3voor12 classic: 10 jaar na No Wave (1988)

Plus nogmaals een terugblik met muziek van The Ex, Nasmak , Minimal Compact en meer

Robert Lagendijk ,

Het kan je bijna niet ontgaan zijn: afgelopen weekeinde opende het Centraal Museum in Utrecht de deuren voor de tentoonstelling God Save The Queen. Een mooi overzicht van de periode 1977 – 1984, met veel muziek, doemdenken en het Stop-de-Neutronenbom gevoel. Kortom No Future. De VPRO haakte aan met de voortreffelijke No Future site bij de collega’s van Geschiedenis24 en 3voor12 deed een duit in het zakje met een speciale luisterpaal waarop een mooie doorsnee van de periode ’77 – ’84 te vinden was. Vandaag nemen we een duik in het archief voor een paar mooie optreden en een bijzondere radio documentaire uit New York.

De grootste verdienste van de punkgolf uit 1977 is dat de bestaande muziekcultuur omver werd geworpen. Weg gitaarsolo’s, weg dure producties en vooral weg hokjesgeest. En dus was de tijd rijp voor een nieuwe generatie die er naar hartenlust op los mocht experimenteren. Dat gebeurde onder andere in Amsterdam door de Ultra’s. Ook in New York werden de grenzen van de muziek opgezocht. En zoals dat gaat met mensen die tegen de hokjesgeest zijn; er werd meteen een etiket opgeplakt. No Wave heette de geluiden die uit de lower east side van the big Apple kwamen.

De ultieme erfenis van die periode en die scene is het album “No New York”, waarop Brian Eno (bekend van Roxy Music en als producer van hitalbum “Low” van David Bowie) de lokale scene mee de studio in nam. Hoofdredacteur Radio bij de VPRO Gerard Walhof (toen Ultra en later gitarist Minny Pops)  hoorde het album in 1978 en werd er meteen door gegrepen: ‘No Wave was echt geweldig, briljant. Het album wierp de wereld omver en was de logische opvolger van punk. Zo compromisloos had ik het nog nooit gehoord.’

Op het album “No New York” staan zestien werken van vier debuterende artiesten: Mars, D.N.A, Contortions (James Chance) en Teenage Jesus and the Jerks (met frontvrouw Lydia Lunch). Walhof:  ‘Het was sowieso raar om een muzikaal statement in de vorm van een verzamelalbum uit te brengen. Zeker als je de productie aan Brian Eno over laat. “Low” van Bowie verscheen in 1977 en veel mensen vonden het experiment op kant B niet te pruimen. Maar dat was juist waar ik inhaakte.’

In 1988, Walhof werkte inmiddels als presentator en programmamaker bij de VPRO, besloot hij op de radio terug te blikken op de Newyorkse scene. ‘Ik wilde kijken of de schok van tien jaar eerder ook buiten mijn kleine kringetje golven had veroorzaakt, ook elders in de wereld. Ik besloot de kopstukken op te zoeken.’ Brian Eno en gitarist Robert Quine wilden niet meewerken maar aan Richard Hell, die de punk vanaf de eerste dag had meegemaakt, had Walhof een goede. Jim Thirwell (Foetus) en Lydia Lunch had Walhof in een vroeg stadium leren kennen en mocht hij inmiddels tot zijn vriendenkring rekenen. Er werd zelfs aan woningruil gedaan. Walhof: ‘Ze was een keurige huisvrouw en had ook een keurig adresboekje met de hele scene daar in. Zo kwam ik in contact met de hele scene.’

De conclusie die Walhof 10 jaar na “No New York” trok: ‘De schokgolf heeft nooit de impact van punk of grunge gehad, maar zorgde wel voor een rimpeling voor de sleutelfiguren in de post-punk scene. Net als Ultra in Nederland hadden ze in New York het maximale met de Do-It-Yourself mentaliteit bereikt. Sterker, in New York waren ze nog een stapje verder gegaan. Maar goed, daar hadden ze dankzij John Cage al eerder het experiment opgezocht. Want als je een compositie schrijft van ruim vier minuten stiltje, zoek je pas echt de grenzen van de muziek op.’

 

Bekijk ook de No Future site op Geschiedenis24