Het werk dus als volgt. De gemeente verdeelt ieder jaar een bedrag van ruim 56 miljoen euro over culturele instellingen in Den Haag. We hebben het dan over musea, theaters, klassieke orkesten, festivals, poppodia en alles daartussen. Met die subsidie, als ze die krijgen, kunnen de instellingen doen wat zij doen. Om voor de subsidie in aanmerking te komen, dienen zij een verzoek in. Dat is een uitgebreid plan waarin precies staat wat zij daarmee gaan doen.
De gemeente heeft wat eisen waaraan de plannen moeten voldoen. Zo moeten de instellingen een wezenlijke bijdrage leveren aan de cultuur in Den Haag, een goede bedrijfsvoering hebben en, heel belangrijk in de komende periode, 'divers en inclusief' zijn. In het verslag staat zelfs dat dit een van de belangrijkste eisen is waar organisaties aan moeten voldoen.
Dit jaar werden er door organisaties meer dan honderd plannen ingeleverd. Vervolgens is er de Adviescommissie Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2021-2024, zoals de commissie volledig heet, die alle plannen doorleest en er advies over uitbrengt in het Advies Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2021-2024 Den Haag. Dat komt neer op: wel of geen subsidie met natuurlijk een uitleg waarom. Die commissie bestaat overigens uit mensen uit de kunstwereld. Die komen expres niet uit Den Haag zodat het advies echt onafhankelijk is.
Voor de duidelijkheid: dit is nog een advies. De uiteindelijke beslissing over hoe het potje voor cultuur wordt verdeeld, wordt pas over een paar maanden door de gemeenteraad genomen.