Nederpop-neuroot NONCHELANGE barst van de goede ideeën. Vandaag verschijnt zijn album Muziek voor de Luisteraar, op Noorderslag belooft hij een nogal ontregelende show te presenteren. ‘Ik heb een haat-liefde-verhouding met publieksparticipatie.’

‘Teringleiers.’ De stem van Google Translate zegt het even neutraal als-ie alle andere woorden uitspreekt. Nog eens. ‘Teringleiers.’ En dan: ‘Doe normaal.’ ‘Loesoe.’ Het is september 2021. Dit is de allereerste Popronde-show van NONCHELANGE. Een Nijmeegse bibliotheek met het publiek op klapstoeltjes voor de neus van frontman Maarten Hutman. Hij kijkt steeds gekwelder. Boos draait-ie uiteindelijk om naar het bandlid dat niets anders doet dan domme woorden invoeren in zijn laptop, om die TIJDENS de liedjes te laten uitspreken, dwars door Maarten’s zanglijnen heen. Maarten zucht. ‘Nou effe kappen!’

Wat een zooitje. Het is de meest ontregelende show die ik ooit heb gezien op de Popronde. Maarten had geen geld om elke Popronde-gig weer zijn hele band in te huren, dus bedacht hij iets anders. Dan maar een backing track, een bandje waarop zijn licht-absurdistische Nederpop-liedjes klinken. We horen een vleugje Mac DeMarco. Een schepje The Growlers. Een snufje Doe Maar, wat Herman van Veen erbij en vooruit, ook een onsje Faberyayo. Die backingtrack, daar daar zingt-ie dan overheen. Eigenlijk een soort karaoke dus, zo is het idee. En als je dan tóch karaoke gaat doen, maak er dan ook maar een heuse karaokeshow van. Met de songteksten in comic sans op een Powerpoint-presentatie (daar is bandlid 1 verantwoordelijk voor) en de Google Translate-stem als extra instrument (bandlid 2). Geboren uit nood, maar het blijkt een vrij hilarisch concept. ‘Die eerste Popronde-show was ik ook echt boos op dat bandlid, hij was de hele tijd aan het kutten’, vertelt Hutman nu. ‘Er ging die shows ook altijd wat mis, maar dat vond ik ook heel waardevol. Het reguliere band-idee werkte in die tijd niet voor me, ik moest iets anders bedenken.’

Zo heeft de 25-jarige Maarten Hutman uit Ommen (een klein gehucht nabij Zwolle) de hele tijd steengoede, weirde ideeën, vertelt hij een paar dagen voordat zijn debuutalbum Muziek voor de Luisteraar verschijnt. Bijvoorbeeld: hij wilde eigenlijk een escape room ontwikkelen als albumpresentatie. Je weet wel, zo’n hok waar je vast komt te zitten in de wereld van NONCHELANGE, en de enige manier om eruit te ontsnappen is door likes te geven. Oh ja, nog zo’n idee: een expositie! Als bezoeker beland je in de wachtkamer van de psycholoog. Je krijgt een koptelefoon op met de muziek van NONCHELANGE. Hij gniffelt. ‘En de luisteraar mag besluiten wat er precies mis is met mij. Je mag een diagnose bepalen en ongevraagd advies geven.’

Welke diagnose verdient NONCHELANGE?

Ja, welke diagnose zou je NONCHELANGE dan geven? De liedjes zijn stuk voor stuk grappig, maar er klinkt ook altijd een bepaald ongemak in door. Het gevoel dat-ie niet helemaal op dezelfde frequentie zit als de rest van de wereld, dat de mensen hem niet begrijpen, hoezeer hij ook zijn best doet. Soms het gevoel dat hij op de rem staat en helemaal níéts voelt, terwijl er wel degelijk aanleiding is om dingen te voelen. Zit NONCHELANGE ergens op het spectrum? Is hij een neuroot? Is dit een depressie? Het meest helder is natuurlijk het liedje ‘Symptomen’. Het zou een liefdesliedje kunnen zijn, maar is ook het lijflied van een echte hypochonder die in de kleinste pijntjes meteen een ernstige ziekte herkent en bang is dat-ie doodgaat.

‘Ja’, zucht hij, ‘ik had het van de week nog: ik heb al een tijdje een blauwe plek op mijn arm, en weet niet waar die vandaan komt. Dan denk ik meteen: heb ik een gekke vorm van kanker?!” Op zich wel intens om dat te denken. Als ik in de bioscoop zit, het is spannend en mijn hart gaat sneller kloppen? Dan denk ik meteen: “NU KRIJG IK EEN HARTAANVAL.” Ik heb weleens gedacht dat ik teelbalkanker had, een hele scan laten maken in het ziekenhuis. En de laatste jaren heb ik veel stressgerelateerde klachten: nekpijn enzo, die doorstraalt naar mijn hoofd. Dat komt door mijn houding, maar wordt versterkt door stress en vermoeidheid. Dan denk ik ook meteen dat ergens een tumor zit.’

Je Moeder Heet Henk?!

Hutman is geboren en getogen in Ommen, een stadje 25 kilometer ten oosten van Zwolle. Nou, daar gebeurt dus precies geen ene fuck. Er is niemand die ook van The Strokes of Tame Impala houdt, niemand die zin heeft om een band met je te beginnen. Dus wat deed Hutman in zijn jonge jaren? Hij leefde op het internet. ‘Ik had in Ommen het gevoel dat ik de verbinding met mensen miste. Ik ben echt online opgegroeid, heb zelfs eens een liedje geschreven dat ik later moet worden uitgestrooid op het internet.’ Hij speelde Runescape en maakte hele domme video’s waarbij hij emorockliedjes monteerde onder de beelden van die online videogame. Dat liep best lekker: uiteindelijk pakte hij zo’n 2 miljoen views op zijn kanaal. Hij leerde drummen, begon ook drumspullen te verzamelen en verhandelen, en op de eerste dag dat-ie drummicrofoons had nam hij ook een liedje op. ‘Je Moeder Heet Henk’, een teringdom pubergrapje op de akkoorden van Herman Brood’s ‘Saturday Night’, dat hij uploadde op YouTube en aansloeg bij pubers in het hele land en, echt waar, viraal ging. Zoek maar eens op, kun je lachen. Ook toen wist NONCHELANGE al wel wat-ie deed, vertelt hij, tenminste een beetje. Hij reageerde slim onder andermans video’s om views te pakken, en ‘Je moeder’ is een nogal veelgebruikte zoekterm onder jongeren.

Een blauwe maandag deed hij vervolgens een HBO Commerciële economie. ‘De kutste tijd van mijn leven. Ik was een jaar of 17, lag ’s avonds in mijn bed en voelde me ontzettend slecht. Ik realiseerde dat ik geen kind meer was, dat ik het kindergeluk echt kwijt was en mijn leven opnieuw waarde moest leren geven.’ Zijn moeder vond een popacademie in Leeuwarden ‘waar ik geen noot voor hoefde te kunnen lezen’, en daar ontstond NONCHELANGE. In eerste instantie schreef hij veel namaak-Faberyayo-liedjes. Hij maakte zelfs eens een album met A.R.T., producer uit de Opgezwolle-kliek, die hij onuitgebracht de prullenbak in gooide. ‘Ik ben een perfectionist, en waak er wel voor geen gebaande paden te bewandelen. Dat vind ik echt verschrikkelijk: dat je hoort dat het een-op-een geïnspireerd is door dít of dát. Het was gewoon niet goed genoeg.’ Uiteindelijk lukte het steeds beter om zijn voorliefde voor indie en de drumsounds van Tame Impala te combineren met de eigenaardige Nederhop waar hij fan van was, en dat om te vormen tot iets eigens. Na jaren en jaren neurotisch schaven, o.a. met producer Jasper Maekelberg (Balthazar/Warhaus/Faces On TV), is dat Muziek voor de Luisteraar geworden.

Hij is er klaar voor om de plaat te presenteren, ook in het hol van de leeuw, de ultieme muzikale vleeskleuring: Noorderslag. De toch al ontregelende karaokeshow? Die heeft inmiddels monstrueuze vormen aangenomen, vertelt hij. ‘Ik speel live met band, maar het wordt een soort voetbalopera. Er is een opstelling met twee goals. Ik heb een vier meter breed LED-scherm waar de teksten op voorbij komen. Tussen de wedstrijden -… eh, nummers…- door verandert het LED-scherm in een soort reclamebord. En de luisteraars? Die moeten mij aanmoedigen als supporters. Ik heb een haat-liefde-verhouding met publieksparticipatie, het leek me wel mooi om dat uit te melken.’

NONCHELANGE speelt zaterdag 21 januari op Noorderslag, presenteert het album 27 januari in EKKO (Utrecht) en gaat daarna op tour. 24 februari speelt hij in Hedon Zwolle, 3 maart in Merleyn Nijmegen, 11 maart in Rotown Rotterdam, 18 maart in Melkweg Amsterdam en 13 april in Trix Antwerpen.