‘Girls to the front!’, daarmee riepen riot grrrl-bands in de jaren negentig juist de meiden naar voren. Anno 2025 is er in Nederland een vlammende nieuwe lichting aan vrouwelijke punkbands, die met Internationale Vrouwendag samenkomt op een compilatie, en daarna door Nederland trekt. ‘Ik wil dat het een fucking sicke show wordt, maar wil er ook bij stilstaan dat die dag voor veel vrouwen een fucking kutdag is.’

Luister de radiospecial

tracklist

MARIA ISKARIOT - DAT VIND IK LEKKER
LAMBRINI GIRLS - TERF WARS
CHATTERMAG - BLOOD
AMYL AND THE SNIFFERS - GOT YOU
LA SAGNE - I’M A GIRL (LIVE @ 3VOOR12 RADIO)
VALS ALARM – BORING
LE TIGRE - DECAPITATION

Fuck Wilders, fuck de AfD, fuck extreemrechts, fuck de lijpe misogynie die er online en offline gaande is en fuck de jongens die over vrouwen zeggen dat ze ‘boefie energy’ hebben. Het zijn duistere tijden, er is zoveel gaande om tegenaan te schoppen. Dus is het niet zo wonderlijk dat de punkscene bloeit, ook in Nederland. Maar vergis je niet, punk is niet alleen maar schoppen tegen. ‘Het is een gevoel van saamhorigheid’, zegt Bibi Bannink, een 19-jarige punker die er héél diep in zit. ‘Ik voel me heel erg welkom in de Utrechtse punkscene. Je let op elkaar, je danst samen, je raapt elkaar op in de moshpit als je valt. Punk is voor mij liefdevol zijn, naar elkaar omkijken en dat benoemen.’

‘Maar…’, zegt Bannink, ‘ik voel me hier ook vaak een beetje een imposter. Ook omdat er best veel mannen en jongens zijn die elkaar kennen en samenwerken. Waarschijnlijk vinden ze mij gewoon minder vet. “Een meisje dat er niet zoveel van afweet.” Misschien is het mijn eigen onzekerheid, hoor. En mannen nemen de sfeer soms nogal over, in de moshpit. Tegelijkertijd is er dan juist ook tussen vrouwen een gevoel van saamhorigheid: ugh, die mannen zijn een beetje irritant.’

Hoewel ze dat zelf niet zo snel zal toegeven, is Bannink een wandelende punk-encyclopedie, eentje die studeerde op bands als Bikini Kill en X-Ray Spex en zich heeft vastgebeten in de riot grrrl-beweging uit de jaren negentig. ‘Dat was nooit alleen maar “wij zijn vrouwen die muziek maken”. Het ging om boeken lezen, talks, zines, kijken wat er om je heen gebeurt, welke onderdrukkingen gaande zijn, en die aan de kaak stellen. Tegelijkertijd was het soms een problematische beweging, met veel TERFs, exclusionary behavior, het is belangrijk om daar óók bij stil te staan om een genre verder te trekken. Dit genre moet voor allerlei verschillende genders toegankelijk zijn, voor trans mensen, voor vrouwen van kleur, die moeten allemaal een plek vinden.’

En dat is precies wat Bannink heeft gedaan. Het begon zoals het in de punk hoort te beginnen: zomaar wat aanrommelen. Do it yourself! In haar geval: zelf een concert organiseren in dB’s, voor female fronted bands, op internationale vrouwendag. De eerste editie was meteen uitverkocht. Vervolgens mocht ze een eigen dag cureren in samenwerking met Le Guess Who?. En zaterdag 8 maart (wederom op internationale vrouwendag) organiseert ze weer een Girls to the Front-concert in EKKO. Ook verschijnt een compilatie met veertien female fronted bands, die zij heeft samengesteld met Jeroen Vedder van platenzaak Plato Utrecht. En organiseert ze een landelijke tour. Met een lach: ‘Het is ehm… wat groter geworden dan de bedoeling was.’

Rode vlaggen en gasten met big dick energy

Daarom zit Bannink nu hier aan tafel met Yanna Panagopoulos van VALS ALARM en Tara Wilts van L.A. Sagne, in het Slachthuis in Haarlem, een van de vele punkholen van Nederland. ‘Ik zie ons niet als klassieke feministische punkband…’, zegt Wilts over L.A. Sagne. ‘…maar dat ik toevallig een vrouw ben, betekent al veel. Als ik meisjes in het publiek zie, ben ik heel erg blij. Misschien kan ik die toch weer inspireren. Als ik vroeger naar shows ging, zag ik voornamelijk mannelijke artiesten, en ook voornamelijk mannen in het publiek. Hoe je bént, is soms genoeg om de wereld een stukje liever en mooier te maken.’

Dat herkent ook Panagopoulos. ‘Ik zie veel oudere mannen in de zaal. Misschien dat zij het genre vet vinden, of gewoon in hun agenda hebben staan dat ze iedere donderdag een punkbandje gaan kijken. Soms staan er een of twee jonge meiden met hun moeder, en dan is het mijn doel om hén de allerbeste avond te geven die ze kunnen hebben. Na optredens komen de mannen ook vaak naar me toe om een complimentje te geven, even op de foto te gaan. Misschien omdat het soms best een beetje sexy is, ofzo? Prima die mannen, maar ik wil die meiden zien! Ik roep ook altijd letterlijk: girls to the front! Kom gewoon even hier staan en moshen, dan kunnen de jongens dat als een wall beschermen.’

Wilts: ‘Dat is echt een goeie! Cute, die neem ik mee!’

De teksten van VALS ALARM lopen over van de rode vlaggen, van gasten die denken dat ze big dick energy hebben, van losers die mixed signals geven of mannen die denken dat ze in bed heel veel voorstellen maar eigenlijk fucking saai zijn. ‘The way you slap my ass and say you come is boring’, schreeuwt ze in een van haar beste liedjes. ‘Pffff’, zucht Panagopoulos. ‘Ik ben niet altijd blij met mijn liefdesescapades. En op een gegeven moment ga je daar een soort van patroon in zien, en dan denk je: “Jezus man!”

Yanna Panagopoulos (VALS ALARM)

De roze glitter-cowboy-hoed van L.A. Sagne

Veel lyrics van L.A. Sagne zijn wat minder rechttoe rechtaan, maar voor deze Girls to the Front-compilatie schreef Wilts ‘I’m A Girl’. ‘Het moest een stoer meidenlied worden, zoals een man in een raptekst kan zeggen dat-ie vet stoer en cool is. Het nummer viert wie ik ben.’ Lachend: ‘Ik heb thuis een roze glitter-cowboy-hoed die ik opzet als ik ga schrijven. Echt waar.’

Wilts studeerde aan het Conservatorium van Amsterdam en tourde lange tijd vooral door Nederland als zangeres van de introspectieve folkrockband Cloud Cafe, maar ze deed vervolgens ook een open sollicitatie toen ze hoorde dat bevriende muzikanten een punkband begonnen. ‘Mijn vrienden hadden dat niet achter me gezocht. Ik ben niet zo’n uitbundig persoon, ik hou me redelijk op de achtergrond en word niet snel boos. Maar… er gebeurt wel veel in mijn hoofd. Dus is het heel bevrijdend om in een punkband te schreeuwen.’

‘Mijn associatie met punk komt van mijn ouders. Zij waren in de jaren tachtig krakers in Amsterdam. Ze deden heel veel vanuit een tekort: aan woonruimte, aan geld, aan alles. Daardoor was het leven heel vrij en avontuurlijk. Ik denk dat ik een geromantiseerd beeld heb van die tijd, hoor. Ze hebben het vast ook heel veel koud gehad, en eenden gevangen in het park omdat ze thuis simpelweg geen eten hadden.’

Vrijheid viert L.A. Sagne zeker ook. Gniffelend: ‘Iedereen in deze band is heel erg zichzelf. Ook op het podium. Onze gitarist Laszlo bijvoorbeeld, die houdt van grapjes maken en een beetje gek doen. Zo draaide ik me eens tijdens een show om en schrok me rot, omdat hij INEENS in zijn blote reet stond te spelen. Ik had geen idee dat hij dat zou gaan doen, maar hij doet dat nu zo’n beetje elke keer.’

L.A. Sagne op Noorderslag

Dancebattles en crowdsurfwedstrijden

VALS ALARM ontstond ‘als een soort joke’, vertelt Panagopoulos met een grijns. Op een wilde avond van de Haagse nachtclub PIP mocht ze – hoewel ze nooit in bands had gezeten – eens wat liedjes zingen. Oh, dan moet je drummer/producer Bram Kniest hebben, zeiden haar maten. Wist zij veel dat die al een hele rock ’n roll-leven had geleefd: een dik decennium geleden speelde hij met Go Back To The Zoo op alle grote (en nog veel meer kleinere) festivals, van Pinkpop tot Lowlands, van Zwarte Cross tot Sziget. Lachend: ‘Ik zag op zijn Whatsapp-profiel een foto van iemand die in een Elvis-pak wegloopt, dus ik dacht dat ik gewoon met een gastje van 21 zou afspreken. Ik had geen idee! Ik stuurde hem wat voice memo’s op: “Kijk, dit is het liedje, kun je er wat van maken?” Waarschijnlijk dacht hij: who the fuck is deze chick?’

Dat ene optreden was zo’n hit, dat ze maar gewoon besloten met VALS ALARM door te gaan. ‘Daarna dacht ik op het podium wel af en toe: wat doe ik hier? Waarom moet ik hier staan?!’ Weer zo’n aanstekelijke lach. ‘Kijk, punk is best wel nieuw voor mij. We moesten eens in Arnhem spelen, in een of ander café. Komen we binnen, staat er een grote kut op het podium, en staat iemand met spikes te grunten. Ik keek Bram aan en was doodsbang!’

En toch, kijk een show van VALS ALARM, en je zou Panagopoulos een natuurtalent noemen. Een onbevreesde waaghals is ze, die het allerliefst op de speakers klautert en allerlei domme spelletjes speelt met haar toehoorders. Bewijst ook het dikke blauwe oog vandaag, een ongelukje bij het surfen. ‘Ik ben nergens bang voor. Ik ben ook nooit zenuwachtig, en het gaat allemaal heel natuurlijk. Een crowdsurfwedstrijd. Een dancebattle. Iedereen moet deze gig op elkaars schouders klimmen! Ik wil dat we er met z’n ALLEN zijn. Joop van 50, maar ook Sarah van 17. Oké, dan gaan jullie nu tegen elkaar strijden. SARAH WINT, JONGE!!! Dat is gewoon fucking sick. Ik hou ervan mensen een beetje op te jutten en te plagen. Dan klimt iemand in een boom, pakt iemand de mic uit je handen en begint te schreeuwen, en denk ik: nou, dat was het dan. Mijn werk zit erop!’

Bannink, organisator van Girls to the Front, springt nog even in. ‘Op 8 maart komt die plaat uit en gaan de bands spelen. Ik wil dat het een fucking sicke show wordt, maar wil er ook bij stilstaan dat die dag voor veel vrouwen een fucking kutdag is. Heel veel vrouwen leven op plekken waar ze niet eens hun stem mógen gebruiken. Ik vind het belangrijk om mensen daar op zo’n avond bewust van te maken. Er is heel veel liefde, maar er moet nog veel gebeuren.’

Panagopoulos: ‘Dat klopt.’
Bannink: ‘Hoewel we het in Nederland relatief goed hebben, is er hier fascistisch beleid, we gaan weer terug in de tijd.’
Wilts: ‘En daarom is het zo belangrijk om dit soort gemeenschappen en ideeën de wereld in te brengen.’

8 maart verschijnt Girls to the Front. Die avond wordt de compilatie gepresenteerd in EKKO (Utrecht), later volgen ook shows in o.a. VERA Groningen, Zwarte Ruiter Den Haag, Merleyn Nijmegen, Hall of Fame Tilburg en Mess Harderwijk.

VALS ALARM - ESNS 2025