Josh Lloyd-Watson schuift met een gulle lach het gordijn van zijn suite opzij. ‘Kijk’, zegt hij. ‘Als dat New York niet is. Daar is het Empire State Building.’ De frontman en een van de twee kernleden van Jungle zit ergens in Brooklyn, nogal hoog zo te zien. ‘Ik doe vanavond een dj-gig’, legt hij uit. ‘Een rooftop party.’ De Britse soulband draait lekker mee in Amerika, vertelt hij, al van het begin. Hier in Nederland groeide Jungle in vier albums tijd uit tot een act van het formaat AFAS Live. En dat terwijl het duo helemaal niet zo van optreden houdt. ‘Ik zie mezelf niet als performer.’

Vanaf het allereerste begin hing er iets afstandelijks rond Jungle, het duo dat naast Josh bestaat uit Tom McFarland. De twee kennen elkaar al van jongs af aan, kwamen we te weten, maar veel meer wilden ze niet kwijt. Ja, ze zaten vroeger samen in een andere band, maar toen die stuk liep begonnen ze op hun zolderkamer slicke pop met soul en funk invloeden te maken, gezongen in kopstem. ‘Busy Earnin’ heette hun doorbraakhit, en Jungle werd een graag geziene gast op de festivals, ondanks hun wat gezichtloze uitstraling.

In de loop der jaren groeide Jungle in dat opzicht wel, maar performers zijn ze dus nog altijd niet. Dat lossen ze op door anderen als blikvangers te laten optreden. Met name in videoclips. Er is alweer een hele reeks uit bij het vierde album Volcano, en er wordt weer net zo volop gedanst als voorheen. ‘We zoeken naar continuïteit tussen de albums en video’s, en tegelijk willen we onszelf vernieuwen. Dansen is altijd onlosmakelijk aan Jungle verbonden, het is de puurste vorm van expressie bij muziek. Het begon ooit bij toeval. Een vriend van ons stuurde een videootje van een jongen die danste op onze single ‘Platoon’, en we besloten die kerel uit te nodigen voor onze videoclip. Als het universum je zo’n cadeau geeft moet je het wel open maken.’

Zo zijn de dansers van Jungle in de loop der jaren net zo goed onderdeel van de band als de muzikanten die komen en gaan. Danser Will West is terug. Hij was de superster uit de ‘Casio’ clip uit 2019, maar hij verdween bij het derde album uit beeld. ‘In de clip van ‘Us Against The World’ stapt hij uit de Jungle-auto die je nog kunt kennen van het tweede album. En ook Mette Linturi is terug. We zien de twee in een tv-studio, waar ze dans-relaties aangaan met nieuwe karakters. We breken als het ware door het scherm heen, je ziet de backstage en je hoort de dansers een break nemen.’

Het mysterie SAULT

Goed dat de titel al even viel: ‘Casio’, een hitsingle voor Jungle die tot stand kwam in samenwerking met… Inflo. Destijds was ie vooral een bekende naam achter de schermen, inmiddels kennen we hem ook als de illustere producer achter de band SAULT. Ook een band die soul, funk, hiphop en elektronica samenbrengt. Ook een band die liever niet op het podium staat. Sterker nog: SAULT heeft nooit opgetreden, nooit interviews gegeven, zelfs nooit ook maar een bandfoto gemaakt. Is Josh daar niet stiekem een beetje jaloers op? ‘Leuk dat je het vraagt. Je bent de eerste die erover begint, gek genoeg. Ik heb er zelf veel over nagedacht, al was het maar omdat we Inflo goed kennen. Hij inspireert ons, wij inspireren hem. Ik vind het waanzinnig cool hoe zij het doen, maar zit wel een limiet aan. Sault zit tegen het dak, er ontstaat geen wezenlijke connectie tussen de muziek en het publiek. Het is voor hem natuurlijk fijn dat hij nog steeds over straat kan zonder herkend te worden. Maar ja, wij kunnen dat ook. En wij zijn toch groter. Sault blijft steken op 1,5 miljoen luisteraars per maand, terwijl wij op 6 miljoen zitten.’

Jungle heeft natuurlijk ook geen keuze. Of althans: de keuze is al lang geleden gemaakt. Terwijl SAULT alles in eigen hand heeft, tekende Jungle al voor hun debuut bij XL Recordings, het label van onder meer The xx, Thom Yorke, Jack White, zelfs Adele en back in the day The Prodigy. ‘Een label dat het spel speelt: wij investeren in jou, jij doet je best door op te treden en de pers te woord te staan. Dan kun je er altijd nog voor kiezen om heel mysterieus te doen en met een masker op het podium te gaan staan en zelfs backstage rond te lopen, maar kom op, nobody cares, zo belangrijk en bijzonder ben je niet.’

Pussy got gold doors

Terug naar de muziek. De vierde Jungle klinkt als Jungle: luchtig, feelgood, slick. Naar stiekem zit er toch ook wel een randje aan. ‘Us Against The World’ raakt aan de onzekerheden over de wereld om ons heen die veel mensen plagen. Een protestsong? Nee, eigenlijk meer een ‘Unity’ liedje, vindt Lloyd-Watson. Hij zingt: ‘People of the world / We will be there with you / Standing in the sun / We can make it come true.’ ‘Er zit onrust en ontregeling in de productie van dat nummer, en dat keert terug in de lyrics. Ik zou dat eigenlijk graag nog meer horen binnen Jungle, meer ontregeling. Ik zou best eens een soort Prodigy-plaat willen maken. Maar je moet niet willen zijn wat je niet bent. Rick Rubin zei ooit: je bent een sinaasappel, je hoeft alleen het sap er maar uit te persen. Kortom: je kunt wel keihard proberen, maar het sap zit al in je. Als wij iets maken dat zwaar op de hand is, klopt het meestal niet.’

Wel kun je natuurlijk gebruik maken van de input van anderen. Roots Manuva doet mee op de nieuwe Jungle plaat, Erick The Architect is er, net als Channel Tres met een rooie-oortjes-sensuele track. ‘Pussy got gold doors / Make a n**** wanna relapse’, zingt hij. De Jungles hoorden het met bonzende harten aan, want zo’n tekst zouden ze zelf nooit kunnen zingen, om meerdere redenen. ‘Leuk weetje: die samenwerking met Channel Tres gaat al terug tot 2019, maar het was eerst een song die bleef steken. We waren met een heel ander nummer bezig waar we ook niet uit kwamen, en toen dachten we ineens aan deze vocal, die op de plank lag. Dat samenwerken met andere zangers en rappers bevalt me wel. We zijn massive Gorillaz-fans, en we zouden ook wel eens zo’n heel album willen maken. Ja, het is wel lastig om iedereen mee te nemen op tour, dat gaat natuurlijk niet. We zitten achter Channel Tres aan om een video op te nemen voor de tour. Je krijgt het eerder voor elkaar een geest in een fles te vangen. Ik ga zelf die tekst zeker niet zingen, dat zou zelfmoord zijn!’