Ze hebben er rustig aan gewerkt, maar nu is het er eindelijk: Fading Image, het debuut van de Amsterdamse gitaarband Marathon. Buzz is er al sinds kort na de lockdowns, toen de band tegen eigen verwachtingen in de Amsterdamse Popprijs won met een energieke mengvorm van punk, grunge en shoegaze.

Lennart van Hulst, de drummer, zag het eerst helemaal niet zitten. Muziek is immers geen wedstrijd en de muziek van Marathon is – de bandnaam ten spijt – al helemaal niet competitief. Maar vooruit, het was een podium om op te spelen. Achteraf was de Amsterdamse Popprijs een grote zegetocht voor Marathon, en bovendien een ideale kickstart na de covid leegte. ‘De band had al die tijd op een laag pitje gestaan, tot op het punt dat we ons afvroegen of we er maar mee moesten stoppen’, legt Kay Koopmans uit. ‘We konden niet repeteren, en als we dat wel konden kwamen we er niet lekker in. Dus Lennart was inderdaad fel tegen om ons aan te melden. We maken ook helemaal geen muziek die past bij een competitie. Gelukkig hebben we het wel gedaan, want die shows waren een totale ontlading. Alle frustraties van onszelf en van het publiek kwamen eruit, en toen wonnen we nog ook.’

Kay en Lennart maken al vanaf de middelbare school samen muziek. Lennart woonde in Nes aan de Amstel, een pittoresk dorpje in de oksel van de rivier. Kay een dorpje verderop in Oudekerk. En dan was er nog Nina Lijzenga, de bassist van de band, die uit de Bijlmer komt en op dezelfde middelbare school zat. Op zolder bij Lennart ontstond de eerste incarnatie van Marathon, vol jeugdige bravoure, en hooguit afgeremd door klachten van de buren over het luide drumstel. ‘We begonnen met psychedelische rock en wilden eigenlijk de shoegaze kant op, maar het is hartstikke lastig om de gelaagdheid van die muziek erin te krijgen met drie muzikanten’, zegt Lennart. Kay: ‘Nu we live met vijf muzikanten spelen kan het wel.’

It's better to fade out

Dat is precies wat je hoort als je naar Fading Image, de debuutplaat van Marathon luistert, of naar een van hun furieus energieke liveshows gaat kijken. Je eerste indruk is die van een luide punkband (niet postpunk, gewoon punk). In tweede instantie hoor je de grunge-invloeden, en naarmate de nummers verder uitgebouwd worden komt de shoegaze gelaagdheid. Niet dat Marathon nu zulke lange nummers maakt, de meeste klokken gewoon netjes rond de vier minuten.

‘Live nemen we soms wel eens de ruimte om het verder uit te bouwen’, vertelt Kay Koopmans, de frontman van de band. ‘Bij veel nummers op het album weten we nog niet precies hoe, we hebben ze nog niet allemaal gespeeld.’ Hét nummer dat zich bij uitstek leent voor een lang outro is slotnummer ‘Away From Home’. Dat eindigt immers met een ouderwetse fade-out. ‘Heel jaren tachtig’, vindt Lennart. ‘We wisten simpelweg niet hoe we moesten stoppen. Bij het mixen ontstond het idee om het zo te laten eindigen, en het voelde wel alsof het kon werken, als een zachte landing. Sommige van onze favoriete nummers eindigen ook met een fade-out, zoals ‘Love Like Blood’ van Killing Joke.’

‘Away From Home’ is geïnspireerd door de vluchtelingenstromen uit brandhaarden als Gaza en Oekraïne, vertelt Kay, die de teksten schrijft. ‘Over mensen die door de oorlog hun huis uit worden gejaagd, en over hoe weinig ik mezelf daarbij kan voorstellen. Er wordt zo vaak negatief over die mensen gepraat, zonder echt te beseffen wat het betekent.’ Een behoorlijk serieuze tekst dus, en zo schrijft Koopmans wel vaker over de duistere kanten van het leven van nu. Maar er is ook ruimte voor melancholie en luchtigheid. Zo gaat ‘DH22’ bijvoorbeeld over de moeizame relatie die Marathon met de stad Den Haag heeft, en dan specifiek over een gig in 2022 (dus nee, geen vluchtnummer). ‘Oh, ik dacht dat het over die avond met je ex ging’, zegt Lennart. ‘Ja, dat ook’, vult Kay aan. ‘De laatste positieve herinnering aan mijn toenmalige relatie. Een bitterzoete herinnering dus.’

Old school DIY

Het komt allemaal langs op Fading Image, die langverwachte debuutplaat. Het kostte best veel tijd om hem te maken, en dat heeft ongetwijfeld ook te maken met het feit dat de bandleden van Marathon ook gewoon banen hebben naast de band. Geen vervelende bullshitbanen als kippenslachter of nachtportier in een ziekenhuis, in tegendeel. Lennart doet productie bij Paradiso, Nina zit in de web- en game development hoek, en Kay belandde na een paar jaar programmeren bij een popzaal in Hoofddorp bij No Guts No Glory, de stichting die ernstig zieke mensen helpt met hun (laatste) muzikale wens. ‘Dat is veel bellen, regelen, netwerken, en dat leidt altijd tot een heel mooi en belangrijk muzikaal moment’, vertelt Kay. 

Marathon is ook geen conservatoriumband, zoals bijna elke band uit Amsterdam dat tegenwoordig wel lijkt te zijn. Old school DIY, en daar is de band stiekem wel een beetje trots op. ‘We zijn meer dan plug & play, we denken wel na hoe een volwaardige liveshow eruit moet zien, qua licht, visuals en opbouw’, aldus Lennart. ‘Maar de kern blijft de muziek.’ Kay: ‘Voor ons draait live spelen om het loslaten van bepaalde emoties, een uitlaatklep. We houden van de connectie met het publiek, en als we anderhalve maand niet spelen voel ik me chagrijnig en zelfs een beetje mistroostig. Als we dan weer op het podium staan besef ik: oh ja, dat was het.’