Van 18 tot en met 28 mei viert PIP Den Haag haar tiende verjaardag met een nieuwe ingang, beter geluid en tien dagen chaos en genot. Awanto3, BAKK, DAZION, Faberyayo, Mairo Naiwaz, Slick Chick, Torus, Woody: het is slechts het topje van een hele grote ijsberg. En dan is PIP, meester van Onvrede en Pech, natuurlijk de Titanic. Oprichter Steven van Lummel: “We gaan met onze hele slechte band het jubileum afsluiten. Wij tweeën en dubbele Niko. We hoeven maar één track te repeteren.” Mede-oprichter David Schoch lacht: “Maar die duurt dan wel een halfuur.”

“Tien jaar geleden was er hier geen enkele konjo,” zegt Steven. “Stel je een veld met konjo’s voor, een veld met weinig konjo’s en eentje zonder konjo’s. In dat laatste veld zijn we met PIP begonnen.” Industrieterrein de Binckhorst is in tien jaar enorm veranderd. In het voorheen zo lege veld zitten nu honderden creatieve bedrijven, van bierbrouwerij Kompaan tot designbureau Vruchtvlees. PIP zelf is inmiddels uitgegroeid tot een Haags instituut, met evenveel ruimte voor lokale als voor internationale dj’s. Bovendien vinden er naast de clubnachten op vrijdag en zaterdag talloze andere activiteiten plaats. Hoe is PIP het afgelopen decennium gegroeid en hoe kijken de oprichters naar de toekomst?

Steven: “In 2007 wilden wij een wereld voor onszelf scheppen, waar we niet mee hoefden te doen met allerlei gigantische processen, maar juist iets kleins konden creëren waar we wél invloed op hebben. Een soort microkosmos.” “Ik denk dat dat kwam uit een drang om dingen te organiseren,” vult David aan. “Los van elkaar gaven we vroeger klassenfeesten in de kelder van onze ouderlijke huizen.”

In eerste instantie was het niet de bedoeling om een serieuze club te beginnen, zegt Steven. “Liever veel kleine dingen dan iets heel groots.” Toch ontstond op den duur de wens om het uitgebreider aan te pakken. David: “Er waren allemaal kleine eilandjes in Den Haag en we wilden één groot eiland maken.” Door deze filosofie had PIP vanaf het begin een vloeibare identiteit, niet gebonden aan genres of een hippe muziekstroming, maar vooral aan een soort gemeenschapsgevoel.  

Lekker 10

De oprichters leggen uit hoe belangrijk woningcorporatie Vestia was in het kiezen van een plek. “Eerst wilden we een festival organiseren op de Binckhorst, het Festival der Doeners,” vertelt David. Na een gesprek met Adrie Lesuis, toenmalig programmamanager van Bink36, dachten ze dat het wel goed zat, maar het bleek dat Lesuis een eenmalig festival niet zag zitten. David: “Dus wij waren teleurgesteld, maar hij had juist iets groters voor ogen. Hij nam ons mee over het terrein en zei: ‘Je hebt eerste keus.’” Lesuis liet ze de vijfde verdieping zien, met een prachtig uitzicht over de stad en ruimte voor 700 bezoekers. David: “Maar wij werden verliefd op de oude brandweerkazerne, met een eigen tuin en geen lift.”

Volgens Steven is dat uiteindelijk een ‘fucking goede beslissing’ gebleken. “We krijgen nu onze eigen ingang aan de Binckhorstlaan, met een bosschage, waardoor we echt een klein Gallisch dorp worden. En dan ben ik natuurlijk Asterix en David de dikke Obelix.” Een eigen ingang betekent dat PIP niet meer de bewaking van het hele terrein hoeft te betalen en dus veel vaker kleine bands een plek kan geven. Steven: “Als je al 400 euro kwijt bent aan bewaking en dat tien dagen van tevoren moet aangeven, is het heel lastig om spontaan iets te organiseren en quitte te draaien. Verder hebben we er heel veel zin in om na tien jaar op een andere manier het terrein op te komen.”  

De nieuwe ingang heeft veel te maken met de professionalisering van PIP, met een clubvergunning (sinds drie jaar) en een Funktion-One geluidssysteem in de twee grootste zalen. “We hadden de eerste vier jaar geen vergunning, toen drie jaar een sportclubvergunning en we zijn dus sinds kort echt official,” zegt Steven. “We vonden dat we niets verkeerd deden. Met zijn tweeën haalden we elke week goedkoop bier bij de Sligro, dat dan om halftwee ’s nachts warm was omdat niet alles in de koelkast paste.” David: “Steef en ik konden ook heel goed aan de wijkagent uitleggen waar we mee bezig waren, dat we niemand tot last zijn hier.” Steven: “Het nieuwe publiek realiseert zich soms niet dat we geen vergunning hadden, zelf achter de bar stonden en zelf de schoonmaak deden. Er waren geen grote dj’s, alleen onze vrienden. Er zijn nu nog steeds een miljoen dingen die beter kunnen. In het begin wisten we niets en dan lijkt een kleine verbetering heel wat. Nu weten we iets meer, maar zien we nog steeds een vergezicht voor ons.”

Geen vergunning betekent ook je eigen regels bedenken, zegt David. “Iemand heeft een keer tijdens een clubavond een wc kapotgetrokken, de waterleiding eruit. We hebben de deuren dicht gedaan, de muziek uit en de tl-lichten aan, en iedereen stevig aan zijn nek gevoeld. Uiteindelijk stapte een vriendengroepje naar voren. Dus wij zeiden: ‘Je moet het sowieso betalen, maar we verwachten ook dat jullie iets teruggeven aan de plek.’ Drie dagen later kwamen ze met een drie meter lange skateboardrail, zelf gelast.” Hij vertelt ook dat er een keer een camper in de fik vloog, waar iemand vervolgens continu dingen tegenaan bleef gooien en het zo erger maakte. “Die heeft de week erna vier dagen lang van 10:00 tot 20:00 helpen opbouwen voor Halloween.”  

Lekker 10

Naast complete chaos kent PIP natuurlijk ook meer dan genoeg hoogtepunten van de afgelopen tien jaar. Hiernaar gevraagd noemen beide oprichters Lekker 5, het vijfjarig bestaan. Steven: “Cinnawoman en Tom Travo sloten toen af, een idee dat in de Trouw was bedacht en toen hier uitgevoerd. Er zijn nu trouwens veel meer lokale dj’s. Zijn wij meer met locals gaan werken of hangt er in Den Haag nu een sfeer dat je als Haagse dj voet aan de grond kunt krijgen? Ik denk het laatste.” Hij vervolgt: “Je hebt nu Whoosah, The Grey Space, Hoop, PIP en straks Kwantum en Studio36, hier op de vijfde. Ik heb echt gevoel dat Den Haag over een hobbel heen is. In Amsterdam heb je grofweg twintig clubs, in Rotterdam tien en in Den Haag tot voor kort maar één. Dat zijn er straks dus vier a vijf.”

Creëer je zo een beetje je eigen vraag? Steven: “Ja! Als je elkaar vaker kunt supporten kan er echt iets gaan rollen. Bovendien kun je je met een voller clubcircuit meer op één sound gaan richten.” Zo komen we terug bij de kleurrijke identiteit van PIP. “In Amsterdam gaat Shelter voor een soort Berlijngeluid, minimal en donker. De School heeft ook een hele uitgesproken smaak. Het gevarieerde profiel van PIP komt doordat de stad het nodig had, we konden niet anders.” Hij richt zich tot David: “Denk jij dat het hier over tien jaar nog steeds zo breed is? Of doen we dan alleen maar slowjams?” “Ik denk dat je als club moet meegroeien met de generaties,” zegt David. “Maar het kleine en intieme zal blijven. Er zal hier ook nooit een commercieel oogpunt aan zitten. PIP blijft een plek voor de liefhebbers.” Steven knikt. “Ik hoop dat we de kweekvijver voor lokaal talent kunnen blijven, met onze twee kleine zaaltjes.”

Ik stel voor dat de inspiratie voor microkosmos PIP wel van andere clubs moet komen, maar Steven denkt daar anders over. “Onze inspiratie is Kim Holland.” David: “Er zijn wel clubs waar we graag komen, zoals de countryclub en de golfclub.” Steven: “Polosport, cricket.” “ADO,” vervolgt David. “En we houden van treinen spotten,” besluit Steven. Dan David, serieuzer: “Nee, we worden meer geïnspireerd door personen om ons heen. Iemand die een heel tof schilderij maakt, of een zonnebank op zonne-energie.” Steven knikt instemmend. “Ja, dat is het. We hebben een sterke alliantie met BAR Rotterdam en met Café Struik, Claire en De School in Amsterdam. En we hebben ook een hele goede relatie met Aziz van Annabel.”

“Het zijn mensen die dingen verzinnen en mogelijk maken,” stelt David. “Dat is vanaf het begin de inspiratie geweest. Lukasz, een vaste klant in een rolstoel, die niet kan praten, kon bij ons een avond organiseren. Daarna stond hij op TodaysArt en afgelopen februari heeft hij een uur in de Berghain gedraaid. Er wordt nu een controller voor hem gemaakt, zodat hij kan produceren. Dat is echt een hoogtepunt van PIP.” Steven: “Een modern Disneyverhaal.”

Toch zijn er, naast sprookjes, in tien jaar tijd ook genoeg dingen minder goed gegaan. “Met de beste intenties,” aldus Steven. Hij vertelt dat Microfest, de voorloper van het Intergalactic FM Festival, met vrijwel dezelfde line-up als nu nauwelijks publiek trok. “Geen hond! Toen Roberto Auser aan het optreden was stonden Danny (Wolfers, alias Legowelt, red.) en Ferenc (van der Sluijs, I-F) in het publiek en toen I-F speelde bestond de dansvloer uit Danny en Roberto.” Ook had PIP eens Gesloten Cirkel geboekt, vervolgt Steven. “Bij ons was er niemand en een dag later stond hij in Perron voor een uitverkochte zaal. Soms moet je gewoon volhouden totdat het werkt.”

Productietechnisch zijn ideeën als de Keukenmarathon, wanneer er vijf complete keukens in de club gebouwd worden, enorm onhandig, stelt Steven. David: “Maar dat is wel een van de leukste feestjes van het jaar.” Steven: “We maken nooit keuzes op financiële grond en we blijven dichtbij onszelf.” “Als je met twee mensen iets doet, heb je vaak dat er een wat creatiever is, terwijl de ander financieel beter is,” voegt David toe. “Maar wij zitten allebei in dat creatieve hoekje, dus het financiële is een beetje achtergebleven.” Toch heeft PIP geen schuld of lening, zegt Steven. “Eén van de goede beslissingen is dat we niet 50.000 euro hebben geleend om de boel te verbouwen, maar dat we heel langzaam, met vallen en opstaan, zijn begonnen met de plek. Alles wat hier staat is van ons.” David: “De eerste drie, vier jaar hadden we al ons geld in één envelopje zitten. Daarmee gingen we naar de Sligro en dat envelopje vulden we aan het eind van de avond weer bij.”

De wetten van de markt zijn echter minder charmant. De opgebloeide Binckhorst heeft inmiddels de aandacht getrokken van projectontwikkelaars, die van het gebied ‘het nieuwe centrum van Den Haag’ willen maken. Wereldwijd gaan veel clubs aan dit soort gentrificatie ten onder. Zijn de oprichters van PIP bang dat met duizenden nieuwe woningen op de Binckhorst hun club in gevaar komt? Steven: “Natuurlijk hebben we zorgen over gentrificatie, maar we hebben wel het geluk dat het spoor een soort buffer is.” David: “Er is een grote kans dat we over tien jaar met zijn tweeën weer een klein keldertje ergens beginnen. Zonder vergunning en met warme blikken bier. Daar hebben we heel veel zin in.”

Dan neemt Steven het woord. “Het interview moet niet op zo’n negatieve noot eindigen, dus we willen graag wat mensen bedanken. Shoutout naar Patty Broese van Groenou, nieuwe eigenaar van Bink36 Edward de Kroes, naar iedereen die ons ooit heeft geholpen, alle lieve moeders, naar alle artiesten op Lekker 10. We vragen veel van ze, maar ze verdienen te veel op andere plekken en voegen niets toe aan deze aarde die in brand staat. Toch zijn we ze voor eeuwig dankbaar. We willen ons bestuur bedanken, alle vrijwilligers, decorbouwers, personeel, iedereen die de sjaal met trots draagt…” David: “Iedereen die iets heeft toegevoegd hier.” Steven: “Iedereen die iets heeft afgebroken hier.” David: “Adrie Lesuis.” Steven: “Een shoutout naar Vestia, naar de gemeente. We hopen dat we de komende tien jaar relevant mogen zijn.” Dan David, met een glimlach: “Eén van de grootste shoutouts naar Luca en Tjallien, onze vrouwen.” Heel verstandig, zegt Steven. “We hebben elkaar de afgelopen tien jaar ongeveer acht keer meer gezien dan onze vrouwen. Bedankt voor de ruimte en dedication die we van jullie hebben gekregen.” David, ernstig: “Dit is echt een hele belangrijke shoutout voor ons.”