Op de tweede dag van Lentekabinet oefent Job Jobse zo'n magnetische aantrekkingskracht uit, dat het wel Job Jobstival lijkt. Verder: door de indeling van het nieuwe terrein vallen de avontuurlijkste sets een beetje in het water, maar er valt genoeg te ontdekken.

Het is kwart over tien ’s avonds, en terwijl dansers uit alle hoekjes en kiertjes van het festival richting de stage van Job Jobse stromen, probeert Hunee ze bij de les te houden met een rits broeierige houseclassics. Hier, nog eentje. En nog eentje. Een opzwepende funkkraker, dan maar? Dat lukt aardig, de Lotus – FKA de Eerste Kamer – is tot aan de geluidstafel gevuld, en dan valt ook het nieuwe stage-design op: een kasconstructie die het open veld netjes afkadert. Wanneer de strobo’s oplichten, en blauw meeflitsen met die robotische stottervocalen van Kenny Larkin’s ‘Future’-remix? Pfoe, dan ziet het er ook meteen behoorlijk indrukwekkend uit.

Zo heeft Lentekabinet meer veranderingen doorgevoerd dit jaar. Er is een podium van de timetable af, een secret stage erbij. De area voor de duisterste, avontuurlijkste dj’s heet nu The Swamp en is verbannen naar een uithoek van het terrein. Hoe je er komt? Via een kronkelpaadje ergens tussen de Lotus en de wc’s, en het publiek weet de weg ernaartoe nog niet zo goed te vinden. En de Tweede Kamer, de gigantische tent aan het uiteinde van het terrein? Die heet nu: de Poppy. Het is de stage van Job Jobse, die hier het hele weekend door zijn favoriete dj’s ontvangt, en de muzikale omlijsting vormt door zaterdag te openen en zondag af te sluiten. Een slimme noodgreep na de wat tegenvallende kaartverkoop van vorig jaar, en verhip, het Job Jobse-effect is real. De Tweede Kamer was altijd al druk, nu voelt de Poppy werkelijk als de kapstok waar de rest van het festival aan is opgehangen.

Duwen, drammen en persen bij de Poppy

Het is de hotspot voor gezellige vriendengroepen, housers die van housen houden en borrelaars die liever aan de randen van de tent blijven staan, en het is er de hele dag rammetjevol. De borrelaars nippen er al vroeg op de dag aan hun eerste (oranje?) natuurwijntje bij Jennifer Loveless, een Australische die stevige houseplaten oplepelt bij de stralende zon, en laten zich vervolgens de dag inmasseren door D. Tiffany: die mellow breakbeats en progressive housetunes klinken gevoelsmatig een stuk trager, en voelen zowel trippy als ongedwongen.

Echt feest wordt het daarna bij Sedef Adasï en Bashkka. Die eerste verdiende haar strepen met eigen queerfeesten in haar thuisstad Augsburg, is Panorama Bar-resident en brak in Nederland door via Job Jobse’s Strangelove-feest in Lofi, die tweede bivakkeerde zo’n decennium rond in de ballroomscene van New York, allebei zijn ze sinds kort residents van Club Raum. Heerlijk hoe ze elkaar vinden in steady, sassy house, zonder al te veel snarerolls en climaxen, en heerlijk is ook hun dynamiek. Zo cute, zoals ze elkaar effe in de schouders knijpen bij dat Ru Paul-sampletje, hoe ze praktisch tegen elkaar oprijden bij een opzwepende voguehouseplaat, en die vonk slaat weer over op het publiek.

Op zoek naar het avontuur

Maar goed, de hardcore Lentekabinet-ganger komt ook om wat te ontdekken. Wil dat een beetje? In ieder geval niet bij The Swamp, dat de hele dag vervaarlijk leeg blijft. Zonde, want DJ Plead en Deena Abdelwaheed vinden elkaar daar in trommelplaten en de kleurrijke leftfield house van Olof Dreijer, en Fransman Simo Cell is het type dansvloeravonturier waarvoor Lentekabinet doorgaans gemaakt is. Hij komt uit de UK Bass-hoek van labels als Livity Sound en Timedance, maar is steeds speelser gaan draaien, en draaide bij Het Einde het kleinste zaaltje van De School al aan gort met een dollemansrit van een set. Zo eclectisch draait-ie vandaag weer, van freaktechno vol monsterlijk vervormde vocalen naar electro naar een heus bad bitch-anthem van Leikeli47. Supervet, de dansvloeravonturiers die hier vooraan staan vangen die curveballs juichend op, maar ehm… doe vervolgens vijf stappen naar achter, en je ziet plots hoe verdomd rustig het hier is. Jammer hoor. Had een gekkenhuis kunnen zijn, maar dat je hier met je kop speakers moet staan om er wat van mee te krijgen helpt niet bepaald mee.

Nee, de leukste ontdekkingen vind je bij de Kanaal40-stage, een pitstop onderweg naar de Poppy (maar stiekem de allerleukste plek van het festival). Hier valt al vroeg Chinnamasta op, die haar Caribische roots laat doorschemeren in speelse bubbling en kuduro, en na haar Dekmantel-debuut nailt C.Frim ook haar debuut in het Twiske. Wat een heerlijke ontdekking is ook Black Rave Culture, een driemanschap uit Washington D.C. dat dwarsverbanden legt door de zwarte dansvloergeschiedenis. En dan niet alleen de house uit New York en Chicago, en Detroit techno. Nee, ze parkeren ook Baltimore club tussen gqom vol opzwepende fluitjes en slinkse New Yorkse house, ruien de boel nog eens extra op met aardschokkende edits van Rihanna en Souljaboy, zelfs twee seconden een Ice Spice-adlib, en dat allemaal zo rauw en snel gemixt dat je er sterretjes van gaat zien.

En de afsluitende set daar, van de Amsterdamse Arakaza? Crazy! Hij krijgt een prachtige doorbraakspot toebedeeld, en dat werd eens tijd. Hij heeft een eigen nacht in Garage Noord, doet het een stuk beter in het buitenland en krijgt via ballroomcollectief FOR ALL QUEENS al jaren mooie slots op het Belgische smaakmakersfestival Horst, maar gek genoeg zagen we hem nog niet zoveel op de Nederlandse festivals. Hopelijk komt daar nu verandering in, want wat is dit een heerlijke set. Neem alleen al hoe hij vanuit een hysterische plaat vol ravestabs overgaat op verpulverende triptechno, en via een instrumentale afroplaat uitkomt bij een vuige edit van Sexyy Red. Gekte dus, en extra punten voor de mc en danseressen op het podium die steeds wilder beginnen te twerken. Precies het type closingset dat we het liefst zien op Lentekabinet.

Job Jobse claimt zijn Lentekabinet-troon

Maar uiteindelijk leiden alle wegen naar Job Jobse. Met zijn euforische sets, vol housey trance, trancey house en trancey trance, heeft hij zich de afgelopen jaren ontpopt tot de people’s prince van de Nederlandse clubscene, en zeker dit jaar overschaduwt zijn aanwezigheid het hele festival. Toen hij zaterdagochtend het festival opende, zoog hij met die brunchset het hele terrein leeg, en ook op de zondagavond rukken vriendengroepen zó massaal uit voor zijn afsluitende set dat het wel Job Jobstival lijkt. Eigenlijk al wanneer hij een uurtje eerder begint omdat Avalon Emerson heeft gecanceld – geweldige dj, maar echt niemand op dit veld mist haar –, en aftrapt met koddige UK Garage-platen. En al helemaal wanneer zijn set officieel is begonnen en feestneuzen vanuit alle hoekjes en gaatjes van het terrein naar de Poppy toesnellen.

Kom dan om half twaalf aankakken, met nog een halfuurtje te gaan, en het is bijna onmogelijk om je de zweterige Poppy in te wurmen. Het platform op? Haha, droom lekker verder. Krioelen zul je, langs kletsnatte ruggen, zwierende ellenbogen, vriendengroepen die elkaar in de armen vliegen bij Job’s emotionele slotakkoord. ‘What’s A Girl To Do’ als zalvende traantjestrance? Why not? Een nog onuitgebracht huilend-in-de-club-anthem met emo gitaarloopje van Gotu Jim? Sure! En natuurlijk een hele berg aan trancey anthems vol piano’s en brullende powerdiva’s die de tent van het terrein afblazen, en die een massale dansvloereuforie ontketenen. Tja. Die andere stages liggen er wel een beetje sneu bij zo, en kunnen we ondertussen ook voorzichtig concluderen dat er minder publiek op Lentekabinet afkomt dat zit te wachten op de meest avontuurlijke dj's? Misschien wel, hè? Soit, het blijft waanzinnig om te zien hoe die man een veld vol uit zijn hand kan laten eten en zo’n tent totaal kan laten opstijgen. Petitie om de naam te veranderen in Jobkabinet, dan maar?