Een nieuwe mainstage, een vervanger voor de legendarische Boiler Room en wat frisse nieuwe figuren: Dekmantel zet de eerste volle festivaldag in op de toekomst, hoewel er ook heel wat oude helden terugkeren.

Zondagavond staat Young Marco als headliner op de grote mainstage-arena van Dekmantel (dat wordt wel een momentje, hoor!)… maar welja, vroege feestgangers die vrijdagmiddag rond lunchtijd al het Amsterdamse Bos binnendruppelen, zien diezelfde Young Marco al een ambient dj-set doen op het allerkleinste podiumpje, het Connects-kerkje bij het foodcourt. De Amsterdamse dj heeft al een lange, lange geschiedenis met het dancefestival, draaide op allerlei stages en vorig jaar maakte hij speciaal met de Boiler Room-stage in het achterhoofd de inmiddels classic tune ‘What You Say’ met z’n prominente Imogen Heap-sample. Zondag sluit-ie daar ongetwijfeld mee af (hij moet wel!), maar vandaag is dit kerkje de hele dag zijn domein. Hij kreeg carte blanche om hier veelbelovend talent uit te nodigen (o.a. Nelly, Sarkawt Hamad en Torus doen er goeie zaken), en spreidt zelf het bedje voor die artiesten met een ambient openingsset.

Denk nou niet dat hij alleen maar wegdoezelplaten heeft meegenomen, er zit juist ontzettend veel ritme in de trancey synths. Alleen de kick ontbreekt, maar hij staat er zelf op te springen alsof hij die kick wel degelijk voelt. Bonuspunten voor de Nathan Micay-tune (die vandaag is verschenen!), toch weer een half puntje aftrek voor de ‘Love U More’-a capella (of nee, eigenlijk is die gewoon top) en een dikke 10 voor de afsluiter van zijn set: inderdaad, ‘Hide and Seek’, die adembenemende a capella harmonizer-song van Imogen Heap waar hij zijn eigen hit op bouwde. Wat is dat origineel toch ook wonderschoon. Luid gejuich dus van het vijftigtal vroege ravers. En een beschaafde ‘woew!’ van de guy rechtsvoor, die rustig met naald en draad zit te haken aan… wat het begin van een schattig hoedje lijkt. Groot gelijk makker, verschiet je kruit niet te vroeg, want we hebben vandaag nog zeker tien uur te gaan (of ehm… nog veel meer, als je ook nog naar een van de officiële afterparties gaat).

Een jaar vol kleine en grotere veranderingen

Er zijn dit jaar veel veranderingen doorgevoerd bij Dekmantel, het toonaangevende dancefestival (annex label annex feestorganisator) dat in 2013 voor het eerst werd georganiseerd in het Amsterdamse Bos en altijd net een jaartje voorloopt op vrijwel alle andere Nederlandse dj line-ups. Een gedeelte van de organisatie aan de achterkant is nieuw, maar wat de bezoeker natuurlijk veel sneller in het oog springt: die gloednieuwe mainstage! Dat was altijd een groot open veld met een giga-zonnescherm/regendakje boven het publiek. Nu is die hoek omgebouwd tot een grote grijzige arena die 80 procent gesloten is. Vroeg op de dag: een extreem sfeerloze bedoening. Later op de dag: wat intiemer en daardoor sneller áán dan voorheen. ’s Avonds: leuk, maar deze LED-schermen-constructie lijkt net iets minder imposant dan die van vorig jaar. You win some, you lose some. De kleine experimentelere techno-tunnel UFO II is nog net effe wat donkerder: er hangt een zwart gat van een doek dat al het licht wegzuigt, twee lange LED-strips over de hele lengte als enige belichting. Vet.

Maar de belangrijkste verandering: de legendarische Boiler Room is weg, de stage die werd gelivestreamed (en daarmee het belangrijkste lokkertje voor de Britse ravers die al jarenlang massaal naar het festival trekken). Die kleine golfplaatstage was altijd te klein en de vervanger, een drie etages hoog bouwwerk van Berlijnse badkamer-radio Hör, puilt ook al vanaf de start uit voor de cheeky house van S-Candalo, de Colombiaans-Berlijnse broer en zus Tania en Dominik Humeres Correa (beter bekend als THC en DHC). Ook deze stage wordt drie dagen gefilmd en op YouTube gegooid, en hoewel het pas half vier is, gaat de vlam al in de pan voor de curieuze muppethouse (ja echt) en boy-girl-band-remixes. Et voila, na een hele week kutweer begint zowaar het zonnetje te schijnen!

Gezelligheid valt vroeg

Meestal is het op dancefestivals een beetje zoeken voordat je een leuk plekje hebt veroverd. Publiek druppelt langzaam binnen, dj’s zijn nog aan het warmdraaien en pas zodra de avond valt, ontstaan de eerste collectieve feestmomenten. Meestal is dat het geval, maar op de vrijdag van Dekmantel dus niet! Al vroeg is het beregezellig bij Gop Tun DJ’s, een Braziliaans trio dat onder de bomen van de Selectors-stage niets-aan-de-hand house staat te draaien.

Maak je daarna een wandelingetje naar de overkant van het terrein, richting het vorig jaar geïntroduceerde podium The Nest, en loop daar gerust tegen je favoriete nieuwe dj aan. C. Frim is de naam, een Australische die de tent al opwarmt met low tempo amapiano (sowieso een verademing dat dj’s hier ook gerust een uur onder de 120 bpm draaien), dan die weergaloze DJ Lag/Sinjin Hawk-banger erin gooit en al gauw doormixt met een malle ABBA-edit. Hahaha. Daarna is het hek van de dam met nasty Braziliaanse tunes, bubbling uit Ivoorkust, een flard jersey club meets ‘Show Me Love’ en een Cardi B-edit. Het overkoepelende thema: billenschudden! Zelf staat ze als een badass te dansen en met de vuisten in de lucht mee te meppen op de grootse drumbreaks. Ontdekking van de dag! Die stage is sowieso de mooiste glazen bol in de toekomst: ballroom-icoon MikeQ gooit er de ene na de andere Beyoncé-edit in, en de Londense Tash LC (die haar doorbraak eerder dit jaar beleefde met een behoorlijk virale set op Boiler Room Festival Amsterdam) doet ook goede zaken. Zij durft alle energie weg te trekken op het moment dat de rest van het festival in de hoogste versnelling gaat, en gaat juist op laag tempo bouwen met dancehall en kolderieke kwaito-rap.

De Greenhouse als grijzeduiventil

De toekomst lonkt altijd op Dekmantel, maar ondertussen vecht ook het verleden om aandacht: de Greenhouse staan daar twee kwartetten pensionado’s, Gary Numan en Front 242. En de Belgische Nosedrip warmt ’s middags voor ze op. De beste man is in staat om de meest obscure prachtliedjes uit de vergetelheid te redden met zijn label Stroom, maar vandaag neemt hij zijn rol als voorprogramma-dj serieus door de muzikale context te schetsen, met platen van Eurythmics, Virgin Prunes, Joy Division, de dark wave van The Danse Society. Totaal andere vibe dan we gewend zijn van Dekmantel, maar eigenlijk wel leuk.

Geldt dat ook voor Gary Numan en Front 242? Hmmmm… minder. Numan, 65 jaar jong, staat er met zwartgeverfd haar en clowneske schmink van zwartomlijnde ogen en bloedrode strepen over zijn bleke gezicht. Zijn gitarist en bassist zien eruit alsof ze uit de post-apocalyptische woestijnwereld van Mad Max zijn ontsnapt. Ze spelen echt niet slecht, hoor, maar dat zwaar overstuurde basgeluid en die fletse drums klinken verdomd gedateerd. Geldt ook voor Front 242, de Belgische grondleggers van de electronic body music, oftewel EBM, die de weg hebben geplaveid voor acts als Nine Inch Nails en Rammstein. Ja, tuurlijk leuk om zo tussendoor even langs de grondleggers te kunnen zappen, maar deze grijzeduiventil is meer Grauzone dan Dekmantel.

Gary Numan op Dekmantel 2023

The Bug op Dekmantel 2023

De terugkeer van oude helden

En dan zijn er nog de dj’s die verleden en toekomst verenigen. In podcast De Machine vertelde Dekmantel-baas Casper Tielrooij al dat ze met sommige dj’s meerjarenplannen hebben. Neem Helena Hauff. In 2017 liet ze weinig over van de Boiler Room én de Greenhouse, een jaar later werd ze gebombardeerd tot headliner van de mainstage, en dat was ook voor haar een grote stap. Dat ging goed, en sindsdien prijkt haar naam overal hoog op de festivalaffiches. Zo bouwt Dekmantel niet alleen bewust mee aan de carrières van dj’s, maar binden ze hen ook aan zich. Dus keert Hauff nu weer terug in de Greenhouse, en vanzelfsprekend nailt ze het daar.

John Talabot? Min of meer hetzelfde verhaal: de Spanjaard kreeg in 2018 een bescheiden slot, mocht in 2019 headlinen, en draait vandaag vroeger op de dag bil-aan-bil met bevriende Amsterdammer Orpheu the Wizard. Samen durven ze gewoon op 115 BPM te starten met slowmotion progressive en acid, om met engelengeduld telkens een stapje sneller, gemener en dieper te gaan. Om in het laatste halfuur de boel tot ontploffing te brengen, plaat na plaat weer.

Helena Hauff op Dekmantel 2023

Een headliner in wording en aardbevingbassen

Zo’n meerjarenplan hebben ze vast ook met Carista in het hoofd. De Utrechtse mocht zusterfestival Lente Kabinet al eens afsluiten en draait nu als subheadliner op de mainstage bij het vallen van de avond. Beter dan wie dan ook snapt zij hoe stevig en stoer je daar mag draaien. Stuiter-techhouse, Rotterdamse techno, bronstige ghettotech en wobbende bassen zijn haar lokaas, en vet dat ze zo’n grote stage twee uur aan de lijn weet te houden zonder de hele tijd te hoeven leunen op anthems of overbekende tunes. Totale domper dat headliner, Detroit-houseman Omar S, daarna met hele slappe disco-house aankomt en absoluut de energie van Carista niet weet te matchen. Was op zich te verwachten, aangezien hij een nogal koppig karakter heeft en het liefst voornamelijk eigen tracks (vaak onuitgebracht) draait. De conclusie: geef Carista volgend jaar die headliner-slot!

Maar waar dan af te sluiten? Bij de 160 bpm triptechno van Woody92 uit Delft? Bij de Haagse debutant Torus, die met zijn Laser Club een artistieke draai geeft aan trance en eurohouse? Of nee, voel je de grond daar trillen?… Oef, in The Nest lijken wel twee tektonische platen op elkaar te botsen. Kevin Martin alias The Bug is meester van de diepe, diepe, diepe bassen. Al sinds de jaren tachtig maakt hij aardschokkende dub, grime, industrial en pikzwarte dancehall, en vandaag staat hij op de line-up met mc Flowdan uit East-Londen. In 2008 maakten ze samen de onverwoestbare dubstep-classic ‘Skeng’ (die eigenlijk ieder jaar op Dekmantel wel een keertje wordt gedraaid), en Flowdan is de laatste tijd weer helemaal het mannetje dankzij Fred again.. en Skrillex, met wie hij ‘Rumble’ maakte. Al halverwege de set doen ze ‘m in een uitgeklede, meer Bug-waardige variant. Niet eenmaal, maar zelfs twee keer. TWEE KEER. De grootse aardbeving van de dag.