Deze zaterdag draait-ie zijn razendsnelle triptechno in Raum, maar we zien Spekki Webu deze zomer net zo goed op Dekmantel. Hij is succesvol labeleigenaar, producer, dj, geboren raver en thrill seeker van de dansvloer: ‘Muziek is een intergalactic language. Het is een taal die gesproken wordt zonder te spreken, met frequentie en akoestische energie.’

Hier zat-ie, vertelt Spekki Webu. Zijn intentie: afrekenen met zijn ‘negatieve zelf’. Hier zou hij zijn demonen recht in de ogen kijken tijdens een ceremonie met plantmedicijnen. En op Phylogenetic Analysis mogen wij over zijn schouder meekijken, want zulke diep-spirituele trips vormen het centrale thema van het album (dat-ie uitbracht op Amniote Editions, het label van de Deense dj Mama Snake). Het album is een experimenteel wormgat aan elektronisch geluid, met diepe hypnotiserende, groovy en vaak tribale techno op halsbrekende snelheid (met vaak wel 170 kicks per minuut). Psychedelisch is het goede woord: ‘Forest Hunter’ gaat bijvoorbeeld over een terugkerende nachtmerrie, waar hij achterna werd gezeten in de bossen. In een psilocybine-trip bezocht hij die bossen weer, en daar rolde deze track uit. 

Het album is dan ook bedoeld als een introspectieve, geestverruimende luisterervaring, vertelt hij. ‘Dat je die reis bewust meemaakt. Ik denk dat dat wel de vetste manier is. Met een goede koptelefoon, want dan komt al dat geluid ook goed tot zijn recht. En dan lekker in je eentje ergens, in een bos of zo.’

De gabber-mentaliteit

In zijn eigen niche is Spekki Webu een serieuze speler: hij draaide regelmatig op de duisterdere nachten in De School en met zijn label Mirror Zone organiseert hij evenementen waar je je in diep psychedelische soundscapes kan verliezen. In Garage Noord bijvoorbeeld, en in december nog in de Saule van de Berghain. Hij staat wereldwijd op de meest vooruitstrevende festivals tot in Japan, maar is net zo op zijn plek op Awakenings afgelopen zomer en dit jaar Dekmantel.

Geboren in New Orleans kreeg Chris muziek, en dan met name jazz, funk en soul, met de paplepel ingegoten. Op zijn derde verhuisde hij naar Delft, waar hij in zijn tienerjaren als een soort tweede natuur de gabberscene is ingerold. ‘Hoe ben ik daarin terecht gekomen? Ja, hoezo niet, weet je.’ Zijn buurjongens, heel Delft ging in de weekenden naar clubs en gure pakhuizen in Rotterdam en omstreken. Als tiener sneakte hij al mee naar binnen, al duurde zo’n feestje soms zelfs het hele weekend. ‘Er waren heel veel kleine clubs die aandacht besteedden aan interessantere hoeken van de gabber, zoals bijvoorbeeld Waterfront en Nighttown. Die hele ontwikkeling heb ik meegemaakt vanaf het begin. Daar ging een kleine groep mensen altijd heen, dus je kende elkaar best goed. Het was best wel een familie.’

Daar ontdekte hij zijn passie voor elektronische muziek: ‘Er is geen muziek die mij dezelfde energie op de dansvloer geeft als in de gabberscene. Ik zal dat nooit vergeten, het is zo bijzonder. Er is een bepaalde passie die mensen delen voor die muziek, ook de artiesten, die zich er helemaal in overgeven. Dat is voor mij heel erg motiverend en inspirerend geweest. Dj’en interesseerde me geen ene reet, ik was gewoon iemand die heel erg interesse had in muziek, in de breedste zin.’ 

Op zijn 28ste pas stapte hij voor het eerst achter de draaitafel. Chris draait zelf geen gabbermuziek, maar vond er wel zijn eerste voorbeelden die buiten de lijntjes durfden te kleuren. ‘Er was een heel breed palet aan stijlen en scenes die dat woord hardcore of gabber omhelsen, en daar werd het voor mij heel interessant, daar gebeurden de gekke dingen.’

De dj als sjamaan

En dat experimenteren en uitersten opzoeken gaat hem goed af. Hij heeft het zelf over ‘het uiterste opzoeken’, over ‘thrill seeking’ en over ‘out of the box denken’, karaktereigenschappen die hij overhield aan zijn verleden bij Defensie. Regelmatig krijgt hij DM’s van mensen die hem bedanken om wat zijn set voor hun heeft gedaan, zoals bijvoorbeeld de tranen en emoties na één van zijn sets in De School. ‘Ik moest daar van huilen weet je, ik vond dat zo sick. Ik word er nu nog steeds door geraakt. Ik vond het zo mooi dat ik dat kon doen met muziek.’ 

Chris ziet zijn sets ook wel als een soort ceremonie, zoals hij dat zelf bij zijn plantmedicijnengebruik ervaart. ‘Dit zijn middelen die met respect op aarde zijn gebracht en ook met respect worden gebruikt, onder begeleiding van een sjamaan en met bewuste intentie. Oudere culturen deden het met dansen, zang en muziek. Eigenlijk is dat hetzelfde als wat wij nu [in de club] doen.’ De dj als sjamaan, dansen als ritueel. ‘Muziek is een intergalactic language. Het is een taal die gesproken wordt zonder te spreken, frequentie en akoestische energie.’

‘Ja, ik heb dat zelf ook zo ervaren bij andere artiesten. Dat ik echt dacht: ja man, dit heeft me echt wel op een ander spoor gezet. Ik denk dat het een samenspel is met je publiek en een soort van aura of energie die in de zaal is. Een collectieve intergalactic language-achtige shit. Ik sta op de dansvloer en ik wil gewoon… ik wil het voelen.’

Spekki Webu