Het is kwart over tien ’s avonds, en terwijl dansers uit alle hoekjes en kiertjes van het festival richting de stage van Job Jobse stromen, probeert Hunee ze bij de les te houden met een rits broeierige houseclassics. Hier, nog eentje. En nog eentje. Een opzwepende funkkraker, dan maar? Dat lukt aardig, de Lotus – FKA de Eerste Kamer – is tot aan de geluidstafel gevuld, en dan valt ook het nieuwe stage-design op: een kasconstructie die het open veld netjes afkadert. Wanneer de strobo’s oplichten, en blauw meeflitsen met die robotische stottervocalen van Kenny Larkin’s ‘Future’-remix? Pfoe, dan ziet het er ook meteen behoorlijk indrukwekkend uit.
Zo heeft Lentekabinet meer veranderingen doorgevoerd dit jaar. Er is een podium van de timetable af, een secret stage erbij. De area voor de duisterste, avontuurlijkste dj’s heet nu The Swamp en is verbannen naar een uithoek van het terrein. Hoe je er komt? Via een kronkelpaadje ergens tussen de Lotus en de wc’s, en het publiek weet de weg ernaartoe nog niet zo goed te vinden. En de Tweede Kamer, de gigantische tent aan het uiteinde van het terrein? Die heet nu: de Poppy. Het is de stage van Job Jobse, die hier het hele weekend door zijn favoriete dj’s ontvangt, en de muzikale omlijsting vormt door zaterdag te openen en zondag af te sluiten. Een slimme noodgreep na de wat tegenvallende kaartverkoop van vorig jaar, en verhip, het Job Jobse-effect is real. De Tweede Kamer was altijd al druk, nu voelt de Poppy werkelijk als de kapstok waar de rest van het festival aan is opgehangen.