Deze week verscheen ‘Alles Anders’, het tweede album van Nederindierocktrio WIES. Goede reden om frontvrouw Jeanne Rouwendaal een menukaart vol vragen voor te schotelen in onze interviewserie à la carte. Ze kiest zelf welke vragen ze beantwoordt. Over die hele ongezonde relatie, haar liedjesroutine en het onverwacht lieve cadeautje van de bassist van Bløf.

Bekijk de kaart

Aperitief: hoe sportief ben je?

‘Ik zou zeggen: best wel sportief. Gisteren heb ik de halve marathon van Amsterdam gelopen. Het ging best wel goed. Ik ben er het afgelopen jaar weer veel meer mee bezig, ik had het doel om de halve onder de twee uur te lopen. Dat was goed gelukt. Ik was echt euforisch en blij.’

Hoeveel halve marathons heb je in je leven gelopen?
‘Dit was de negende.’

Wow.
‘Ja. Ik plan dit soort dingen het liefst rondom tours of belangrijke momenten in mijn leven. Ik vind die combinatie heel leuk: dat je een stok achter de deur hebt om naar buiten te gaan en iets sportiefs te doen waar je je goed van gaat voelen. En dat daar dan ook iets van een wedstrijd of medaille aan vast hangt. Het zorgt dat ik niet ga drinken tijdens de tour. Maar in de zomer vind ik het een stuk makkelijker om te trainen, als het langer licht is. Dan ga ik gewoon om zes uur in de ochtend of om negen uur ’s avonds. Nu niet, ik vind het niet prettig om in het donker door de Amsterdamse parken te lopen.’

Denk je dat je ooit een hele marathon gaat doen?
‘Nou…. Het begint nu wel te komen, ja. In januari ga ik mijn tiende halve marathon lopen. Dat voelt wel als een moment: "What's next?” Ik zit nu een beetje te kijken naar de dertig kilometer-wedstrijden.’

CV Jeanne Rouwendaal

1996 geboren in Krommenie
2013 begon soloproject
2014 wint publieksprijs Grote Prijs van Nederland (singer-songwriter)
2015-2019 studeert aan Conservatorium van Amsterdam
2018 richt WIES op (en wint Amsterdamse Popprijs)
2019 WIES doet mee met Popronde, wint Grote Prijs van Nederland
2020 3FM Talent Award
2021 debuutalbum Het is een Wies, documentaire Wat als we mislukken?
2022 Nominatie Edison Pop (Alternative), speelt op Pinkpop
2023 Tweede album Alles Anders

Amuse: waar maak je je druk om?

‘Ik merk de laatste tijd dat ik me druk kan maken omdat er heel veel aan de hand is in de wereld. En ik daar de helft niet van weet. Over Palestina en Israël dacht ik: wauw, ik had hier eigenlijk helemaal niet zoveel weet van?! En wat speelt er dan nog meer allemaal? Ik kan af en toe in de rabbit hole aan negativiteit belanden. En een raar positieve gedachte is dan: uiteindelijk gaat de zon toch ontploffen. Ongeacht al het andere wat er gebeurt. Dus eigenlijk maakt níks uit. Als in, alles maakt mij heel veel uit, daarom kan ik er zo in vast zitten, maar door de zon kan ik er weer even van los komen.’

Lees je de krant en sla je hem vervolgens weer dicht, of voel je ook de drang er wat mee te doen?
‘Dat is een zoektocht. Ik merk dat ik meer zou willen doen, ik ben aan het onderzoeken in welke vorm dat kan zijn. Als band hebben wij ook een platform, dat zou ik wel meer willen gebruiken om me in te zetten. Dat durf ik pas als ik heel erg zeker ben van mijn zaak, nu vind ik dat nog niet. Ik vind Naaz bijvoorbeeld heel inspirerend, ze spreekt zich uit, en verwerkt het ook weer in haar muziek.’

Voorgerecht: wat vind je het ingewikkeldst aan het muzikantenbestaan?

‘Ik weet nog dat wij werden genomineerd voor een Edison. Dat is echt een big deal, het voelde als een milestone. Maar tegelijkertijd was er het besef: ja, we werken er alle drie nog naast, we hadden onze portie aan bijbaantjes. Dat vind ik ingewikkeld: aan de ene kant ga je ergens voor, dit is gewoon wat je doet, het maakt niet uit onder welke omstandigheden. Daar krijg je erkenning voor, maar het is best wel lastig om ervan te leven. Die combinatie is voor weinig mensen weggelegd.’

En de mensen die een kaartje kopen voor jullie show in de grote zaal van Paradiso denken misschien dat je er makkelijk van kan leven.
‘Zeker! Het is een fulltime job, maar zo verdient het niet. En dat geldt voor bijna ALLE muzikanten die ik ken, ik ken echt maar heel weinig mensen die er volledig van kunnen leven. Ik heb ook genoeg vrienden die daarnaast in de kroeg werken, of in een schoenenzaak. Wat betreft WIES: we hebben een subsidie gekregen, dat helpt. En we doen alledrie één of twee dagen iets ernaast. Ik werk op het conservatorium van Haarlem, ik geef er coaching en songwriting-les, heel erg leuk om te doen.’

Tussengerecht: kun je goed ruzie maken?

‘Ik ben echt heel erg slecht in ruzie maken, ik ben ook wel echt confrontatievermijdend. Dat zal met mijn jeugd te maken hebben. Ik ben heel erg gepest op de basisschool, en heb daar wel van geleerd: “Hoe kan ik zorgen dat er geen conflicten ontstaan? Hoe kom ik deze schooldag door?” En ik heb in een niet zo heel goede relatie gezeten, daarin heb ik heel erg bewust moeten zorgen dat er geen conflicten zouden ontstaan. Daar heb ik wel littekens aan overgehouden.’

Over die relatie zing je ook op de plaat: je was twintig en had een relatie met een oudere jongen. Jij haatte jezelf en hij had dat door. Hij schold en vertoonde agressief gedrag.
‘Ik had al last van een minderwaardigheidscomplex, en dat trekt bepaalde mensen aan. Ik heb heel lang niets over die relatie willen schrijven, ik probeerde er gewoon níét mee bezig te zijn en maar door te gaan, maar uiteindelijk kom je jezelf toch tegen. Hé, wat daar is gebeurd, dat was eigenlijk helemaal niet oké. Liedjes schrijven heeft geholpen om dat te verwerken, therapie heeft ook geholpen. Ik heb nooit die confrontatie met hem opgezocht, in het liedje zeg ik de dingen die ik hem had willen zeggen.’

Vind je het spannend om hierover te praten?
‘Ja, eigenlijk wel. Maar ik denk dat het ook wel goed is: wat ik heb meegemaakt, waar ik over schrijf? Ik denk dat er heel veel mensen zijn die ook in zo’n situatie zitten of hebben gezeten. Die kunnen er steun uit halen.’

WIES

Hoofdgerecht: waar ben je bang voor?

‘Mijn grootste angst is gehoorschade te krijgen. Ik ben daar echt op gefixeerd. Zeker toen ik op het conservatorium zat. Vroeger was het niet cool om oordopjes te dragen bij een concert, en het was juist cool om heel hard muziek te luisteren op je mp3-spelertje, dat iedereen om je heen dat dan kon horen. Wauw, ik heb wel veel dingen gedaan om mijn gehoor kapot te maken. Tegenwoordig draag ik dus altijd gehoorbescherming, ook op het moment dat het niet nodig is, ook in de kroeg. Als ik in mijn bed lig, kan ik mezelf soms gek maken: hoor ik nou een piep of niet? Vroeger moest ik dan ook echt muziek opzetten om in slaap te kunnen vallen.’

Stilte. ‘Mag ik nog een vraag beantwoorden? Wat is de belangrijkste les van afgelopen jaar? Dat vind ik echt een mooie vraag. Ik heb voor mezelf een zekerheid gevonden: ik kan écht altijd liedjes maken. Ik kan naar een café gaan en een liedje schrijven. Er is nog zoveel waar ik over wil schrijven.’

Heb je een routine in het liedjes schrijven?
‘Ik probeer dagen in mijn agenda te blokken. Er zit hier een Coffee Company in de buurt, daar ga ik altijd naartoe. Ik hou al sinds mijn zestiende dagboeken bij, daar blader ik wel eens doorheen, en ik heb een bucketlist aan onderwerpen waar ik nog eens een liedje over zou willen schrijven, onderwerpen waar ik nog iets over kwijt wil. Mijn routine: ik kies een onderwerp uit, en ga pagina’s vol schrijven met alles wat ik erover wil zeggen. Dan kijk ik: wat zijn de interessante zinnen, de interessante insteken? Ik ga wegstrepen, en ben in mijn hoofd dan wel al bezig met een metrum, op een soort rap-achtige manier. Wanneer ik thuis kom en ik pak er een gitaar bij, kan ik er dan ook echt een nummer van maken dat klopt. Door die routine sta ik altijd aan, het is een spier die ik altijd aan het trainen ben. Dus ook als er in het hier en nu iets gebeurt in mijn leven, weet ik meteen hoe ik dat kan verwerken tot een liedje.’

Kaas: waar gaat jullie plaat nu echt over?

‘Onze plaat is eigenlijk ook een menu aan aparte gerechtjes en onderwerpen, ieder nummer heeft zijn eigen verhaal. Maar als ik het bij elkaar gooi? Dan gaat het over persoonlijke groei, al die verhalen hebben eraan bijgedragen wie ik nu ben.’

Vrijwel alle liedjes gaan ook over je vriendschappen en relaties met andere mensen, veelal mensen die je achter je hebt gelaten.
‘Ja, je hebt gelijk. Het is een beetje een misvatting dat al mijn liedjes over jongens gaan, of over liefde. Het gaat over mensen die een hele belangrijke rol hebben gespeeld op een bepaald moment in mijn leven. “Als Ze Er Niet Meer Zijn” gaat bijvoorbeeld over een goede vriend van de middelbare school, die niet zo lang geleden is overleden aan kanker. We gingen studeren, uit huis, het contact verwaterde. We kwamen elkaar af en toe nog wel tegen en zeiden dan: “We moeten echt weer een keer een biertje doen!” Dat gebeurt dan niet. Dit was een harde wake-up call: dat kan nu dus niet meer. Ik vond het heel fijn om zo iemand wel te vangen in een liedje, omdat dat voor altijd blijft bestaan, bij wijze van dankbaarheid: wauw, jij hebt me echt geholpen om te worden wie ik nu ben. Ook juist omdat ik uit een basisschooltijd kwam waarin ik helemaal geen vrienden had, het best wel zwaar had, en opeens allemaal mensen ontmoette die me wél leuk vonden, me begrepen en daar met open armen stonden. Hij was daar onderdeel van.’

Dessert: wat zoek je in een geliefde? Wat is het liefste cadeau dat iemand je ooit heeft gegeven?

‘Ik ga er twee beantwoorden. Ten eerste: wat ik zoek in een geliefde? Ik ben er heel erg fan van dat je elkaar vrij laat, de ander de kans geeft om te groeien en te ontdekken. Juist omdat ik in een ongezonde eerdere relatie heb ontdekt hoe het is om heel erg te worden geclaimd, beperkt en geïsoleerd. Ik had zoiets van: dat nóóit meer. Ik wil de ruimte hebben om te zijn wie ik ben, te kiezen met wie ik om wil gaan, en van de ander het vertrouwen te krijgen.’

‘Ja, en dat cadeau? Ik heb heel veel lieve vrienden die samen vaak grote cadeaus geven, daar hou ik heel erg van.’ Begint te lachen. ‘Een Sex in the City-dvd-box bijvoorbeeld! En iets anders: ik was al heel lang op zoek naar een Casio SK1 of SK5, een heel specifiek kinderkeyboardje van vroeger waar je je eigen stem mee kunt samplen, en daar kun je vervolgens ook akkoorden mee spelen. Ik had al eens een berichtje op Facebook geplaatst: “Heeft iemand zo’n ding nog liggen, let me know!” Ik had al wat contact met Peter Slager, de bassist van Bløf, en hij had gezegd: “Oh ja, ik denk dat ik nog wel zoiets op mijn zolderkamer heb liggen.” Nou, op een gegeven moment zouden we het voorprogramma doen voor Bløf in de Ziggo Dome. En ik was die dag ook jarig. Toen kwamen we na afloop de kleedkamer in, en lag daar als verjaardagscadeau de Casio van Peter!’

A La Carte