Het was jarenlang een open wond, maar na een kwart eeuw is het tijd voor een liedje over de dramatische avond waarop The Jesus And Mary Chain op het podium in Los Angeles explodeerde, oog in oog met een verbijsterd publiek. Het kostte tijd, veel tijd om de band tussen de broers Jim en William Reid te lijmen, maar komende week maken ze met hun zevende album op zak hun debuut op Roadburn.

Je kunt als band op talloze manieren uit elkaar gaan. Je kunt simpelweg niets meer van je laten horen en als niemand het meer verwacht laten weten dat je inderdaad niet meer bestaat. Je kunt met een emotionele persconferentie aankondigen dat je zanger solo gaat, dat er creatieve meningsverschillen zijn, dat de koek op is. Maar weinig bands gaan zo dramatisch uit elkaar als The Jesus And Mary Chain op 12 september 1998. Je hoeft het altijd behulpzame naslagwerk Setlist.fm er maar op na te slaan om een indruk te krijgen: acht liedjes speelde de band die avond, met een valse start voor ‘Moe Tucker’, twee liedjes die een totaal andere tekst kregen en maar liefst vier songs die het einde niet haalden. Een dramatische avond, die eindigde met knallende ruzie op het podium, oog in oog met een zaal vol publiek. 

Na 25 jaar vond zanger Jim Reid het tijd om die dramatische avond te vangen in het liedje ‘JAMCOD’, oftewel Jesus And Mary Chain overdose. Hij bezingt erin hoe hij totaal van de wereld op de vloer van zijn hotel belandt, maar half bewust van het drama dat zich die avond heeft afgespeeld.

The monkey's organ grinder, isn't grinding anymore
And I can't shake the feeling that I've seen this dream before
Fucking up and then falling down but it punts me to the door
And I can't see the ceiling 'cause I'm faced down on the floor


‘Dat is echt gebeurd’, vertelt Jim Reid over die anekdote. ‘Ik was met een heleboel vage aanhang in mijn kamer beland, God mag weten hoe. Ik herinner me dat ik over moest geven en dat ik met mijn gezicht naar de grond op het tapijt lag. De avond kwam in flitsen tot me. Ik dacht: wie zijn al die mensen, die net doen alsof het allemaal heel rock ’n roll en te gek is?! De ruzie die avond ging eigenlijk vooral tussen mijn broer William en Ben Lurie. Ben zei: "Ik speel nog mee in Los Angeles en daarna ben ik weg." Het was zo’n gespannen situatie dat ik mezelf compleet verloor in drank en drugs. Ik had geen idee waar ik was. Op een gegeven moment haalde ik uit naar William en begon ik tegen hem te schreeuwen, en toen zag ik de verbijsterde blikken van de band. Ik besefte: er is iets raars, er klopt iets niet. Ik draaide me om en zag dat een zaal vol mensen naar me stond te kijken. Toen pas viel het kwartje: dat is het publiek, dit is een gig. Op dat moment stuurde de promotor beveiliging het podium op om mij van het podium te trekken. De band heeft nog geprobeerd het optreden af te maken zonder mij, maar dat lukte ook niet. Dat was het, dat was het einde.’

Psychocandy

Schaamt ie zich ervoor? Is het met terugwerkende kracht ergens ook wel grappig? Hoe werkt zoiets? Jim Reid haalt zijn schouders op. ‘Ik weet het niet, het is gewoon wat er gebeurde’, zegt hij. ‘Water onder de brug, het is goed noch slecht, ik schaam me nergens voor. Al heb ik vaak gedacht: het had niet zo hoeven gaan. Het was in eerste instantie te pijnlijk om erover te schrijven, terwijl ik natuurlijk direct besefte dat het sterk songmateriaal is.’ 

In 1998 was The Jesus And Mary Chain een gelauwerde maar ook nogal weerbarstige band. Ze begonnen hun muzikale bestaan in Glasgow, de twee broers Jim en William (geen tweeling, William is drie jaar ouder). Maar daar kwamen ze in eerste instantie totaal niet aan de bak. Glasgow was keihard en zwaar in verval in de jaren zeventig en tachtig, vertelt Reid. De stad smeekte om investeerders, maar die kwamen pas jaren en jaren later. Er was geweld op straat, drugscriminaliteit. Glasgow Eyes, de titel van het nieuwe album, verwijst volgens Jim Reid naar een typische oogopslag die je veel zag in de Schotse stad: leeg, doods, hard. Dat klinkt op zich als een vruchtbare voedingsbodem voor de ongepolijste gitaarliedjes van broers Reid, waarin mooie en vaak melancholische melodieën gedrenkt werden in vuile gitaarpartijen, maar Glasgow moest er niets van weten. 

Met hun succesvolle debuutalbum Psychocandy (1985) legden ze evengoed de basis onder wat later de shoegaze-beweging zou worden. Maar die legde de band in Londen, waar de scene wel open stond voor hun vernieuwende geluid. ‘Onze bitterheid over onze thuisstad had iets kinderachtigs’, zegt Jim Reid nu. ‘We voelden ons miskend. Nu hebben we een deel van de nieuwe plaat opgenomen in Glasgow, in de studio van Mogwai. We zijn al jaren vrienden, onze manager David McBride heeft ook heel lang Mogwai begeleid. Ik vond het fijn om elke ochtend voor ik naar de studio ging door de stad te lopen. Ik voelde me nostalgisch, er kwamen steeds maar herinneringen op.’

Dikke junk

De invloed van de band op de latere shoegazescene ging verder dan alleen de muziek. Het ging ook om de houding, de podiumuitstraling. Letterlijk: staren je schoenen. Of in het geval van The Jesus And Mary Chain: twintig minuten met je rug naar het publiek spelen, niks tussen de liedjes door zeggen en zonder toegift vertrekken. Dat staat haaks op de extraverte rock ’n roll-iconen die de Reid broers zelf bewonderden: Iggy Pop, Johnny Rotten, Mick Jagger. Die laatste wordt geëerd in een melige ode aan de popmuziek die verrassend genoeg ‘The Eagles And The Beatles’ heet. ‘Grapje van William’, zegt Jim. ‘Ik geloof niet dat iemand van ons echt fan van The Eagles is, haha.’ Het nummer begint met de onmiskenbare riff van Joan Jett’s ‘I Love Rock ’N Roll’, en dat is natuurlijk ook geen toeval. Grappig genoeg grijpt The Jesus And Mary Chain ook met dit lollige, vrolijke liedje terug op hun meest duistere periode: de openingstrack van hun album Munki uit rampjaar 1998 heette óók ‘I Love Rock ’N Roll’. Weer een puzzelstukje dat op zijn plek valt.

’Die song is typisch voor de staat waarin de band op dat moment verkeerde’, vertelt Jim Reid. ‘William had een nummer geschreven dat ‘I Hate Rock ’N Roll’ heet, het staat ook op Munki, maar dan als laatste nummer. Ik vond dat een mooi liedje maar in mijn ogen vertelde het maar de helft van het verhaal. Daarom schreef ik ‘I Love Rock ’N Roll’. William vond dat niks, hij dacht dat ik het als sneer naar zijn liedje bedoelde. Maar dat was niet zo, het waren twee kanten van dezelfde medaille, de ideale dubbele A-kant. Het is ook zo: William bezong de negatieve kanten die op dat moment overheersten, maar rock ’n roll had ons een uitweg gegeven, zonder de muziek geen leven.’

Dat voor William de zwarte kant van de medaille overheerste is natuurlijk niet raar. Om zijn ongemak op het podium te counteren verkeerde Jim in een voortdurende staat van bedwelming. Zeg maar gerust: verslaving. Er staat nog een liedje over op Glasgow Eyes. Het heet ‘Chemical Animal’ en gaat over de geheimen die met verslaving komen. Je zou zeggen: het cocaïnegebruik van de Reid broers was zo openlijk en zo onderdeel van de band dat er geen geheimen nodig zijn, maar zo zit het toch niet. ‘Je kunt het heel lang romantiseren, maar als ik eraan terugdenk waren die jaren aardig afgrijselijk. Als het een dag niet lukte drugs te scoren kon je de dag afschrijven, dan kwam ik mijn bed niet uit. Er waren zoveel momenten dat ik om zes uur ’s morgens in een taxi zat omdat mijn coke op was. Dat kon soms dagen en nachten achter elkaar doorgaan, en als de drugs uitgewerkt waren begon het vreten, drie dagen non stop junkfood. Ze zeggen dat je van coke dun wordt, maar ik at na zo’n driedaagse rush op de vierde dag voor een hele week aan slecht voedsel. Mensen hebben vaak genoeg tegen me gezegd: huh, jij bent toch een cokeverslaafde? Waarom ben je zo vet?’

Limonadeglazen whiskey

In de stille jaren probeerde Jim Reid zijn leven op de rails te krijgen en af te kicken, maar besefte hij ook dat de band, inclusief alle spanningen en ruzies, nog altijd beter was dan een leven zonder The Jesus And Mary Chain. ‘Hoe erg het ook was met de band, we hadden ook ons hele leven in East Kilbride kunnen blijven hangen, for fuck’s sake.’

Drugs raakte hij na die tijd nooit meer aan, bezweert hij. Maar de eerlijkheid gebiedt hem te zeggen: nuchterheid komt en gaat. ‘Ik probeer niet te drinken, maar steeds als ik het vijf jaar volhoud, gebeurt er iets in mijn leven waardoor het mis gaat. In drugs heb ik echt geen interesse meer, maar helaas drink ik simpelweg te graag. De band heeft wel een andere rol in mijn leven gekregen, en daarmee ook het gebruiken. Na 1998 was er negen jaar helemaal geen band, en in die tijd trouwde ik en kreeg ik kinderen. Nu sta ik op het punt om te scheiden, maar ik heb nog altijd mijn kinderen, die ik iets te geven wil hebben. Een band heeft niet veel nodig, een paar liedjes elke paar jaar. Maar zo werkt het niet met een gezin.’

Jim Reid zou zichzelf geen natuurlijke of conventionele vader durven noemen. Dat wil zeggen: als je jezelf om de zoveel tijd weer aantreft met een groot glas whiskey aan de ontbijttafel, gaat er toch iets niet goed. ‘En dan zei ik tegen mezelf: mijn kinderen hebben toch niets door, ze zijn te jong om het te begrijpen. Ik romantiseerde het niet hoor, begrijp me niet verkeerd. Ik wist dat het verschrikkelijk was wat ik deed en dat ik het niet zou moeten doen. Ik struikelde niet door de keuken, gedroeg me niet als een dronkenlap, maar ik dronk simpelweg de hele dag, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Toen Simone vier werd besloot ik: het moet nu stoppen. Ik goot mijn fles leeg in de gootsteen en ging naar de AA. Na een paar jaar begon het weer opnieuw. Op dit moment ben ik nuchter, maar ik weet maar al te goed dat ik op een dag weer ga beginnen als ik tegen dingen op loop in mijn leven die ik niet kan verwerken.’

Wat dat betreft is het misschien wel de kat op het spek binden om weer op tour te gaan met The Jesus And Mary Chain. Een kleedkamer zonder alcohol bestaat immers niet. Maar de band ziet Reid niet als risicofactor, zegt hij. ‘Ik heb in de hele jaren tachtig en negentig nooit nuchter opgetreden. Niet één avond, nul. Dus de eerste keer zonder drank vond ik doodeng. Het was op Coachella en vooraf scheet ik in mij broek. Maar na afloop dacht ik: dat was lang niet zo erg als ik verwacht had. Sterker nog: ik geniet er veel meer van. Zelfs in periodes dat ik weer aan de fles ben, laat ik hem staan voor optredens. Ik kan me niet meer voorstellen hoe ik ooit compleet fucked up op het podium kon staan. Dronken spelen is egocentrisch en rampzalig. Ik dacht er larger than live mee te worden, net zoals de muzikanten die ik bewonder. Ik zal nooit Iggy worden, ik zal nooit over het podium springen, maar wat maakt dat uit? Ik voel me een stuk meer op mijn gemak nu ik mijn ongemak omarmd heb.’

The Jesus and Mary Chain speelt zondag 21 april op Roadburn in Tilburg en woensdag 24 april in Paard, Den Haag.