Voor de eerste act van de route zoeken we de kelder op van de Grey Space. Deze kelder wordt opgevrolijkt door de garage indie van Elsa Lester (denk Courtney Barnett/King Tuff). De muziek rammelt logischerwijs en is een welkome verrassing. Ondanks een afwezige bandlid klinkt de band vol genoeg. Gitarist Allard Mars neemt vanavond de bas voor zijn rekening. Desondanks lijkt de diepgang in de songs zoek.
De Popronde is een showcase festival voor onbekende bands, dat betekent veel vlieguren voor bands en acts. Aangezien het festivals (bijna) overal in Nederland neerstrijkt is het wat suf om dezelfde acts weer toe te lichten. We kozen een route naar vijf uiteenlopende locaties en sloegen de Haagse delegatie over.
Onze volgende stop is blowcafé Cremers waar Boy on the Moon speelt. Lichte verwarring, want we komen aan bij Brody's American Taphouse wat vroeger Cremers was. Hier speelt Donna Blue de laatste songs. Het wordt met volle overtuiging gespeeld, maar elk nummer doet bizar veel denken aan iets dat wij al gehoord hebben. Of zou het slechts een verzameling oorwurmen zijn? Eenmaal beneden in de zaal die ooit 330 Live was wacht ons een bizarre setting. Daar staat Matthías Sigurðsson als Boy on the Moon zonder blikken of blozen samples te maken van zijn clarinet. Het doet denken aan Colin Stetson meets Boards of Canada. Vreemd dus. Je zou denken dat de vaagheid bij stoners wel zou vallen, maar het zitten publiek trekt het echt niet. Bij de aankondiging van nog een song horen we luidkeels: "Nee niet nog een!". Het is de ongemakkelijke setting die deze act de das omdoet.
Met een herkenbare geur in de jas, sweater en t-shirt, die er overigens niet snel uit gaat, is het tijd om Karel te ontmoeten in het Magazijn. Een youtubefilmpje is genoeg om deze act te begrijpen. De beste man is gewapend met vrolijk klinkende new-wave instrumentals (denk New Order meets cyber), een microfoon en twee effectpedalen. Vanaf de eerste tonen springt, danst en brabbelt Karel alsof hij bezeten is door de geest van Ian Curtis. Het hoogtepunt van de avond.
Één van de afgelegen locaties vanavond is de Kompaan beer bar in het binckhorstgebied. Hier speelt de enige kneiterstrakke band van vanavond: Donkey Kung Fu. De naam spreekt boekdelen, no nonsense hardrock met een moderne en experimentele aanpak met hints van Queens of the Stone Age. De songs zijn wat eigenaardig, maar het mag duidelijk zijn dat dit een act is met een eigen geluid.
Het was de bedoeling om de Haagse delegatie over te slaan, maar voor ht uitvallen van John-Lewis Cabot is Pyke in de plaats gekomen. Eenmaal bij van Kinsbergen aangekomen wordt Pyke volledig overstemt door het aanwezige publiek. Jammer, want degene die speciaal voor hem zijn gekomen kunnen hem eigenlijk niet horen.