In 2022 wordt Zeeuwse band De Toegift een Popronde-hit die zelfs de dronken caféganger de mond snoert. Zaterdag presenteren ze hun langverwachte debuutalbum op Noorderslag (met viool en dwarsfluit), dat een week later uitkomt. Frontman Maxim vertelt over de manier waarop hij werd weggerukt van het strand dat hem zo dierbaar was.

Het is een plek van oorverdovende stilte die zich ‘s zomers vult met Duitse en Vlaamse nummerplaten, waar het streekvervoer op zondag niet bestaat en het leven niet compleet is zonder een pan gekookte mossels (mosselen zal je daar niemand horen zeggen). Wie aan zee woont, zal erkennen dat het je hele karakter vormt. Zo ook Maxim Ventulé, frontman van de band De Toegift, die als driejarige naar Vlissingen verhuist. Het Zeeuwse Nollestrand wordt het decor van zijn gehele jeugd. ‘Ik bouwde er zandkastelen, ging er met mijn vrienden heen, ik nam mijn eerste jeugdliefde er mee naartoe’, vertelt hij. ‘Nu ik er niet meer woon, heeft het een aantrekkingskracht die bijna mythisch is. Iedereen die ooit aan zee heeft gewoond, heeft hetzelfde.’ 

Verwerking

Hun debuutsingle vernoemen ze dus ook naar het Nollestrand, en De Toegift gooit er begin 2022 meteen hoge ogen mee. Op rondreizend festival de Popronde weten ze zelfs de dronken caféganger de mond te snoeren met hun adembenemend mooie liedjes, tekenen bij liefhebberslabel Snowstar Records (o.a. I Am Oak en broeder Dieleman) voor een debuutalbum dat volgende week verschijnt en spelen zaterdag op Noorderslag. 

‘Nollestrand’ zet de toon voor de liedjes die volgen: folky, minimalistisch, dan weer een kwetsbare piano of toch ineens weer een zwoele saxofoon. Vaak zijn ze abstract, maar toch vaak weer met een gevoel dat je doet verlangen naar de wind en de zee. ‘Nollestrand’ is het middelpunt, met een reden: ‘Het is de meest pure, onaangetaste jeugdherinnering.’ 

‘Nollestrand’ gaat ook zeker over hoe hij daar werd weggerukt: Maxim is 21 jaar op het moment dat zijn moeder overlijdt. Zijn vader vertrekt al eerder uit Zeeland, en andere familie heeft hij er niet. Hij verhuist naar Breda, waar hij dan studeert. Hij besluit er liedjes over te schrijven: over het gemis, over het verlangen naar mijn moeder, maar ook naar die plek. Een plek die met de geasfalteerde boulevard en hoge woontorens helemaal niet zo sfeervol is. ‘Ik mythificeer. De lelijke dingen, de huizen, de drukte in de zomer, dat filter ik weg in mijn liedjes. Ik denk aan het windorgel en de keren dat ik er alleen liep, door wind en weer.’

De plek waar hij nu woont, samen met gitarist Tom Gudde, is net zo goed belangrijk voor de plaat, vertellen de twee in de keuken van hun eclectische roze- en groengeverfde appartement, tussen het vintage meubilair en de jaren zeventig Brabantia beschuitblikken in. Het complex heeft een gedeelde tuin, en wordt halfgrappend een ‘kleine commune’ genoemd. Die tuin speelt ook een rol op de plaat: Maxim raakt er zijn sleutels kwijt, en sluit zichzelf buiten. Hij besluit er een gedichtje over te schrijven, en dat wordt het liedje “Soms”. ‘Die tuindeur waar ik over schrijf is deze deur’, zegt hij, wijzend naar het hek dat naar de stoep leidt. In coronatijd is het huis vrijwel de enige plek waar er geschreven wordt. ‘Op dat moment werd er ineens op de rem getrapt. Er was heel veel gebeurd in de jaren vooraf, en dan wordt je in die tijd plotseling gedwongen daarop te reflecteren.’ Het was opnieuw een proces van verwerking.

Little Symphonies wordt De Toegift

De verwerking van het verleden begon eerder al in het Engels, met Little Symphonies. Waarom dan ineens de switch naar het Nederlands? ‘Je kunt je beter afvragen waarom waren we ooit een Engelstalige band waren’, grinnikt Tom. Maxim: ‘Met Little Symphonies had ik een plaat gemaakt uit een soort noodzaak om het verlies van mijn moeder te verwerken.’ Op dat moment zit de band in een traject met Pop aan Zee, een Zeeuws coachingstraject voor bands. Daar wordt aangeraden eens met broeder Dieleman te praten. Tom: ‘Hij was de eerste die gewoon een keer keihard zei: “Waarom zingen jullie eigenlijk in het Engels?”’ Maxim: ‘broeder Dieleman vertelde ons dat hij op latere leeftijd is begonnen met muziek maken. Voor hem was de reden dat zijn moeder overleed. Toen is hij liedjes gaan schrijven over Zeeuws-Vlaanderen. Hij zei: “Als dit zo bijzonder en persoonlijk voor je is, waarom dan niet in je eigen taal?”’ Diezelfde avond, na dat koffietje op het plein, schrijft Maxim ‘Nollestrand’. Tom: ‘De discussie of we überhaupt in het Nederlands gingen schrijven was daarmee ook in een klap weg.’

Verwantschap

Als Zeeuwse, Nederlandstalige band met ruimte voor verstilling zijn vergelijkingen met Bløf (ook uit Vlissingen) en Racoon onvermijdelijk. De Toegift heeft zelfs een directe link met Bløf: Franklin Schieman, die de saxofoonsolo op o.a. ‘Nollestrand’ speelt, deed dat ook in ‘Liefs Uit Londen’. ‘Ik voelde altijd een afstand tussen mezelf en andere Zeeuwse artiesten’, vertelt Maxim. ‘Tot ik een keer met Peter Slager van Bløf speelde. Ik had een heel mooi moment met hem. Terwijl hij een liedje aan het spelen was, kreeg ik een besef: toen ik een jaar of vier was, trad Bløf op op Het Nollestrand. Dat herinnerde ik me ineens weer. Ik vond dat een raar besef: dat ik dan nu op het Nollestrand aan het spelen was, met hem, op zee. Ik voelde daar wel een verwantschap. Het is een hele grote band met een heel ander publiek, maar als ik dan met hem praat over wat hij voelt voor Zeeland, daar zo op een boot, dan past het eigenlijk heel goed, de uitwerking is alleen anders.’

Op 21 januari speelt De Toegift op Noorderslag, waar ze hun gelijknamige album presenteren dat 27 januari uitkomt. In februari en maart staan ze in Nijmegen, Utrecht, Rotterdam en Amsterdam.