Het is geen geheim dat Fontaines D.C. een nogal literaire band is: van de vreemde personages en karakters die ze tot leven wekten op hun debuut Dogrel, waarin ze zwalkten door de straten van Dublin, van hun liefde voor schrijvers als Yeats, James Joyce en de Ierse dichter Patrick Kavanagh tot aan de poëtische, vaak bijtende teksten waarmee frontman en voornaamste songwriter Grian Chatten (27) A Hero’s Death en Skinty Fia vulde, alles aan deze band ademt de liefde voor het schrijverschap. Ook hun vierde plaat Romance, waarmee de Ierse rockband dit weekend tweemaal in de AFAS Live speelt, staat bol van dat soort teksten: van de poëtische referenties naar schrijvers als James Joyce (‘The Horseness Is The Whatness’) en Jack Kerouac (‘In The Modern World’) tot de mooie formuleringen en slimme woordspelingen die ieder liedje wel herbergt. Maar Chatten (27) is niet het type dat zijn ideeën en gedachtekronkels netjes noteert in een notitieboekje, vertelt hij grinnikend op de bank van het Beggarz-hoofdkantoor in Amsterdam. ‘Ik schrijf het liefst op dingen die zijn bestemd voor de prullenbak. Zoals kassabonnetjes, servetten of een laagje toiletpapier. Een mooi notitieboek legt zoveel druk op, alsof iedere zin perfect moet zijn. Het vel moet onbelangrijk voelen.’
Toiletpapier?! Verlies je al die mooie zinnen dan niet?
‘Jep, want ik ben een sloddervos en alles wat ik aanraak verdwijnt.’ Hij grinnikt. ‘Dus tja, dan verlies ik het en voert dat de druk op om nóg iets beters te bedenken, daar wordt je een betere schrijver van. Ik schrijf sowieso het beste als ik onderweg ben van A naar B, in treinen of vliegtuigen. Ik vind het moeilijk om te schrijven in een Moleskine-notitieboekje voor de ingang van een beeldschone kathedraal in fucking Parijs. Als ik iets schrijf in een prachtige omgeving, dan voel ik als schrijver de verantwoordelijkheid om die schoonheid te vangen. Maar iets schrijven in de trein, tussen twee shows door, op een stukje afgescheurde krant? Opeens zit het papier vol potentie.’
Weet je nog wat het laatste is dat je hebt opgeschreven?
‘Als ik ja zeg, moet ik je dan vertellen wat het is?’
Ik vrees van wel.
Hij grinnikt. ‘Oké, ik heb er een paar. Ik schrijf soms ook op mijn telefoon… [Pakt zijn mobiel erbij en begint te swipen]. Soms noteer ik dingen die ik wil onthouden, het allerlaatste wat ik heb opgeschreven is een quote van James Joyce: ‘The arc of his social rise intersected the arc of his friend’s decline.’ De mathematische precisie van die zin is waanzinnig. Er zit zoveel informatie in deze ene kleine zin over twee levens, een wereld op zich.’ [Begint weer verder te scrollen]. Moet ik er eentje van mezelf delen? [Hij wijst naar mijn notitieboekje]. Ga jij dan zo ook iets voorlezen? Nee? Wat is daar eerlijk aan?' Grinnik. 'Oké. Het laatste dat ik heb opgeschreven: ‘His face was disfigured by beauty.’ Ik luister tijdens het reizen graag in de achtergrond naar audioboeken die ik goed ken, de vertrouwdheid ervan stelt me gerust. Ik luisterde naar Het Portret van Dorian Gray, en was aan het nadenken over hoe iemands knappe uiterlijk zo’n mismatch kan zijn met de lelijkheid van hun persoonlijkheid. Ik houd van mooie formuleringen, maar ze mogen schuren, iets donkers en dubbelzinnigs bevatten.’