Véras Fawaz kennen we als videoclipmaker, filmregisseur, indiemuzikant, zeg maar gerust alleskunner. Nu is ook zijn schitterende debuutalbum uit, een persoonlijke conceptplaat over de contractbreuk met zijn ‘ontspoorde familie’. 'Ik wil dit niet meer in mijn eentje dragen.'

'Familie zat nooit echt in mij / Ook al wou ik wel bij jullie zijn,' zingt Véras Fawaz (29) over een verknipte beat op 'Bij Jullie Zijn'. En even later zingt hij in het outro: 'En ik zoek naar vrede / Er zijn wormen in mijn hoofd / Waar is mama? / Waar is papa?' Het is de opener van Het Niets, zijn naar Spinvis lonkende debuutalbum dat elektronica, rock en house verweeft in stemmige indiepop. Zelden wordt Véras letterlijk, liever laat hij je graven naar de betekenis. Maar spits je oren, en je hoort dat Het Niets een hyper persoonlijke plaat is waar Véras zijn ziel en zaligheid in heeft gestopt.

Het Niets is een conceptplaat over zijn disfunctionele familie, waarmee hij een jaar geleden het contact verbrak, zo vertelt hij in zijn studio-appartement in Utrecht. Hij maakte er zelfs een duimendik boek bij, vol verhalen, gedichten, een stamboom van zijn familie, verontrustende appjes tussen Véras en zijn ouders (zijn vader: 'ik heb alle geld gepakt wat ik gespar ik alles verlies in de casino, ik ben alles kwijt, 650 euro'. Véras: 'Okay, ik maak 1000 euro naar je over okay?'), gesprekken met zijn psycholoog en een uittreksel van de diagnose die hij vorig jaar bij therapie kreeg (‘persisterende depressieve stoornis’) met de complete toelichting erbij.

Het is eerlijk, zo eerlijk dat je je kunt afvragen: waarom zou je alles zó open en bloot op tafel leggen? ‘Toen ik het album maakte ging ik in therapie en moest ik alles uitschrijven,’ vertelt hij, zoals hij het komende uur blijft praten: feitelijk en zonder oordeel. ‘Het voelt heel bevrijdend om je diepste angsten en gevoelens fysiek te maken en weg te geven.’

‘Mijn hele familie is ontspoord. Mijn vader was afwezig, mijn zus, broer en broertjes zijn drugsverslaafd, en mijn kleine zusje ging al vroeg de criminaliteit in en heeft een problematisch vriendje. Mijn moeder heeft veel foute vriendjes gehad, en die hebben weer invloed op ons gehad. Dat is helemaal uit de hand gelopen met drugs en prostitutie, en wij hebben als kinderen veel te veel gezien. Het is zo raar. Als ik langskom zegt mijn broer: hey, waarom zie je eruit als een vieze flikker? En dan gebruikt er iemand in de keuken. Het is geen plek waar ik me veilig voelde. Wat er vorig jaar gebeurde was de laatste druppel. Ik wil het verhaal vertellen, omdat ik het niet meer in mijn eentje wilde dragen.’

Maakdrift

Toch raakt Véras eigenlijk zelden geëmotioneerd tijdens het gesprek. Sterker nog, hij schakelt moeiteloos tussen rare verhalen over de inwoners van het bejaardentehuis waar hij woont, hij vertelt zijn persoonlijke ontboezemingen feitelijk en met een bepaalde afstand, om vervolgens super enthousiast z’n favoriete platen uit de platenkast te trekken: My Bloody Valentine, Brian Eno, Air, The Field en Sufjan Stevens, maar ook Daniel Johnston ('Niet per se iemand die het mooist zingt of de mooiste melodieën maakt, maar het is heel puur, gemaakt om iets te verwerken, dat herken ik'), Nick Drake ('Als ik Pink Moon hoor, dan hoor ik alleen hem en zijn gitaar, het is heel puur'), en Thom Yorke ('Zijn pessimisme en nihilistische kijk op de mensheid, dat hoor je ook wel in Het Niets').

Overigens is de kans veel groter dat je Véras niet kent van zijn muziek, maar zijn andere werk: als videoclipmaker maakte hij waanzinnige clips voor Faberyayo, MEROL, WIES, Rondé, Maan (nummer 1-hit 'Stiekem') en Goldband (voor de clip van 'Noodgeval' werd hij genomineerd voor een Edison), hij regisseerde al een korte film en begon in een ver verleden als creatieve Youtuber in de hoek van Joost Klein en Stuntkabouter. Toen maakte hij vaak absurde, grappige maar ook hele domme video’s (in zijn eerste viral dronk hij een vol getufte maatbeker op midden op een schoolplein).

Volgde je Véras’ Youtube kanaal Fijne Vrienden, dan zag je een grappige, brutale, onverschrokken gast, maar in werkelijkheid was Youtube zijn uitvlucht voor een hele nare thuissituatie. ‘Mijn broertje en zusje waren ondertussen al aan het escaleren met drugs en criminaliteit,' vertelt hij. 'Ik was vroeger altijd op zolder, ik deed mijn eigen ding, en zonderde me af. Ik dacht: dit is niet wie ik wil zijn. Mijn enige manier om te connecten met mensen was filmpjes maken.’

Nog steeds kun je zijn hele hele jeugd terugvinden op Youtube. ‘Mijn twaalfde tot zeventwintigste, je ziet die hele groei. M'n puberteit, de afzwakking daarvan. Ik heb rare, cancelwaardige dingen gemaakt, maar ik laat het toch online, ook al schaam ik me ervoor. Net als dit boek, en mijn gedachtes: het is wat het is. Ik hoef de geschiedenis niet te veranderen, ik wil dingen vastleggen en de tijd bevriezen.’ Om die reden begon hij ook muziek uit te brengen in 2018, een EP genaamd Ali: 'M'n vader heeft een tweede gezin, zijn zoontje Ali kwam te overlijden vlak na de bevalling. Ik wou een plaat maken omdat ik wou dat ie niet vergeten werd.’

‘Die maakdrift is bijna een vloek. Ik vind het moeilijk om over mijn gevoelens te praten, maar heel chill om te maken. Ik voel me nutteloos als ik lang niet iets maak. Dan wordt het zwaar. De reden dat ik in therapie ging was niet voor mezelf of m'n issues, maar dat ik niet meer kon maken. Ik dacht: oh shit, blijkbaar komen al die verhalen die ik wil vertellen, uit een plek die ik niet heb verwerkt. Zodra het mijn werk beïnvloedt, dán wordt het problematisch.'

Niemand in Het Niets

Op dat punt kwam hij anderhalf jaar geleden. ‘Steeds vaker zag ik hoe persoonlijke problemen – soms onbewust – terugkwamen in mijn werk. In 2021 vertelde mijn vader me dat hij mijn moeder, vlak voor de scheiding, had betrapt met een andere man. Dat was de eerste keer dat ik dat hoorde, en toen heb ik die videoclip voor WIES gemaakt. 'Leugenaar', over een man die vreemd gaat, maar eigenlijk ging het over míjn moeder. Zo probeerde ik altijd met problemen om te gaan, maar op een gegeven moment ging het gewoon niet meer. Ik had geen zin meer om te maken, ik wilde het liefst verdwijnen. Niet door van de brug af te springen, maar gewoon even weg zijn. Even niemand zijn in een hele grote stad, weg van mijn naam, weg van de dingen die ik had meegemaakt, weg van mezelf.'

Die depressie werd versterkt door zijn familiesituatie. 'Sinds ik uit huis ben voel ik me een stuk vrijer, maar elke keer als ik naar m'n moeder ging kwam ze met een hele waslijst van hoe slecht het met iedereen ging: over de GHB-verslaving van mijn broer, mijn stiefvader die vreemd ging met mijn zus, die verhalen deden altijd pijn.'' En toen kwam de druppel. 'Op een dag kwam mijn zus onaangekondigd langs en zei: "Je moeder gebruikt nu óók GHB". Ik was zo in shock. Mijn moeder heeft een jaar lang gevochten om mijn broertje in de kliniek te krijgen. Nu gebruikte ze hetgeen waardoor ze alles was verloren, én ze loog erover. Pas toen klikte het: al die jaren had ik een beeld gehad in mijn hoofd, dat m'n moeder de liefste persoon in de wereld was, dat ze sterk was en keihard voor ons vocht. Dat beeld was de afgelopen jaren steeds verder afgebroken, nu was ze definitief van haar voetstuk gevallen.'

Een magisch eiland

Die contractbreuk was bevrijdend, bezweert hij. 'Ik móést mezelf aan het werk zetten. Stiekem was ik al een jaar bezig met gedichten schrijven, en al die dingen waar ik mee zat in notities te verwerken, er lagen zelfs al een paar liedjes. Ik wist: ik ga dit alleen kunnen vertellen in een album. Ferry Roosenboom, de labelbaas van Excelsior, zei: "Ga naar Vlieland, die plek doet magische dingen met je". Dus ik ben een week gegaan met producers Daniel en Timo, en iedere dag kwam een andere artiest: Gotu Jim, Jeanne Rouwendaal van WIES, Stefano Keizers, een stel producers. Maar ik had A4'tjes opgehangen met: "Véras is een mislukte muzikant zonder ambitie". Zodat meteen duidelijk was: we gaan geen hits maken, we doen wat goed voelt. Jeanne heeft me gepusht om heel eerlijk te zijn. Lastig, maar ook mooi. Op 'Vier' bijvoorbeeld: dat gaat over specifieke ruzies, over het drugsgebruik in mijn familie, aan het einde zingen we: 'Misschien ben jij, misschien zijn wij, misschien ben ik wel het probleem.' Vier uur lang hebben we samen piano zitten spelen terwijl ik de tekst schreef, daarna hebben we het in één take opgenomen en ben ik in mijn eentje naar buiten op het strand gegaan om te huilen. Ik ben er heel trots op, het is heel puur.'

Hero's journey

Sindsdien is hij in therapie geweest, en kreeg hij de diagnose 'persisterende depressieve stoornis'. 'Veel mensen zullen schrikken van zo'n diagnose, maar ik vind het bevrijdend: oh, er is inderdaad iets mis met me. En het is erkenning, dat dit allemaal écht is gebeurd en invloed heeft. Het proces was heel satisfying, net als een film: in de derde acte los je een probleem op, in de vierde kom je aan het einde van de hero’s journey eruit en heb je je probleem overwonnen. Dat zing ik ook aan het einde van de plaat: ik wil iemand zijn, ook al weet ik dat het bestaan in zekere zin zinloos is. Maar als niets meer uitmaakt, maakt alles uit. Waar de betekenis in zit? Door er zelf iets van te maken. Of om iets te maken.’ Een album, bijvoorbeeld. Hij grinnikt. ‘Door iets te maken kun je van niets naar iets gaan.’

Desondanks merkt Véras dat-ie anders tegenover zijn werk is gaan staan. ‘Ik merk dat ik meer van mezelf ben gaan houden. Mijn werk is nu hoe ik me voel, niet meer wie ik bén. Nu ik dit heb gemaakt weet ik: mijn identiteit is óók waar ik vandaan kom, en de dingen die ik heb meegemaakt. Ik wil me niet langer verstoppen, ik wil dat mensen het weten.'

Tegenwoordig rekent Véras zich rijk dat-ie allemaal lieve vrienden om zich heeft, die van hem houden om wie hij is. 'In de eerste plaats heb ik de plaat gemaakt voor mijn familie. Dat ze mij beter begrijpen en mijn gevoelens. Ik dacht: als we praten laat ik jullie dit boek lezen en dit album horen. Dat is de enige manier om iets te veranderen. Maar nu ik het heb gemaakt, weet ik niet of ik de behoefte heb om het contact weer op te pakken.'

Hij heeft zijn ouders recentelijk wel weer gesproken. ‘Maar dat heeft wel een jaar geduurd. Ze zijn allebei naar de release party gekomen. We deden 2 sessies. Bij de eerste was mijn moeder erbij. Dat was super heftig. Ik moest een dankwoord doen, maar ik ben gewoon weggelopen, ik kon haar niet zien. Kort ervoor had ik haar het album al laten horen. Ze zei: “Oh ja, heel triest”. Mijn vader was bij de tweede sessie. Hij zei alleen: “Het is heel apart”. Ze snappen niet wat ik maak. Dat is heel triest, maar ik kan ze niet vragen me te begrijpen of te erkennen wat er is gebeurd. Door het album begrijp ik mezelf wel beter. Ik heb dit meegemaakt, ik heb het gevoeld, ik weet dat het écht is.’