Veel dj’s staan dus met gemengde gevoelens in de booth dit weekend, en lijken het ingewikkelder te vinden om in te tunen op de dansvloereuforie. Misschien is dat wat er aan de hand is op donderdagnacht in Radio Radio, de intieme club in het Westerpark. Recentelijk is de hut verbouwd, de dj-booth aan de andere kant geplaatst en de dansvloer uitgebreid van 150 naar 250 man.
Daarmee hebben ze nu precies de capaciteit waarmee ze de heetste nieuwe talenten van de festivalzomer kunnen boeken, de dj’s die al wel opvielen maar het elders met wat oneerbiedige openingsslots moeten doen. Eerlijk: wie zich graag laat verrassen op Dekmantel, DGTL en Draaimolen, komt dit weekend mogelijk nergens zo aan zijn trekken als hier.
Bitter Babe en Marie Montexier zijn twee van zulke dj’s. De eerste is onderdeel van het Colombiaanse TraTraTrax (geweldig leuke set op Dekmantel!), dat Zuid-Amerikaanse ritmes meeneemt naar de technowereld. Die tweede beleefde een bescheiden doorbraakje met een Boiler Room-set op DGTL en heeft een platentas vol percussieve moderne house en nineties-tunes meegenomen. Ze doen heus hun best om dezelfde frequentie te vinden, maar het wil niet helemaal lukken.
Elke keer vis je de platen van Bitter Babe er zo uit: net iets dikker, vaker met broken beats, wobbelende bassen en flarden reggaeton. Dus ook een ‘This Is America’-edit met bonkende trommels. Montexier wil graag iets dieper gaan, iets minder op felle adrenalinestootjes gaan zitten en meer housy vibes meepakken. Ze draaien telkens drie om drie platen – en da’s wel slim – maar zitten elkaar ook dan net een beetje in de weg. Zo staan ze er ook bij: ze maken nauwelijks contact met elkaar, en al helemaal niet met de crowd die toch vlak voor de gelijkvloerse dj-booth staat.
Eigenlijk is de openingsset van Kia en Amerikaan Akanbi veel geslaagder en verfrissender: ook na tweeënhalf uur houden ze het tempo nog onder de 110 BPM, écht ontzettend traag in tijden dat opwarm-dj's gerust al op 135BPM staan te vlammen. Als de dansvloer al helemaal vol staat, klinken er nog eindeloze beatloze breaks van dronende bassen en fluisterzang, er klinkt slowmotion IDM met Zuid-Amerikaanse percussie en onderwater-house.
Het grappigst: hoewel de muziek daar niet bepaald om schreeuwt, pakt Akanbi elke keer weer de mic erbij om als spreekstalmeester de dansvloer toe te spreken (en is vrijwel onverstaanbaar, op de woorden ‘slow and sexy!’ na). Geen piekmuziek dus - de dansvloer gaat ook nog niet in vuur en vlam -, wel elke drie minuten weer van de ene in de andere verbazing vallen over hoe mooi die glazige arpeggio’s zijn, hoe diep de bas opeens inkickt en hoe goed die twee elkaar aanvullen. De dansvloer zo stijlvol opwarmen, dat is een kunst op zich.