Dat is de grote kracht van Pinkpop geworden: je ziet er de grootste bands in vol ornaat, met complete producties. Dat is een ongelofelijk karwei. In de zesde aflevering van Blauwe M&M’s legt John Mulder uit hoe bovenmenselijk de prestaties achter de coulissen zijn. Als voorbeeld noemt hij Rammstein, dat in 2016 met alle bommen en granaten aantrad. Trucs vol met podiumdelen, een spuitende piemel, vuurwerk waar je het Oekraïense leger mee zou kunnen bewapenen. Als vervolgens om elf uur ’s avonds de show klaar is moet de crew de boel zo snel mogelijk afbreken, want om vier uur ’s nachts komt Paul McCartney met nog meer vrachtwagens het terrein op rijden. De hele nacht door wordt er gewerkt, om het geheel genoeg af te krijgen om klokslag 11 uur de eerste mensen weer het terrein op te laten.
‘Aan de achterkant speelde nog iets mee’, zegt Jan Smeets. ‘Het tussenvoegen van dance. Dat was ook een aanslag op het productieteam, altijd veel gedoe.’
Niek: ‘Daar verkeken we ons aan het begin op. In de rock ’n roll nemen acts hun eigen productie mee. In de dance willen ze dat je bovenop de fee de productie betaalt. Als je niet oplet zit je zo aan het dubbele van wat je voor een act betaald hebt.’
Jan: ‘Er zijn wel veel veranderingen geweest. Je denkt soms: er gebeurt nooit niks in een mensenleven. Maar op een gegeven moment kregen we last van Amerikaanse festivals, onvoorstelbaar. Maar dankzij Leon Ramakers kregen we Paul McCartney, Springsteen twee keer, de Stones, godverdomme nog aan toe. Daar hebben we wel echt van geprofiteerd. Mojo werd ook eigendom van Live Nation. Je kunt niet zonder. Je kunt wel zeggen: ik doe dat niet. Maar zo werkt het niet.’
Het lastige aan die grote headliners is: het zijn er niet zo veel. Toch had bijvoorbeeld Coachella drie jonge headliners met Harry Styles, Billie Eilish en Swedish House Mafia.
Jan: ‘Ik ben een paar keer naar zulke acts wezen kijken op Pukkelpop. Billie Eilish, ik vond dat echt verschrikkelijk. Dan merk je: als je ouder wordt haak je toch af. Ik dacht altijd: welnee, ik groei gewoon mee met mijn publiek. Maar op een gegeven moment hoor je namen van groepen, godverdomme joh. Eerst dacht ik nog: ik heb me teveel bezig gehouden met de totale productie van het terrein, dat alles goed verdeeld was. Ik vind wel dat op onze zondag een andere headliner had moeten staan, niet? Imagine Dragons, not my type of music.’
Niek: ‘Dat is jouw persoonlijke mening, Jan.’
Jan: ‘Maar is het uitverkocht?’
Niek: ‘Het is de minst drukke dag, met 60.000 tickets.’
Jan: ‘Oh, zestig, dat is nogal wat. Maar is er in de tussentijd door Rob nog geprobeerd een andere act los te weken?’
Niek: ‘Nee, dat kan niet.’
Jan: ‘Ik heb altijd een beetje gezonde heibel met Rob Trommelen, die de programmering doet. Dan zeg ik: je moet eens wat minder golfen en meer naar andere popfestivals kijken. Ik riep twintig jaar geleden al dat ik Dolly Parton wilde hebben, waarom staat die dan wel op Glastonbury? Zo zijn er nog een paar dingen. Waarom zijn we nooit achter Bob Dylan aan gegaan? Nee, zegt Leon Ramakers dan, die kraai hoeven we niet meer. Ik zeg: Leon, da’s een hero, man! Die mag 100 procent kraaien op Pinkpop, als–ie er maar staat. Godverdomme man, dat is toch ongelofelijk!’
De generatie waar je zelf het meest van houdt sterft langzaam uit, Jan.
Jan: ‘Ja, ik draai nu thuis Tom Petty, hebben we ook ooit gehad. Och jongen toch, wat een muziek. Tjonge, jonge. Is er niet meer. Dat van Hennie Vrienten vond ik verschrikkelijk, en George Kooymans dadelijk. En dan kan je niet eens afscheid nemen. Die mensen hebben echt veel voor de business betekend. Dat is toch wel een ding hoor, godverdomme. Golden Earring, daar heb ik wel veertig concerten mee gedaan. In de Rodahal, Donkiesjot. Ik wil nog wel een concertje oppakken met Barry Hay.’
Niek: ‘Dat was volgens mij niet zo’n succes in de Roda Hal, Jan. Waren minder mensen dan normaal bij de Golden Earring zelf.’
Jan: ‘Oh dat is jammer.’
Het is tekenend voor Jan Smeets, een trouw man in een industrie die alsmaar voortraast. Trouw aan de bands waar het ooit mee begon. Trouw aan Urbanus, van wie hij al veertig jaar de manager is. Trouw aan Leon Ramakers, de oervader van Mojo Concerts die al jaren niet meer officieel werkzaam is bij het bedrijf maar die nog altijd de allerbelangrijkste deals voor Pinkpop bemiddelt. Trouw aan de familiebedrijven uit de regio die hem in de jaren zeventig aan de eerste portofoons hielpen en nu nog een deel van de beveiliging voor hun rekening nemen. 'Veel mensen die voor Pinkpop werken hebben door het jaar heen een reguliere baan of een eigen bedrijf. Voor Pinkpop nemen ze dan vrij. De een staat het weekend achter de bar, de ander komt drie weken hekken sjouwen.’
Tekst gaat verder onder de afbeelding.