Het Noord-Engelse The Lounge Society maakte deze zomer met Tired Of Liberty een dijk van een debuutplaat. Een album vol springerige postpunk dat een stem geeft aan de frustraties van een nieuwe generatie Engelsen. Zondag spelen ze in Rotown, en de avond daarvoor staan ze in Paradiso op het showcasefestival London Calling. Hoog tijd om beter kennis te maken, want: ‘Als de wereld klaar is om te luisteren, spelen we over een paar jaar in Wembley.’

‘A lonely town with a lonely state of mind, a drug town with a tourist problem.’ Een schreeuwende Cameron Davey zet elk laatste hoekje van zijn stembanden in om boven het daverende geruis van de gitaren uit te komen. Dit is The Lounge Society met ‘Valley Bottom Fever’, de stevige afsluiter van hun debuut-EP Silk For The Starving (2021).  

‘A drug town with a tourist problem’? Die zin komt uit de documentaire Shed Your Tears and Walk Away (2009), een film die een diepe indruk op de jongens maakte. Want die gaat over hun thuisstad Hebden Bridge, een piepklein industriestadje zo’n veertig kilometer ten noorden van Manchester, dat dankzij zijn prachtige groene heuvels en levendige kunstscene een populaire bestemming is voor toeristen, maar ondertussen lijdt onder diepgewortelde problemen met drugs en alcohol. Het stadje verliest zijn originele inwoners aan gentrificatie, stijgende huizenprijzen en de beklemmende werking van de steile heuvels van de vallei. Want in deze pittoreske gevangenis vol toeristen grijpen de bewoners massaal naar de fles en de naald. 

Dat is de voedingsbodem van The Lounge Society, die in hun liedjes zingen over de frustraties en misère van Britse jongeren. Het ene moment met een explosieve woede, het andere plotseling enorm dansbaar. Maar altijd met een enorme urgentie. 

Van links naar rechts: Hani Paskin-Hussain (gitaar), Archie Dewis (drums), Cameron Davey (zang en bas) en Herbie May (gitaar)

Politiek bewustzijn

Vanwege hun jeugd in Hebden zijn ze al van jongs af aan politiek bewust, legt gitarist Herbie May (nét 20, ‘tot mijn grote schaamte’) uit. ‘Kijk, politiek is tweeledig. Het is niet alleen wat je leest in het nieuws, maar ook wat je voor je deur ziet, hoe je vrienden zich voelen. De middelen die je middelbare school tot zijn beschikking heeft. Die buurman die je elke dag weer met een fles drank over straat ziet zwalken.’ 

Tweede gitarist Hani Paskin-Hussain (nog 19, ‘gelukkig’) vult aan: ‘Het is hier prachtig en dat is precies het probleem. Mensen zitten vast tussen de heuvels, maar kunnen ondertussen hun huis niet meer betalen. Ze verliezen de grip op hun thuis. Dan worden alcoholisme en drugsverslaving nog een reden om te blijven waar je bent. Mensen worden hier geboren en zitten voor altijd vast.’ Hoewel de jongens claimen vooral een rol als voyeur aan te nemen, vallen ze telkens stil als het specifiek wordt. ‘Je ziet dat mensen die je kende op de middelbare school… weet je wel.’ Of: ‘we hebben wel verhalen over vrienden die… whatever.’ 

Dat soort wanhoop en meer vertolken ze op hun debuutplaat. Neem ‘Blood Money’, een track over de harde heerschappij van het grote geld. Of ‘Boredom Is A Drug’, over de destructieve gevolgen van verveling. ‘We zien onze toekomst elke dag verder afbrokkelen. Onze aandachtsspanne wordt met de dag korter, terwijl een bedrijf als Amazon – dat hier niet eens belasting betaalt – op elke hoek van de straat te zien is. En de pond bestaat bijna niet meer.’ Herbie lacht als een boer met kiespijn. ‘En dat is geen toeval. Dat komt door een rij aan steeds bizarder wordende Tories. Er moet toch iemand zijn die een betere wereld kan formuleren, eentje waarin ambitie, inspiratie en überhaupt het vooruitkijken naar een betere toekomst meer is dan een slechte grap?’

Op naar Wembley

The Lounge Society begon op de middelbare school met covers van The Strokes en Arctic Monkeys. Op vijftienjarige leeftijd belandde de demo van hun eerste track, ‘Generation Game’, op het bureau van producer Dan Carey (Fontaines D.C., Squid, Wet Leg) van het hotte label Speedy Wunderground, en die was meteen diep onder de indruk. Met hem achter de knoppen namen ze hun eerste EP op, en twee maanden geleden verscheen debuutplaat Tired Of Liberty. Een plaat waarop funk, surf, punk en allerlei uiteenlopende invloeden samenkomen in een bal van jeugdige protest-energie. Evenveel Talking Heads als The Strokes. 

‘We willen het eigenlijk allemaal’, vertelt Hani. ‘We willen een megagrote band zijn en zoveel mogelijk mensen bereiken, maar zonder compromissen te sluiten op muzikaal vlak. Mensen zeggen dat het onmogelijk is. Dan denk ik: nice! Want zelfs als het net niet lukt, kun je ver komen.’ Een band die dat in hun ogen goed doet? Dat zijn hun Ierse collega’s van Fontaines D.C. ‘En mensen waarderen ze daarom enorm. Men wil een band die ergens om geeft.’

Inmiddels voelt de vergelijking zelfs haalbaar in hun oren. ‘Toen we Fontaines D.C. backstage ontmoetten, beseften we: oh ja, dat zijn ook gewoon mensen. Als zelfs Fontaines D.C. nerveus wordt voor een show, is het een level playing field. We zouden precies zo groot kunnen worden. Wat zeg ik, we kunnen zo groot worden als The Strokes. Er staat ons niets in de weg behalve de business-kant, en dat ligt buiten onze invloed, dus tja. Onze enige taak is om goede shows te spelen. Als alles volgens plan gaat? En de wereld is klaar om te luisteren? Dan spelen we over een paar jaar in Wembley.’

The Lounge Society speelt zaterdag 29 oktober op London Calling in Paradiso (Amsterdam) en zondag 30 oktober in Rotown (Rotterdam).