problemen te hebben met het geluid. Het Belgische Heisa is namelijk nog volop aan het soundchecken terwijl het optreden al had moeten beginnen. Als het drietal eenmaal begint, blijken de problemen verre van over. Met de zwaar vervormde zang krijgt de postrock van het drietal een hypnotiserend karakter, maar er is ook ruimte om te rocken. Heisa bevindt zich in hetzelfde straatje als een dozijn andere Belgische bands, maar weet met zijn experimentele geluid toch te verrassen. Jammer dat het geluid in de foyer van het Koorenhuis opnieuw niet meewerkte.
In de Kleine Zaal van PAARD drommen Gallus-fans samen om zich te laven aan venijnige Schotse raprockpostpunk. Gallus speelt alles wat ze zelf tof vindt, dus een echt dekkende term voor alle invloeden is er nog niet. Maar het is lekker om temidden van een avondje drifting rock en soepele en slicke gitaarriffjes een aantal boze en geëngageerde gasten los te zien gaan. Een toefje Sleaford Mods, een heel klein randje Dropkick Murphys, maar vooral heel veel eigen smoelwerk. Het is punk, maar ook weer net niet. Het is rock, maar dat dekt niet de lading. Het effect spreekt echter boekdelen. Een steeds warmer wordende zaal. Een fijne klik tussen band en publiek. Een geestige voorman die de eigen bandmanager - John - te kakken zet voor een volle zaal. De Gallus-mensen leveren. Wederom een prima geplande band op een prima moment van de avond.
Voor de echte hardcore herriebeukers is het nog lang nagenieten in de dampende kelder van Grey Space. Er wordt gedanst, gemoshed, getongd en gezweet op de rauwe rockgaze van J. C. Thomaz & The Missing Slippers, maar het hardst wordt gehakt op de hardstyle-frenzy van de Vlaamse formatie Klakmatrak. Holy fuck wat een energie. Alsof de jaren ‘90-tijd in de Rotterdamse Energiehal samengeperst in een uur over je wordt uitgestort (talk about Pinksteren). Hardcore terror met happy hardcore-elementen (en Christina Aguilera), maar ook met een verse bak noise en scheurende gitaren. Klakmatrak slaat de bezoeker genadeloos de nacht in. Op naar dag twee.