De nieuwe Goldband-maxisingle is een (iets te) verslavende oorwurm. Op de drie tracks (en de bijbehorende korte film van Sam de Jong) vertellen ze over hardnekkige verslavingen, paniekaanvallen en de behoefte om je te verdoven, maar daardoor alleen nog maar slechter gaan. Milo Driessen over de tweeënhalve maand dat hij de drank en drugs liet staan, en het moment dat hij toch weer met de rommel begon. ‘Mijn drank en middelengebruik heb ik altijd kunnen bespreken met mijn omgeving. Nu is het ook een gesprek met de rest van Nederland.’

Vond je het spannend om deze nummers uit te brengen?
‘Ehm… ja, op zich wel. Niet per se spannender dan anders, maar dit nummer is wel een stuk persoonlijker. Tegelijkertijd zijn we sinds het begin van onze carrière altijd vrij eerlijk geweest over wat we doen en denken. Dit is een soort concept-maxisingletje, we nemen je mee door een weekend. Je wordt gebeld, hebt eigenlijk geen zin om te komen, laat je toch overhalen en wíl stiekem ook overgehaald worden. Want je wil ook niet alleen thuis zitten. In ‘Rommel’ vertellen we het verhaal van de avond, we eindigen met de conclusie: fuck it, we stoppen niet en gaan door. Maar je hoort ook de problematiek, de twijfel. En in ‘Paniekaanval’ zit de paniek van de volgende ochtend. We zeggen dat we onzekerheid en persoonlijke problemen soms oplossen met drank, en daarna komen die problemen soms dubbel zo hard terug.’

‘Rommel’ voelt als de erkenning dat jullie een probleem hebben met drank en drugs: je wil stoppen, maar dat lukt niet. In hoeverre worstelen jullie daarmee?
‘Het is wel iets waar we met z’n vieren mee worstelen, ieder op zijn eigen manier. Dat is niet iets van de laatste tijd, ook lang voor Goldband al. We zijn altijd al van het feesten en het verdoven geweest. Het enige verschil is dat het nu publiekelijk gebeurt.’

Hoe ziet dat probleem er voor jou persoonlijk uit?
‘Niet dat ik elke dag drink, helemaal niet. Doordeweeks zit ik ook gewoon lekker met mijn theetje, ga ik voetballen en naar de sportschool en probeer ik gezond te leven. Maar als ik eenmaal begin, dan verlies ik vaak de controle. De dag daarna voel ik me vaak zó kut. Moest het weer zo uit de hand lopen? En het zit zo ingekapseld in ons leven, in het sociale bestaan in Nederland ook: lekker gezellig een drankje drinken. Maar één drankje drinken, daar zijn wij met z’n vieren niet zo goed in.’

(tekst gaat verder na de video)

Het pijnlijkste is de vicieuze spiraal die je beschrijft in de nummers: last hebben van mentale problemen, die willen verdoven met drank, maar tegelijkertijd worden die problemen daardoor achteraf nog veel erger.
‘Ja, zo werkt het bij mij wel. Als ik moe ben, of in stressvolle periodes zit, ga ik drinken en feesten en kan ik me daarna heel slecht voelen. Soms duurt het de halve week voordat ik daar weer bovenop ben. Woensdag of donderdag voel ik me alweer iets beter, dan ben ik nét een klein beetje hersteld, en dan ga ik dat vieren met een drankje. Ik vraag me weleens af: waarom trappen we toch altijd in dezelfde val? Ik weet van mezelf ook heel vaak al: ja, maar morgen ga ik een paniekaanval hebben. Ik zit zelfs weleens in de tourbus, en dan zeg ik gekscherend: “Morgen weer lekker panieken!” Wat is dat toch voor een raar fenomeen? Nou, die zelfkastijding, dat zelfdestructieve, dat is ergens ook heel erg lekker. Het moment dat je die keuze maakt en een grote vinger naar jezelf opsteekt, dat zit voor mijn gevoel heel erg in “Rommel”.’

‘Zoiets gebeurde ook bij de 3FM Awards. Ik had eigenlijk helemaal geen zin, vooraf. Maar ja, toch lullig als ik er niet ben. Boaz had me overgehaald: “Kom, kom, kom!” Ik dacht: oké, ik drink gewoon twee biertjes en dan ga ik naar huis. Famous last words. Dan ben ik daar. Biertje. Biertje. Onze manager Dominique kwam me op een gegeven moment een 0.0 geven. Ewww, dat wilde ik niet, dus ging ik ‘m stiekem voor een baco omruilen met iemand. Dat is een point of no return: in een keer ben ik de moeheid verloren, ben ik het gevoel te willen rusten ook kwijt. Wilden ze me meenemen naar huis, dan ging ik mijn telefoon expres niet opnemen. Op zo’n moment hou je me echt niet meer tegen. Dan denk ik, dan voel ik me morgen maar slecht, ik moet me niet aanstellen. Maar ja, de volgende ochtend word ik wakker en dan is alles teveel.’

Het laatste nummer heet zelfs ‘Paniekaanval’. In het refrein zing je: ‘Ik heb een paniekaanval, ik zie gevaren overal.’ Heb je daar veel last van?
‘Ik kan niet wachten tot we met z’n twintigduizenden dat refrein gaan zingen, dat lijkt me echt prachtig. We hebben de basis voor het nummer al in 2019 gemaakt, toen was het nog een Lil Peep-achtige emotrap. Ik had toen ook heel veel last van die paniekaanvallen, en het schrijven was helend. Alleen al door het nummer af en toe te luisteren of zingen, werd het gevoel al iets minder. Het heeft heel lang op de plank gelegen, maar toen we “Rommel” maakten, kwamen we op het idee om het nieuw leven in te blazen. We wilden het op een ironische manier brengen, met een heel grappig refrein, zoals “Kinderwens” ook ironisch moest worden. Maar op een gegeven moment is de ironie uit het zicht verdwenen, het is best een traumatische tune, hè?’

‘Die paniekaanvallen zijn zo gek, je bent jezelf keihard aan het neuken. Er is niks aan de hand, je ligt gewoon in bed of bent ergens, en je denkt opeens dat je gek wordt, dat je in een psychose belandt. Dat denk ik uiteindelijk nu al acht jaar af en toe, en het is nog steeds niet gebeurd. [gniffel] Ik heb hele lieve vrienden en familie die me willen bijstaan, en ik hoef ook echt niet dat elke keer iemand met een fruitmandje voor de deur staat. Maar ik vind het wel gek hoe paniekaanvallen zijn genormaliseerd in de maatschappij. Bijna iedereen heeft er wel eens last van of kent iemand die er last van heeft. Er wordt zoveel van je verwacht, je moet zoveel, steeds meer mensen hebben last van overprikkeling, een soort disbalans met je eigen lichaam en behoeftes. Mensen verliezen zichzelf al snel uit het oog. 2021 was voor mij echt een dieptepunt, in 2022 voelde ik me al beduidend beter. Ik heb veel professionele hulp gehad, en heb het geluk dat ik uit een omgeving kom waar ik er open over kan praten, zonder oordeel. Mijn drank en middelengebruik heb ik altijd kunnen bespreken met mijn pa, familie en vrienden. Ze oordelen niet, bieden een luisterend oor en steun waar nodig.  Nu is het ook een gesprek met de rest van Nederland.’

'Die paniekaanvallen zijn zo gek, je bent jezelf keihard aan het neuken. Er is niks aan de hand, je ligt gewoon in bed of bent ergens, en je denkt opeens dat je gek wordt'

(tekst gaat verder na de video)

Jullie hebben een tijdje helemaal niets gedronken, toch?
‘Ja, tweeënhalve maand hebben we niet gedronken en niks gebruikt. Volgens mij hebben we dat besluit op Curaçao gemaakt, waar we waren om muziek te schrijven. Het ging er daar redelijk wild aan toe. Dit is Wieger zijn vijfde leven, hij heeft met Caro Emerald [waar hij gitarist was] ook al een en ander meegemaakt. Hij vertelde dat hij van heel veel grote shows die hij speelde, eigenlijk niet meer zoveel wist. Omdat hij aan het drinken was. Wij dachten: we hebben vijf grote shows in aantocht, zullen we zorgen dat we daar helemaal fresh voor de dag komen? Dat was de grootste drive, we wilden met zoveel mogelijk energie in AFAS en Lotto staan, we wilden zo goed mogelijk voorbereid zijn. Dat kunnen we beter nuchter doen. Dan komen mensen fris naar repetities, houden we ons aan de afspraken, komt iedereen op tijd. Het was een periode om weer effe op aarde te komen. We hebben een 0.0-appgroep aangemaakt. Ook veel goede vrienden deden mee, mijn broer, Boaz z’n vriendin en vrienden die we vaak meenamen of zagen tijdens het feesten. We stuurden er foto’s van de sportschool, maar deelden ook momenten dat we het moeilijk hadden: “Yoooo ik heb nu fucking veel zin om te drinken, wat moet ik doen?” “Niet doen, niet doen!” Het was echt een soort steungroep, die bestaat nog steeds.’

Hoe voelde het om nuchter te zijn?
‘In periodes van droogte vóél ik alles heel erg. Nuchter komt alles heel hard binnen, alles zit gelijk in your face. Door drinken zit je toch vaker in het grijze gebied. Het grappige: een dag voordat we de Popprijs kregen, kwam die coke-gate. Mensen dachten dat dat op Noorderslag was gebeurd, maar dat was een filmpje van Oud en Nieuw. Heel Nederland dacht: wat een junks. Terwijl wij al drie weken nuchter waren! We hebben alleen maar water en thee gedronken, en hebben helemaal sober de grootste prijs van Nederland in ontvangst genomen. Het lijkt wel alsof dit soort dingen ons altijd overkomen, per ongeluk een soort geniale timing. En op de dag van de Edisons was ik jarig. Ik ben dertig geworden, en heb drie Edisons in ontvangst genomen. Toen waren we ook lekker nuchter, ik ben naar huis gegaan en lag om 1 uur op bed. Maar er gebeurde zoveel in mijn leven, het was een insane tijd: een week daarvoor ben ik mijn stiefvader verloren. Ik voelde alles heel levendig, omdat ik zo fucking nuchter moest zijn. Ik ben extra trots dat we dat hebben doorstaan.’

Lachend: ‘Maar we hebben de streefdatum net niet gehaald. Dat was ook wel weer mooi. Het plan was om de eerste vier shows nuchter te doen. Maar we kwamen de eerste keer het podium van de Lotto Arena af. Iedereen kwam op ons af: “Woooow, dat was echt perfect! Je raakte elke noot! Het was zo sick! Het zag er zó goed uit!” En wij voelden die reward-feeling helemaal niet zo. Het voelde voor ons te geregisseerd, te netjes. We deden alle pasjes, alles zat er goed in, maar we misten het spontane. We waren niet écht blij en extatisch. Terwijl we dat wel hebben verwacht. Toen hebben we besloten: ok, dan gaan we morgen wel drinken en kijken we hoe het verschil is. Nou, dat was wel echt tien keer zo leuk. En ik vond het beter, de show. Ik heb het ook aan Gunther gevraagd, de trouwe fan die er elke show bij is. Die zei: “Ja, vandaag was wel echt beduidend beter.” Dus ja… De grootste kick en verslaving, dat is het moment dat je zo’n podium op loopt… En daarna dat podium weer af in totale extase? Dat is met niks te vergelijken. De realiteit is dat je dat gevoel net iets makkelijker opwekt als je een paar bakkies op hebt.’

Dus hoe nu verder?
‘Nu moeten we het weer een nieuwe plek geven. De eeuwige vraag: ja, ik kan toch wel… de balans vinden? Het ene weekend wel drinken, het andere niet? Doordeweeks max twee drankjes?’ Hij giechelt. ‘Ik denk dat ik het maar moet loslaten, en moet kijken hoe ik me voel.’ Zucht. ‘Maar als ik dat doe, ben ik vaak geneigd toch iets teveel te feesten en mezelf slecht te voelen en weer te moeten minderen, om daarna weer te beginnen… dat hele verhaal.’