Mama & muzikant #3

Hans Vandenburg

Tekst & Foto’s: Judith Zandwijk ,

Ze liken als eerste je updates op Facebook. Of erger nog, ze schrijven er iets ‘leuks’ bij. Ze applaudisseren net iets te hard bij een optreden en op den duur ga je ook nog eens op ze lijken. Moeders. Maar vaker nog dan gênant is mams voor veel muzikanten een inspiratiebron. In de aanloop naar Moederdag stelt 3voor12 Den Haag je voor aan een aantal moeders van Haagse muzikanten. Als klein, luchtig en liefdevol eerbetoon aan de Moeder. Deel drie: Hans Vandenburg.

“Ach, mijn moedertje, luister je wel mee?” vraagt Hans Vandenburg liefdevol met de ogen opgeheven. Hans Vandenburg is de creatieve kracht achter bands als Gruppo Sportivo, Dierenpark en De Bloedverdunners. Zowel zijn muzikaliteit als geestigheid klinken door in zijn muziek en in de gesprekken die hij voert. Zo trekt hij plotseling hardop de houdbaarheidsdatum in twijfel van het door hem meegebrachte worstje dat, tot dat moment, smakelijk werd verorberd.

Zijn moeder is ongeveer 18 jaar geleden overleden. Na wat rekenen in de tijd denkt Hans dat het ongeveer dat moet zijn. Maria Polderman. Een mooie, lieve en zorgzame vrouw van het Zeeuwse platteland. Vlak na de oorlog gaf ze Hans het leven. “Dat moet geen makkelijke klus geweest zijn, ik woog maar liefst 10 pond! Ik werd ‘Bulletje Bloedworst’ genoemd.” De rode kleur had hij van zijn vader, verder hadden zij niets gemeen. Zijn vader was geen ‘bulletje’ maar een ‘bully’. En dat is helaas nog zacht uitgedrukt.

Hans groeide op met zijn oudere zus Marja en twee jongere broers. Barry, de broer na hem, raakte op zeer jonge leeftijd zwaar gehandicapt en was nauwelijks in staat tot communiceren. René was de jongste van het stel. Op de dagen dat pa van den Burg als opticien in een brillenzaal werkte, wentelde Hans zich in de onvoorwaardelijke liefde van zijn moeder. Maria heeft altijd in Hans geloofd en hem gesteund in keuzes die hij maakte. “Ze moest altijd heel hard om mij en mijn grapjes lachen.”

Prachtig

Hans’ humor, talent en gedaantewisselingen zijn wellicht te danken aan de thuissituatie en het daaraan juist willen onttrekken. Niet zo zeer dankzij de muzikaliteit van zijn ouders. Die was er niet. Zijn vader had in de verte misschien nog iets van talent voor opera en zong luidkeels mee met de Parelvissers. Hij was ervan overtuigd dat, had de oorlog hem niet in de weg gestaan, hij een groot operazanger zou zijn geweest. In zijn slaapkamertje las Hans veel sciencefiction boeken en strips zoals de Kuifje en Archie ‘de man van staal’. De invloeden van deze superhelden zien we later ook nog terug in zijn persoon en werk. Onder zijn kussen verstopte hij een kleine transistorradio en luisterde stiekem naar de illegale radiozender Radio Caroline. “Ik hoorde het nummer ‘Strange brew’ van Cream en werd daardoor geïnspireerd zelf ook gitaar te gaan spelen. Mijn eerste gitaar was een rode zelfbouw Stratocaster en ik noemde hem PO8 (poëet)”.

“Het eerste nummer dat ik ooit componeerde, ik zal een jaar of 8 zijn geweest, was voor mijn buurmeisje dat ging emigreren. Mijn moeder was de eerste voor wie ik het opvoerde.”

Zij was nog een baby,
Ik kloof op haar hand.
Net toen ik met haar wilde lopen
Vertrok ze naar het buitenland

Ze vond het prachtig.

Ook Buddy Holly werd zijn held – alleen al omdat hij net als Hans een bril droeg. “Die bril werd er bij mij regelmatig afgeslagen. Door Pietje van Rijn. Straten liep ik om, in de hoop hem te ontlopen. Maar daar stak mijn moeder een stokje voor: ik moest júist naar de winkel in de buurt zodat ik toch de treiteraar tegen zou komen.” Zo leerde ze kleine Hansje zich te weren, was moeders idee. “Dat nam ik letterlijk en dat heeft Pietje geweten!”

De support van zijn moeder zat hem vooral in het onvoorwaardelijke geloof in Hans. Wilde hij naar de Sociale Academie, prima. Wilde hij de muziek in, prima. Wat ze erg belangrijk vond en zelfs kritische noten over kraakte was zijn voorkomen en zijn huis, hij zag er nogal eens extravagant uit: ‘Zit je er wel netjes bij jongen?’ ‘Waar moeten we zitten?’ ‘Heb je wel schone sokken aan?’. Ze ging niet mee naar concerten maar belde hem verheugd op als hij weer op de radio of TV voorbij kwam. In 1975 overlijdt zijn vader – op een stoel bij zijn maîtresse. Wellicht heeft de dame in kwestie daarom geweend, maar Hans’ moeder heeft er geen traan om gelaten. Ze was vrij.

Jaren later werd zij getroffen door een hersenbloeding en raakte halfzijdig verlamd. “Maar tot het eind toe bleef ze met één hand haar aardappeltjes schillen.” Die kracht om alles zoveel mogelijk zelf te willen doen is voor Hans een herkenning en inspiratie. Zelfstandigheid, niet afhankelijk zijn en de zaken alleen willen oplossen.Hans heeft een scala aan vermommingen, gedaantes, (schuil)namen en pseudoniemen: Hans van der Berg, H@ns Z11, Superhans, Yoko, Piet Duinzand, Buddy Odor, Phil Spectacles, Van DeFruits. Een poging te ontkomen aan bepaalde situaties door iemand anders te willen zijn. Misschien wel het mooist gekozen pseudoniem is de naam waaronder hij gedichten schrijft: J.C. Polderman, Johannes Cornelis Polderman. Zijn voornamen met haar achternaam: een eerbetoon aan zijn moeder Maria Polderman.

Speciaal voor haar schreef Hans na 60 jaar een gedicht op muziek. Ze vindt het vast weer prachtig.

Gedicht voor mijn moeder

Maria, je hebt het goed gedaan.
Ja, ik heb een schone onderbroek aan.
Al die jaren heb ik jou in gedachten gehouden.
Dus wat moet ik nu doen Mam?!
Ik word weer verkouden.
Zoals je ziet, ben ik heel erg op jou gaan lijken
Ik kan mijn eigen was doen, knopen aanzetten en sokken strijken.
Je hebt niet al mijn kinderen gekend maar net als jouw dood, alles went
Ach, moedertje luister je nog wel mee? ook al ga ik je straks weer zien
Kom me maar niet halen, oké?
Maar voor je opvoeding krijg je een dikke tien.
Een tien, mam.


Gedicht door J.C. Polderman