Het Amsterdamse house-duo Dam Swindle draaide de afgelopen jaren zo'n beetje overal, in binnen- en buitenland. Overal zijn ze goed voor stomende dansvloeren, ze hebben hun plek veroverd in de Amsterdamse club-elite, DJ Monitor constateerde dat hun ‘Allright (its a tribute)’ de meest gedraaide dansvloerplaat van de vorige festivalzomer was. En dus is hun nieuwe, niet-zo-dansbare album best een gok.

‘De letterlijke tekst was: je moet niet verwachten dat je hier extra boekingen mee gaat krijgen.’ Bam. De harde realiteit van de boeker toen Dam Swindle hun nieuwste creatieve kindje op hun bureau legde. Ergens wisten ze dat zelf ook wel, want amper de helft van het album Open bestaat uit house tracks, maar eerder relaxte elektronische pop en een beetje hiphop. En ja, dat is wel waar we Dam Swindle al twaalf jaar van kennen: stomende, soulvolle house, gemaakt voor een dansvloer die stevig op gang is en voorlopig niet tot stilstand hoeft te komen. ‘Tja’, zegt Maarten Smeets, snorretje, petje, ontspannen gast. ‘Een album is wel het moment dat je je muzikale visie laat zien. Daar zien mensen je ware identiteit als artiest. Maar er kwamen gewoon geen house tracks.’

Dat was wel anders op het debuutalbum uit 2014, Boxed Out. Ineens was Dam Swindle er, ineens draaiden ze volop over de grens, toen nog onder de naam Detroit Swindle (waarover straks meer). Over de eerste ontmoeting van Maarten Smeets met zijn sparringpartner Lars Dales bestaat een grappige anekdote, opgetekend door FHM: Maarten was dj in een club waar Lars programmeur was, maar de club was ontevreden over zijn prestaties. Lars moest hem dus ontslaan, maar in plaats daarvan ging hij een creatief verbond met hem aan. ‘Wij zaten niet diep in de house-cultuur toen we die muziek begonnen te maken en te draaien’, memoreert Lars Dales. ‘Ik kom uit de hiphop, hij vanuit de Electronation hoek. We hadden onze sporen nog helemaal niet verdiend, maar gingen ineens super hard. De Amsterdamse scene is opgebouwd uit scenetjes, en wij hoorden eigenlijk nergens bij.’

Blessed Swindle

Dat is inmiddels wel veranderd. Dam Swindle zit in het Volkshotel tussen de undergroundelite, heeft zijn eigen Heist label, en Lars is mede-eigenaar van club Radio Radio met Vincent Reinders. Maar in eerste instantie wilde vooral internationaal iedereen Dam Swindle hebben. ‘Het ging van nul naar honderd’, zegt Smeets, ‘En in het begin zeiden we overal ja tegen. Na een jaar of vier zeiden we tegen elkaar: misschien hoeven we niet in élk dorp in Engeland te draaien. We draaiden niet alleen in Londen en Manchester maar ook in Southampton, Birmingham en Peterborough, vaak in clubjes van 200 tot 400 man. Soms was dat heel leuk en waren we hot shit, maar we kwamen ook op plekken waar geen eer aan te behalen was, met slecht geluid.’

Dales: ‘Je bent niet gewend om te filteren. Je denkt gewoon: meer draaien, vet, let’s go.’ Smeets: ‘Soms is het juist verrassend leuk. We waren laatst op het zuidelijkste puntje van Ierland. Uren rijden om daar te komen, maar dan ben je ineens op een fantastische plek waar ze een blik ravers vol energie open getrokken hebben. Of in Perugia, dead smack in het midden van Italië. Blijkt in de jaren negentig daar de Italiaanse house cultuur te zijn ontstaan. Wisten wij veel. Het was alsof je in de jaren negentig de iT binnen liep.’

Dat gebrek aan voeling met de culture is misschien wel een onderliggende factor bij de naam die de Amsterdammers oorspronkelijk kozen: Detroit Swindle. Bedoeld als ode aan de stad waar house en techno wortel schoten, maar door sommigen opgevat als cultural appropriation. ‘De meningen lopen uiteen’, vertelt Maarten Smeets. ‘We hebben laatst een remix gemaakt voor een artiest uit Detroit, die zelfs na onze naamsverandering nog een aardig betoog voor ons moest houden bij zijn label. Tegelijk draaiden we laatst in Detroit, en toen kwam er een vrouw op ons af, die zei: you're still Detroit Swindle to me!’

De naamsverandering vond plaats in de clubluwe tijd, eind 2020. Er werd in die tijd – na George Floyd – veel gediscussieerd over diversiteit in de clubscene, over de erkenning van zwarte roots. De School ging ten onder aan een fikse ruzie, The Black Madonna werd The Blessed Madonna, de Britse dj Joey Negro schakelde na decennia over naar zijn echte naam. ‘Ik vond dat in eerste instantie maar onzin’, zegt Lars Dales. ‘Daar was ik best uitgesproken in. Maar na een tijdje dacht ik: wat weet ik er nou eigenlijk van? Als je je erin verdiept snap je wel waarom het gevoelig ligt, dat witte mensen die muziek zijn gaan draaien. Dat er een historie is van onderdrukking en uitbuiting. Dat Moodymann in zijn stad nog steeds aan de kant gezet wordt omdat hij in een dure auto rijdt.’

Uiteindelijk was het een relatief makkelijke beslissing om van Detroit gewoon Dam te maken, naar Amsterdam. Het bekt nog lekkerder ook. Aanvankelijk logen de fancomments er niet om, maar inmiddels heeft op de schrijver van dit stuk na niemand het er meer over en draait Dam Swindle lekkerder dan ooit. Seth Troxler zei het laatst in een interview: voor dj’s zijn de gouden jaren vaak niet hun beginjaren, maar boven de 35. De hype en de adrenaline van de eerste jaren is er vanaf, dj’s hebben ervaring, kunnen de dansvloer beter lezen. Seth Troxler noemde onder meer Four Tet en Skrillex als voorbeeld, maar voor veertigers Dam Swindle geldt het eigenlijk ook. Lars Dales: ‘We zijn op het punt aangekomen dat je ons overal kunt neerzetten, maakt niet uit op welk slot. We weten zelf beter wat we draaien, tegelijk is de scene minder genrespecifiek geworden. Je mag op elk moment iets pakken uit een andere hoek.’ Dam Swindle doet dat doorgaans in een vast ritme, elk steeds twee platen na elkaar, zodat je een lekkere combi kan maken. ‘Ik vind het leuk om Lars af en toe een curvebal te gooien’, glimlacht Smeets. Dales: ‘Vroeger deed je dat veel vaker, dan hield je ervan expres een hele moeilijke plaat te draaien.’

Dat ene festival

Met al die ervaring, met al die clubs en festivals achter hun naam, ontbreekt wel nog één ding: Lowlands. Nog nooit draaide Dam Swindle daar. Niet in de Bravo, niet in de X-Ray, zelfs niet in de Hacienda, de tent waar zo’n beetje iedereen en zijn moeder wel eens heeft mogen draaien. ‘Ja, het ontbreken van Lowlands is wel een smetje op onze carrière’, geeft Lars Dales toe. ‘We zijn toch best een belangrijk onderdeel van de Nederlandse scene, of je dat nou verdiend vindt of niet, je kan als programmeur in elk geval niet per ongeluk over ons heen kijken. In de X-Ray zouden wij fantastisch passen. Of in de Hacienda.’ Smeets: ‘Nou, de Hacienda weet ik niet, ik vind die plek gezellig maar het is er hit and miss, je hebt er als artiest niet zoveel over te zeggen.’

Ok, een dilemma. Hoeveel is zo’n Lowlands-gig dan waard? Wat nou als Lowlands met een bod komt, maar daar staat tegenover dat Dam Swindle de rest van het jaar nergens anders in Nederland mag draaien? 

‘Nee’, zegt Lars, ‘Dat doe ik niet. Ik zeg nee.’

Zondagavond, X-ray, all night long. Hij kijkt moeilijk, want dat is een aanbod dat je niet kunt afslaan. ‘Wat een afgrijselijk dilemma’, zegt Smeets. ‘Luister, ik ga een ander antwoord geven. Lowlands zit bij mij als bezoeker in mijn hart. Ik heb daar fantastische dingen meegemaakt. Al die muziekculturen die daar samenkomen, natuurlijk zou ik daar heel graag een keer deel van uitmaken. Maar niet ten koste van alles. Nou, weet je: ik zeg gewoon ja. We hebben al die andere dingen al gedaan, en ik hou van unieke ervaringen. Dan moeten we maar wat meer naar het buitenland.’

Lars Dales: ‘Ok, ik ga mee.'