Tim Hecker en Vincent de Belleval zijn gehuld in een sluier van rook. Het gigantische danstheater van Amare is overvol en onttrokken aan elke vorm van licht. Enkel een pixelachtig blauw licht staart ons aan, terwijl lichtvoetige ambientlagen langzaam op gang komen. Het klinkt als: zwierende stukjes elektronen in muziekvorm. Dit mijmert op een kalmerend tempo door en langzaamaan zorgen sirenes gecomplementeerd met dreigende ruis voor een spanningsboog. Het inmiddels roodgekleurde licht overheerst waar een dansend alfabet zich voordoet. Een laatste knetterend eindsalvo maakt veel goed, waardoor we even uit een dagdroom worden wakker geschud. Intensiteit is alomtegenwoordig, dynamisch zelfs, maar nergens is het onvoorspelbaar. Het optreden valt te veel binnen de lijnen die Tim Hecker door de loop van zijn carrière heeft afgebakend.
De laatste keer overprikkeld raken op het avontuurlijke festival dat Rewire heet. De zondag is een stuk kalmer (misschien doordat het Eerste Paasdag is), maar de culminatie naar een waardig einde vindt de bezoeker in alternatieve R&B en natuurtechno. Ook staat The Godmother of Punk ook op de planken van Amare en is bij Grand River een van de vetste lichtshows van het weekend te zien. Rewire 2023 eindigt na deze dag, dus dompelt iedereen zich voor een laatste keer onder in de vooruitstrevende prikkels.
Op Eerste Paasdag is een bezoek aan de kerk eigenlijk een verplichting, maar dan wel voor een concert, want religie is de opium van het volk. Gitarist Steve Gunn en producer/pianist David Moore bundelen de krachten in de Nieuwe Kerk. De eerste normaal gesproken folkzanger van het type Bill Callahan, de ander een minimal pianist. Waar hun werelden samenkomen, vormen zich uitgesponnen soundscapes van smaakvol gitaargepingel en tactisch aangeslagen piano-akkoorden. Gunn maakt op zijn klassieke gitaar ook nog eens gebruik van een flink scala aan effecten in de categorie galm en delay. Menig concertbezoeker zit met de ogen dicht, de songs van Gunn en Moore lenen zich namelijk perfect voor het inhalen van een paar uur slaap die op eerdere Rewirenachten verloren zijn gegaan. Zo boeiend is de show namelijk ook niet. De oogleden worden zwaarder en de klanken lijken van steeds verder weg te komen. Een oerdegelijk en bij vlagen supermooi optreden, maar ook behoorlijk saai.
Voor het eerst op het Europese continent, speelt de Koreaanse Okkyung Lee met haar Yeo-Neun Quartet, de muziek van het in 2020 uitgekomen album ‘Yeo-Neun’. Een album dat volgens Okkyung zelf bol staat van herinneringen aan haar tienertijd in Korea. Het kwartet bestaat uit een contrabassist, een pianist, iemand op harp en Lee zelf op cello. Duidelijk is dat de cello een hoofdrol neemt in de experimentele kamermuziek die het viertal op de planken van de Koninklijke Schouwburg legt. Stukken die beginnen als een typisch neo-klassiek werk, waar Lee vervolgens de weirdste glissando’s doorheen speelt. Of het dusdanig vreemd gebruiken van je strijkstok dat er enkel piepende geluiden uit de snaren komen. Ook lijken er directe verwijzingen naar de jeugd van de celliste in de muziek te zitten op het moment dat het kwartet oosterse melodielijnen speelt of als er opeens een veel meer poppy arrangement langskomt. Een mooie show, mede door de locatie. De Koninklijke Schouwburg leent zich vanzelfsprekend goed voor dit soort muziek en de volle zaal zit muisstil te kijken naar het optreden.
Beelden van watervlaktes op beats die gemaakt zijn in de vergeten technokelder van een botanische tuin. We zijn aangekomen bij de wereldpremière van upsammy, ‘Germ in a Population of Buildings’. Organisch klinkende ritmes worden door Jonathan Castro aangevuld met passende beeld- en lichteffecten. Het draagt bij aan de atmosfeer, rookwolken kleuren als de zomergloed en hangen tussen publiek en balkon in. Fijn is de afwisseling tussen heldere kleuren en grauwer roodkleurig zomerlicht. Deze elektronische klimaatverschuiving klinkt, voelt en ziet er uniek uit. Al het Nederlandse flora en fauna is vertegenwoordigd in de muziek van upsammy. Stromende beekjes, verstoorde vogelgeluiden en ritselende takjes. Door de pulserende beats blijft het tempo lekker op een normaal hartslagritme hangen. Het effect is kalmerend en enerverend. Deze natuurtechno is boven alles vooral een traktatie voor de oren.
“Sex sells, it pays to be a bitch.” Zebra Katz stormt vol vertrouwen het podium op in een gladiator harnas. De toon is gezet. Donderende raps verweven in donkere, consequent dansbare beats komen onze kant op. Muzikaal gezien is dit de laatste rave op aarde. Dat wordt duidelijk wanneer een hevige versie van ‘My Party’ (met originele intro van Lesley Gore’s nummer met dezelfde naam) wordt ingezet. Stampende industro-shamanistische drums laten het publiek bewegen alsof er geen morgen meer is. Als rasechte performer kust Katz, tijdens 'Last name, Katz', een kalende man twee keer op zijn voorhoofd terwijl hij ‘two kisses on the cheek’ rapt. Er heerst gevoel van eenheid, ondanks de furieuze, razende en scherpe bangers. Om het optreden helemaal in stijl af te sluiten, springt Katz het pubiek in en eist zijn plek op. Dan kijkt hij naar het publiek van ‘yo wat doen jullie hier bij deze kutmuziek?’. Met zelfverzekerde zelfspot wordt ‘Ima Read’ ingezet en blijkt de wereld toch (nog) niet ten einde. De set van Zebra Katz wel. Spijtig.
Voor 15 euro extra kon het publiek van Rewire de wereldprimeur van Patti Smith’s nieuwste project zien, een samenwerking met het Berlijns/New Yorkse Soundwalk Collective genaamd ‘Correspondences’. Hierover was in de middag al een drukbezochte talk gehouden waar Smith en Stephan Crasneanscki (de voorman van het collectief) het project toelichtten. De bezoeker die hoopt op klassiekers als ‘Gloria’ of ‘Because The Night’, komt bij de eerste blik op het podium al bedrogen uit. Geen bandinstrumentarium maar juist synthesizers, percussie, computers en een cello, oh ja; wat is die transparante rechthoek daar rechts op het podium? Op de achterwand worden video’s getoond: galerijen met opgezette vogels, roedels wolven en kinderen in bossen. De klanken van het Soundwalk Collective zijn lang en uitgesponnen met tussendoor geluiden die overgenomen lijken uit de natuur. Een reisverslag door verschillende biotopen en stemmingen.
Smith zelf draagt gedichten op. Lange teksten, verhalen met titels als ‘For The Children Of Chernobyl’. Vol pathos draagt The Godmother Of Punk de teksten voor terwijl op de achtergrond de beelden en muziek meegaan in het thema. Bij het een verhaal wordt bloederige regen besproken, die het Soundwalk Collective laat klateren en ook te zien is op de video. Bij het gedicht over ‘The King Of Anarchy’, die in de Siberische toendra’s overlijdt aan een longontsteking, wordt de functie van het eerder genoemde doorzichtige blok duidelijk. Met een bijl gaat de percussionist van The Soundwalk Collective het rechthoek dat van ijs blijkt te zijn te lijf om het typische geluid van brekend ijs na te bootsen. Elke tekst wordt voorgedragen van papier en elke keer als een tekst voorgedragen is wordt het vel op de grond gegooid, al dan niet gekreukeld. Op het einde van de set ligt een klein boek aan vellen op het podium rondom Patti Smith.
Hoogtepunt in de anderhalf uur durende set (een half uur langer dan aangekondigd) is de tekst over de legendarische Italiaanse regisseur Pier Paolo Pasolini. Op de beelden zijn naakte mensen te zien terwijl Smith spreekt over het leven en de dood van de grootse filmmaker. Dan is het optreden over. “Happy Easter” fluistert ze en de zaal bedankt haar voor de overweldigende performance.
No Plexus is een eclectische, zelfbenoemde genrequeer elektronische act. Dit duo, bestaande uit Bec Plexus en No Compliments, voelt aan als een aangenaam tussendoortje. Kelela zal namelijk voor het einde van deze set het podium betreden. Een overvloedige hoeveelheid zang uithalen ondermijnt de eigen dynamiek. Of het nou vocoder, cleane zang of een andersoortige stemvervormer is, de twee gaan te snel de hoogte in. Als Popart voor millennials schreeuwt de muziek om aandacht. Het schuurt, irriteert en is weldegelijk uitgedacht. Een te veel zorgt ervoor dat het duo niet echt raak schiet. En dat is spijtig, want elk ingrediënt ligt op tafel. Zo is zelfs audiovisueel artiest Emmanuel Biard aanwezig, die ons vorig jaar een genadeloos hoogtepunt bracht als ondersteuning van de set van Evian Christ. Toch mist er nog iets, waar wij niet helemaal onze vinger op kunnen leggen.
Dan zijn we toe aan een portie sensuele heling. Alternatieve R&B-ster Kelela is net als Zebra Katz een ware performer. Het werk van de onlangs uitgekomen plaat 'Raven' is blijkbaar allang geland bij het Rewirepubliek. Voor degene die dat gemist hebben, een korte samenvatting: ‘Raven’ staat vol gevoelige R&B anthems die soepel in elkaar overlopen em deelt DNA met jungle, UK garage en dance. Vanaf opener 'Washed away' worden de songs luidkeels meegezongen en in overvloed meegedanst. De eerste songs volgen elkaar in een vlot tempo op, zonder af te doen aan de intentie. Dat komt mede door de vele momenten waarop Kelela iemand in het publiek met haar ogen aanspreekt. Het zijn dit soort details die dit optreden tot een hoogtepunt verheffen. Ondanks dat we in de grote zaal staan, is dit volgens Kelela “so intimate. I can even see your faces in the back of the balcony.” Haar zwoele bewegingen en sterke handgebaren zijn zo gelikt dat we geloven dat dit slechts choreografie is. Alsnog, heel Rewire is in een hartstochtelijke trance geraakt. Haar songs gaan, zoals ze vanavond toelicht, allemaal over “emotional stuntedness en male stoicism.” Alleen kent elke song weer een ander perspectief van diezelfde onderwerpen. Dat vat ze samen als “you just fail at emotions.” En dat is de zachtste manier om dit uit te spreken. Die boodschap is net als de tracks eigenzinnig, inventief en uniek. Technodreunen, danceritmes en breakbeats—overal weet de fluwelen stem een weg te vinden. Een van de hoogtepunten is wanneer Kelela uitspreekt hoe dit publiek een gedeelde connectie heeft, ze spreekt over een wereld die niet gemaakt is voor mensen die graag kwetsbaar en gevoelig in het leven staan. Wanneer ‘All the way down’ afsluit volgt er een luid, welgemeend en daverend applaus. Een memorabele afsluiter van het Rewireprogramma in PAARD.
In Amare is de eer van het afsluiten aan Grand River. De Nederlands-Italiaanse producer Aimée Portioli, woonachtig in Berlijn, staat op de planken met pianist Andert Tysma. De één achter de elektronica en de ander achter de vleugel, maar voor de eerste noot is gespeeld wordt alles minder zichtbaar door een licht rookgordijn. Terwijl de eerste klanken aanzwellen vormt een lichtje achter het duo een prachtig schouwspel van wolken in de zaal. De lichtshow door Marco Ciceri, zal zo indrukwekkend blijken dat dit in feite als extra instrument fungeert. Dit is niet de laatste keer dat de muziek wordt begeleid met, misschien wel, de beste lichtshow van het festival. Zoeklichten die elkaar achterna zitten, gefragmenteerde flitsen die op de wanden golven als die op de hoes van Joy Divisions ‘Unknown Pleasures’ afbeelden en wolkgordijnen die door een speling van licht, van papier lijken. De muziek is als een zware deken die over het publiek wordt gelegd. Een zuivering van klanken die elk laatste restje buitenwereld uit de luisteraar lijkt te schoppen, er bestaat alleen nog maar het hier en nu. De muziek gaat van rustige ambient tot best dansbare klanken, maar toch nodigt de show (ondanks de knappe lichten) ook uit tot ongestoord met gesloten ogen luisteren. Het maakt even niet meer uit hoe erg de kater van de Rewirezaterdag is, of welke shows hiervoor plaats hebben gevonden. Na een ruim uur aan uitermate boeiende muziek zet het duo een laatste rollende, opjagende productie in en terwijl een laatste rookwolk Grand River opslokt is het Rewireweekend ten einde.