Het Haagse stadsfestival Rewire zet grensverleggende elektronica naast avontuurlijke artiesten uit alle hoeken van de wereld en een uitgebreid kunstprogramma. Dat klinkt best serieus, en dat is het ook. Maar net als je denkt dat het allemaal wel érg serieus wordt, wordt er met een bak nepbloed gesmeten.

O.M.G. Kijk eens naar dat waanzinnig vrolijke verkleedpartijtje bij Fever Ray. Karin Dreijer lijkt op een alien neergedaald op aarde om bij de Belastingdienst te werken, twee zangeressen verkleed als secretaressen dansen mee alsof ze op een uit de hand gelopen bedrijfsfeestje staan, en de band is al net zo mal gekleed (die lichtgevende wolkenhoed?!). Dit is een vreugdevolle show, een uitbundige viering van queer liefde en verlangen.

Al zo'n twintig jaar (sinds de beginjaren van The Knife) begeeft Karin Dreijer zich ergens tussen experiment en pop, mainstream en fringe. De pionier zal daardoor vaak genoeg op popfestivals staan waar lang niet iedereen dat begrijpt. Maar op het Haagse stadsfestival Rewire, dat avontuurlijke acts programmeert en daarmee een net zo avontuurlijk publiek trekt, voelt de Zweedse electro-popartiest zich duidelijk als een vis in het water en kan daardoor totaal boven zichzelf uitstijgen. 'I want to rub my fingers up your pussy,' kirt Fever Ray suggestief friemelend met de vingers, en de zaal begint zo hard te joelen dat Dreijer hun glunderen niet in kan houden.

Ontdekkingen, ontdekkingen, ontdekkingen

Dat is Rewire, het Haagse stadsfestival dat veelal grensverleggende elektronica naast avontuurlijke artiesten uit alle hoeken programmeert. Er zijn speciale projecten (op vrijdag wordt de Nieuwe Kerk bezet door een instrument met 136 snaren van 20 meter), primeurs (upsammy debuteert een indrukwekkende liveshow van haar aankomende plaat op PAN en LSDXOXO gaat voor het eerst live met een sassy ghetto-tech karaokeshow), en een dance-programma dat ieder jaar avontuurlijker wordt, met steeds spannender artiesten van fijnproeverslabels over de hele wereld, van Oeganda tot aan Shanghai.

Kortom: het is een festival waar je je moet onderdompelen in het avontuur, waar de grote hoogtepunten vaak ook de ontdekkingen zijn. Bijvoorbeeld Moin, een Britse band die de nieuwsgierigheid wekte door een post-hardcoreplaat uit te brengen op AD93, een van de spannendste labels voor leftfield clubmuziek. Blijkt live dus echt te gek: die drummer is een extreme powerhouse, en ze hebben ook echt een eigenzinnige sound, door een elektronisch randje en creepy vocal samples toe te voegen aan de post-hardcoresound van bands als Slint.

Daarna is het rennen geblazen om op tijd te zijn bij de show van Hatis Noit in de Grote Kerk, een Japanse zangeres die haar debuut uitbracht op het label Erased Tapes (waar Nils Frahm ook zijn muziek uitbrengt) en een schijnbaar fabelachtige show speelde op Le Guess Who?. Dat blijkt: met een looppedaal vormt ze zich om tot een meerkoppig koor dat tig vocale tradities tegelijkertijd beheerst. Gregoriaanse zang, opera, Japans klassiek, speels en modern in de traditie van Meredith Monk, bizar als je bedenkt dat ze auto-didact is. Ze vermengt alles in impromptu stem-composities die het kippenvel over je lijf laten gieren. Op een festival dat veelal het experiment zoekt in elektronica, laat Hatis Noit zien dat er vernieuwing zit in het vermogen van de menselijke stem. 

Moin

EMDR-therapie en nachtmerrie-scapes

Geweldig om te zien hoe de scherpe programmering zorgt voor internationale allure. Het hele weekend hoor je een mengelmoes van talen. Omdat Rewire voor het eerst in het Paasweekend wordt gehouden moet dat publiek flink in de buidel tasten voor de veel te dure hotelkamers. Maar verhip, struin een dagje door Den Haag, verken het uitgebreide kunstprogramma van Rewire en ze zijn het alweer vergeten. In het Theater aan het Spui staat een kunstinstallatie met medische apparatuur, in een zijkamertje van de chique concertzaal Amare beweegt een performance-artiest een echografie-apparaat ter grote van een printer over z'n naakte bovenlijf om korrelige noise te produceren.

Een paar verdiepingen daarboven stroomt de Conservatoriumzaal vol voor een ambientconcert om vijf uur 's middags. Ambient live-acts willen nog wel eens door de mand vallen, dan zit je een uur te kijken naar iemand die op het podium zit te computeren terwijl de muziek net iets te dunnetjes voortkabbelt. Zo niet Malibu, een Franse producer wiens ambient de grandiositeit heeft van een orkestrale filmsoundtrack. Sublieme pads, vocalen vol bakken galm, strijkers die rijzen en rijzen naar gigantische climaxen. En ze heeft de productie van een kelder-rave: pikdonker is het in de zaal, een zoeklicht flitst door de zaal en Malibu's postuur is alleen te zien in het tegenlicht van de flikkerende strobo (met Torus achter de knoppen!). 'Ik heb m'n EMDR-therapie ook weer gehad,' grapt iemand na de show. Zo voelt de show van Tim Hecker ook, één dag later. In de nog grotere zaal van de Amare staat de geluidskunstenaar op het podium met de multidisciplinaire visuele artiest Vincent de Belleval. Die voorziet Heckers ambient, vol drones alsof je onder de motor van een opstijgend vliegtuig staat, van opstijgende rook die verlicht in de veelkleurige lampen.

Maar de meest compromisloze act van Rewire, dat is waarschijnlijk Dreamcrusher, die op vrijdagnacht in de bunker van de Haagse nachtclub/kunstgallerie The Grey Space staat. De noise-artiest uit New York maakt er een regelrechte Saw-kerker van, met gruizige noise waarin hiphopsamples, shoegaze metal en hiphopsamples naar boven komen drijven. De condens drupt hier van het plafond beneden. Net als het te veel wordt, als die herrie als een satéprikker op je trommelvlies begint te prikken en je op het punt staat om de biezen te pakken, klinkt er een bloedmooie melodie door zijn stemvervormer, een lichtpuntje in de nachtmerriecomposities.

Deconstructed club-opera? Of satanistisch ritueel?

Op een festival waar zulke serieuze en onverbiddelijke acts de klok slaan, helpt het als je ergens om kunt grinniken. Zoals bij Alto Arc, een gegelegenheidsproject van Deafheaven-frontman George Clarke, Danny L Harle, Trayer Tryon van Hundred Waters en de kunstzinnige make-upartiest/zangeres Isamaya Ffrench. Hun satanische deconstructed-noise-horror-opera is de grootste mindfuck van het weekend. Alleen al die opkomst: Ffrench komt zingend op in gigabaljurk als een Engel Des Doods, klapt haar reuzachtige vleugels open en... daar is Clarke, kermend als een monsterlijke gargoyle. Vanuit daar ontspoort het totaal: nepbloed dat in het rond vliegt, Excorsist-choreografieën, Clarke die kermend en schreeuwend in een elektrische stoel wordt gegespt terwijl Ffrench zichzelf vrijwel poedeltje naakt op het podium staat te betasten. Hahahaha. In de Grote Zaal van het Paard kijkt het publiek toe met ogen zo groot als schoteltjes, maar ehm... spectaculair is het wel, dat zeker.

Een groter contrast kan er niet zijn met Kelela, de futuristische r&b-zangeres die dezelfde zaal de dag erop afsluit. Er is nul productie, ze draagt de show volledig met popdiva-looks (vampy jurk, latex handschoenen), attitude (Naomi Campbell op Fashion Week) en haar liedjes (vooral van haar net verschenen album Raven, een mix van ambient, breakbeats, jungle en elektronica). Op de meeste festivals zou de aandacht wat verslappen bij zo'n kale popshow, en bij de vrij ingetogen, vibey tracks. Op Rewire krijgt haar stem alle ruimte, zorgt een liedje als 'Raven' voor grootse verstilling en geven de breaks de zaal precies de energie. Dan vang je even een glimp op van de popdiva die Kelela in een betere wereld zou zijn.