Ongeveer een maand geleden was het hoge woord eruit: HPC werd Popradar. Hoe waren de reacties?
“Ontwikkeling doet altijd een beetje zeer, er zijn altijd mensen die het moeilijk vinden om te wennen aan iets nieuws. Toch is het meer dan een naamswisseling, het is een startschot voor het neerzetten van een aangescherpte identiteit. Daarom ben ik blij met alle positieve reacties van muzikanten en professionals uit de Haagse scene en uit ons eigen team.”
In een eerder gesprek met ons noemde je dit ‘imagoverversing’. Kunnen we daar tijdens de Haagse Popweek iets van merken?
Janneke lacht: “Ja, zeker! Deze popweek zetten we meer in op talentontwikkeling. De kwantiteit is dit jaar iets gedownsized. Daardoor zijn we er in kwaliteit enorm op vooruit gegaan. Eerst hadden we ontzettend veel events. Het is mooi om veel in een week te doen, maar als je te veel doet snappen mensen ook niet wat je identiteit is.”
Mikken jullie nu ook op meer of ander publiek?
“Ja. HPC werd gezien als een organisatie die zich bezighield met de ‘bandjes-scene’, een organisatie die vooral interesse had in herrie en gitaren. Dat is jammer, want er werd niet gezien dat we met meer genres werkten. Het is belangrijk dat we als Popradar laten zien dat de hele Haagse popscene iets aan ons kan hebben.”
“Er wordt nu bijvoorbeeld veel gepraat over de opkomst van de urban scene. Urban, urban, urban… alsof het een apart genre is. Maar het is gewoon popmuziek, net als indie, beats, house - allemaal popmuziek. Ik vind het belangrijk dat Popradar uitdraagt dat dit niet ver uit elkaar ligt. Wel in stijl, maar dat maakt voor Popradar niet uit - wij ondersteunen popmuziek. Juist dat proberen we ook tijdens de popweek duidelijk te maken.”