Het was de avond van de Champions League Finale, weet Jack McEwen nog. En het was hun grootste show ooit, met voorsprong. De Australische band Psychedelic Porn Crumpets zal zijn passage op Best Kept Secret 2023 niet snel vergeten. De nacht was al ingegaan, het hele terrein werd overgenomen door dj’s en nachtuilen, en zij mochten de gitaren nog even laten gieren. De tent rook naar stof en nieuw zweet, en de band liet de stem van Luciano Pavarotti door de tent schalen, om er vervolgens ongenadig in te vliegen met een mix van garagerock en heavy metal riffs. Super technisch, maar vooral: super energiek.
Met gestrekt been erin vliegt de band ook op Fronzoli, hun zesde album. Het begint namelijk met een keiharde song waarin twintig ideeën over elkaar heen buitelen. Zo, pak aan. Het is even wennen voor Psychedelic Porn Crumpets-fans die gehecht zijn aan de bekende acidkleurtjes op hun albumcovers, maar op de hoes van Fronzoli staat een waanzinnig coole foto van een omaatje met een enorme sigaar. Die oma, zo blijkt, is van de vrouw van Jack McEwen, het brein van de band. En die foto is geen vijftig jaar oud, afkomstig uit een stoffige doos onder het bed, zoals het lijkt. ‘Nee, die foto is genomen op mijn bruiloft, in maart dit jaar. Ik was met het fotoalbum bezig en deze stak overal bovenuit. Mijn manager zei direct: dit is een albumcover. Ze is trouwens een hele lieve vrouw, dat ook nog eens. De foto deed me denken aan de eerste hoes van Arctic Monkeys.’
Psychedelic Porn Crumpets, een doldwaze naam voor een doldwaze band. Ze komen uit Perth, Australië, de stad van Tame Impala, en brachten onlangs hun zesde album in acht jaar tijd uit. Of ze… eigenlijk ontstaan alle songs helemaal bij zanger/gitarist Jack McEwen. Maar een loner is hij niet, beweert hij. ‘Ik groeide op in de pub’.
Langharige golfer
En dat is dan weer een connectie met zijn echte thuisland: Engeland. Jack McEwen groeide op in een klein dorp ten noorden van Londen. Zijn vader was er bouwvakker, zijn moeder kleermaker. ’s Avonds waren ze vaak in een van de zes pubs te vinden die het dorp rijk was. En de kleine Jack voelde zich er ook thuis. ‘Ik groeide op in de pub’, lacht hij. ‘En op het voetbalveld. Ik speelde ook cricket, en dat kwam goed uit toen ik naar Australië verhuisde. De laatste tijd ben ik helemaal into golf, spelen jullie dat in Nederland ook?’ Zie je het voor je, een de baardige frontman van een hysterische garagerockband met een golfclub in zijn hand? ‘Oh jazeker’, zegt hij. ‘Dat was echt een ding hier tijdens de lockdowns. Je mocht van alles en nog wat niet, maar wel golfen. Die sport kun je immers met social distancing uitvoeren. Het is geweldig om door een botanische tuin te wandelen en af en toe een bal een hengst te geven, een biertje erbij.’
Hij was een jaar of dertien toen zijn ouders hem meenamen naar de andere kant van de wereld. Hij moest zijn hele leven achterlaten, inclusief de band waarin hij al sinds zijn tiende speelde, maar de overgang beviel hem, zegt McEwen. ‘Er zijn hier zoveel culturen, dat vind ik te gek. Er zijn veel Europeanen, Italianen, Britten, hele Griekse families, Zuid-Afrikanen, uiteraard een hoop Aziaten. Dat herinner ik me nog het meest van de tijd dat we hier net waren, dat het eten zo gevarieerd en zo lekker was. Het was veel progressiever dan ik gewend was uit dat kleine Engelse dorpje.’
Ook qua muziek viel McEwen met zijn neus in de boter. Perth is een muzikale stad, opgezweept door het succes van Tame Impala. Muzikaal heeft Psychedelic Porn Crumpets meer gemeen met het superproductieve King Gizzard & The Lizard Wizard, maar psychrockkluizenaar Kevin Parker was in zijn eentje de motor achter de scene. ‘Door hem wilde je in een band spelen. Door hem kwamen mensen op het idee een labeltje te starten, een zaaltje te openen of posters te gaan ontwerpen. Zonder Tame Impala was ik misschien wel een dance-act begonnen a la Flume. Ik luisterde ook een tijdje naar acts als Knife Party en Pendulum, dus dat had zomaar gekund. Maar als hij de wereld kan veroveren, dan kan ik dat ook. Zo dacht iedereen om me heen erover. Zo werd een complete scene geboren.’
Net als Kevin Parker begon McEwen in zijn eentje muziek te maken. In zijn eentje met een kamer vol instrumenten en een computer met Ableton, maar altijd met de deur en het raam open, iedereen was welkom om zich aan te sluiten of simpelweg even aan te waaien. Hij nam instrumenten op met een handheld Zoom recorder, experimenteerde met indirect geluid door het opname-apparaat in een kussen te verstoppen, en zo goochelde hij die zes albums bij elkaar. ‘Het gebeurt allemaal met wat er in deze kamer past’, wijst hij om zich heen. ‘Ik heb hier gitaren, bas, versterkers, drums nemen we ergens anders op. En de reden dat op de nieuwe plaat geen toetsen te horen zijn is praktisch: de piano past niet door deze deur. Hij staat hiernaast, met spinnenwebben erop. Ik zeg je eerlijk: soms droom ik best eens van een echte studio hoor. Hoe zouden we klinken als het allemaal eens echt goed opgenomen kon worden?!’