Op papier voelt dat als een zwaktebod. Weer blikt Vedder terug op de legendarische sprong in ’92 van de camerakraan, ditmaal inclusief cameraman Rob op het podium. Hij vertelt min of meer hetzelfde verhaal over zijn schuldgevoelens jegens Rob (‘hij keek zo boos op de foto’) die totaal onterecht bleken (‘hij schreeuwde niet naar mij, maar naar de mensen die de kraan vasthielden, omdat hij bang was dat hij de lucht in gelanceerd zou worden’). Rob mag op het podium reageren: ‘I can assure you: Eddie Vedder is the nicest guy I know!’
Vedder doet vervolgens alles om dat waar te maken. Hij doet een shoutout naar Erik Mans van Tivoli die ook met Seattle-stadsgenoten Mudhoney werkte, voordat Pearl Jam het puntige punkliedje ‘Lukin’ inzet. Het is vernoemd naar de bassist van Mudhoney, waar Vedder ooit bivakkeerde om een stalker te ontwijken. Hij speelt op ukelele zijn solonummer ‘Sleeping By Myself’ als ode aan de onlangs overleden Amsterdamse gitaarspecialist Søren Venema. ‘Je kocht bij hem geen instrument, je adopteerde een kind. Ik heb een speciaal hoekje in mijn huis voor zijn instrumenten, ik denk elke dag aan hem.’ Hij zingt ‘Throw Your Hatred Down’, het nummer dat Pearl Jam ooit maakte met Neil Young en na de recente high school shooting voelt als een anti-wapenbezit-anthem. ‘I wish I lived in Amsterdam’, zingt Vedder vervolgens, omdat hij ziet wat wij zijn en wat zij missen. ‘I wanna be your friend.’ Als je het probeert na te vertellen klinkt het supercheesy, maar zie het Vedder uitschreeuwen op het podium, en je gelooft iedere lettergreep die hij uitproest.
Een cynicus zal zeggen dat de drie liedjes van laatste album Gigaton (2020) totaal doodvallen op Pinkpop. De synthy postpunktrack ‘Dance of the Clairvoyants’ – echt een buitenbeentje in het Pearl Jam-oeuvre – voelt een tikkeltje houterig, ’Superblood Wolfmoon’ is ook weinig memorabel en dan is er nog ‘Quick Escape’, een gek scifiliedje over mensen die naar Mars vluchten omdat ze deze aardbol hebben verkloot. De boodschap: we kunnen maar beter voor deze aardbol zorgen voordat het te laat is. En ook: The lengths we had to go to then to find a place Trump hadn't fucked up yet.’ Speciaal voor die songs is er een gast mee op tour. Helemaal achterin weggestopt, achter de gitaarversterkers, staat Josh Klingoffer, de gitarist die John Frusciante verving bij de Red Hot Chili Peppers.
Tja, zucht die cynicus vervolgens: wat valt er nou te zien op het podium? Er is een lichtinstallatie die omhoog en omlaag zweeft, maar eerlijk, tenzij je daar echt heel bewust op let, valt die überhaupt niet op. Pearl Jam heeft geen vuurengels, geen egoramps, geen lange catwalks of snakepits, geen honderden kilo’s zwaar vuurwerk. En Eddie Vedder z’n kop zit vol plooien. Zijn loopje verraadt dat zijn geest nog wel wil, maar zijn stroeve 58-jarige lichaam echt wel moeite moet doen om die grote traptreden op en af te klimmen.
Verder speelt de band vrijwel alleen maar songs uit de jaren negentig. Maar dat is nu juist het knappe: Vedder heeft nog evenveel liefde voor de personages waar hij al tientallen jaren over zingt. De oude vrouw in de supermarkt, de dochter die niet begrepen wordt door haar ouders, de stille jongen die in de klas een pistool in zijn mond stak en een eind aan zijn leven maakte. Hij zingt ‘Jeremy’ alsof hij het krantenartikel niet in ’91 las, maar gisteren nog. In ‘Better Man’ sluit hij zijn ogen weer om zich het meisje te herinneren dat erachter komt dat haar man vreemdgaat en zichzelf vertelt dat ze niet beter verdient. Mompelend verwoordt hij haar gedachten. Ja, de grootste kracht van Eddie Vedder is niet eens die krachtige stem die over het hele veld draagt, maar de ongekende oprechtheid waarmee hij alles brengt. Zelfs na meer dan 1000 shows in dertig jaar.