‘Ze zeiden: je bent aangenomen met twijfel, want we weten niet of je wel in de bandjesscene past.’ Twan de Roo is toetsenist in Banji en hij ziet er - nou ja - uit als de vleesgeworden ‘bandjesscene’: vlassig snorretje, bleek gelaat, zonnebril op het puntje van zijn neus, geblondeerd haar dat lekker warrig zit. Hoezo, niet passen in de bandjesscene?!? Maar vergis je niet, er is een hoop gebeurd in de zeven jaar die volgden tussen die sollicitatie bij de Herman Brood Academie en het product dat nu op tafel ligt: het debuutalbum van Banji, genaamd Fresh Cakes is een meesterproef van een debutant die zijn 10.000 uur er al zo’n beetje op heeft zitten. ‘Het klopte denk ik wel hoor, ik wist helemaal niks van bandjes. Mijn muzikale ontwikkeling was heel geïsoleerd. Ik maakte muziek met mezelf, wilde in mijn eentje Pink Floyd zijn. En ik blowde niet eens, de smoke scene in Wolfheze was niet aan.’
Met de hakken over de sloot binnen gelaten dus, en toch werd op die Herman Brood Academie jaren terug al de basis gelegd voor wat nu Banji is. Dat ging met een tussenstap. Een paar jaar terug bestond Banji uit twee bands. Je had Palmsy, een The Wombats achtige band met springerige liedjes, met daarin onder meer jeugdvrienden Morris Brandt en Gilles van Wees. En je had Radio Eliza, een zeskoppige indiepop formatie waar het hele huidige Banji al verstopt zat, dus ook drummer Jasper Meurs en dus Twan de Roo. ‘Banji begon met moeilijke gesprekken over onze oude projecten en vanuit de drive om de muzikaliteit van ons vieren verder te ontdekken. We voelden dat we een eenheid waren binnen de groepen waarin we speelden.’