Net voor de pandemie uitbarstte had het Utrechtse Banji de wind in de rug. Hun single ‘Listen’ was een eigenwijze springerige indiepop tune, die hartstikke slim in elkaar zat. In het gat dat viel werkte Banji aan een nog eigenwijzer album dan je op basis van die eerste single al verwachtte.

‘Ze zeiden: je bent aangenomen met twijfel, want we weten niet of je wel in de bandjesscene past.’ Twan de Roo is toetsenist in Banji en hij ziet er - nou ja - uit als de vleesgeworden ‘bandjesscene’: vlassig snorretje, bleek gelaat, zonnebril op het puntje van zijn neus, geblondeerd haar dat lekker warrig zit. Hoezo, niet passen in de bandjesscene?!? Maar vergis je niet, er is een hoop gebeurd in de zeven jaar die volgden tussen die sollicitatie bij de Herman Brood Academie en het product dat nu op tafel ligt: het debuutalbum van Banji, genaamd Fresh Cakes is een meesterproef van een debutant die zijn 10.000 uur er al zo’n beetje op heeft zitten. ‘Het klopte denk ik wel hoor, ik wist helemaal niks van bandjes. Mijn muzikale ontwikkeling was heel geïsoleerd. Ik maakte muziek met mezelf, wilde in mijn eentje Pink Floyd zijn. En ik blowde niet eens, de smoke scene in Wolfheze was niet aan.’

Met de hakken over de sloot binnen gelaten dus, en toch werd op die Herman Brood Academie jaren terug al de basis gelegd voor wat nu Banji is. Dat ging met een tussenstap. Een paar jaar terug bestond Banji uit twee bands. Je had Palmsy, een The Wombats achtige band met springerige liedjes, met daarin onder meer jeugdvrienden Morris Brandt en Gilles van Wees. En je had Radio Eliza, een zeskoppige indiepop formatie waar het hele huidige Banji al verstopt zat, dus ook drummer Jasper Meurs en dus Twan de Roo. ‘Banji begon met moeilijke gesprekken over onze oude projecten en vanuit de drive om de muzikaliteit van ons vieren verder te ontdekken. We voelden dat we een eenheid waren binnen de groepen waarin we speelden.’

 

Een bloedband

Een popacademie is een vreemd soort datingsituatie. Normaal, als je naar een nieuwe school gaat, zit je daar voor jezelf. Natuurlijk wil je weten of je nieuwe klasgenoten potentiële vrienden zijn, maar je hoeft jezelf niet de vraag te stellen: zou ie er wat van kunnen? Zou zij mij wat te bieden hebben, en ik haar? De leden van Banji waren zestien, zeventien toen ze aan hun muzikantenleven begonnen, kinderen nog haast, vinden ze zelf. En zo doorliepen ze het leerproces in de volle aandacht. Met name Radio Eliza kreeg flink wat aandacht, werd 3FM Serious Talent, speelde her en der al op festivals. ‘Het was tegenstrijdig’, zegt Morris Brandt, met een typische manier van praten die de beide muzikanten met elkaar delen: ze smijten voortdurend met Engelse woordjes. ‘We hadden best iets leuks going on. Persoonlijk kon ik er ook best mijn ei in kwijt, maar diep in mezelf zag ik er geen toekomst in.’ Twan de Roo: ‘We zeiden: waarom timmeren we aan twee wegen, waarom zetten we niet alle neuzen dezelfde kant op? We hebben een soort bloedband gesloten. We hebben tegen elkaar gezegd: we hebben een sacrifice genomen, let’s make it worth it.’

Het resultaat is dus Banji, dat drie jaar geleden opgericht werd en meteen scoorde met single ‘Listen’, een eigenwijs nummer met veel meer edge dan die vorige projecten. Banji is een productieband, een band met een eigen geluid, dat anders klinkt dan andere bands. Dat hoor je ook op debuutalbum Fresh Cakes, dat opent als een experimentele hiphopplaat en vervolgens pakkende indiepop a la Das Pop en Vampire Weekend overgiet met bizarre p-funk hooks en vreemde stemmetjes. ‘Ik ben altijd funky geweest’, zegt Brandt. Twan: ‘Bij mij komt het van Tyler. The Creator, maar ook van Stevie Wonder, Michael Jackson en de arrangementen van Quinsy Jones.’ Morris: ‘Het is moeilijk te pinpointen, het gaat om de excitement die erin zit.’

 

Het echte werk

Vanaf het begin liep Banji dus lekker, maar toen kwam de pandemie. Je zou kunnen zeggen dat de band beroofd werd van zijn momentum, maar uiteindelijk was het niet zo slecht, denken Twan en Morris. ‘We waren ready at that point’, zegt Morris. ‘Het heeft onze buzz gekilld, maar uiteindelijk vinden we het toch het leukste om dingen te maken.’ En dus stak Banji extra veel tijd in Fresh Cakes, dat zonder veel hulp van buitenaf werd opgenomen. Met Morris als songwriter, maar vaak ook met productie als startpunt. ‘Dat kan van alles zijn: we beginnen in Logic met bijvoorbeeld een drumloop of een gitaar akkoord, whatever je op dat moment voelt. Je bedenkt de ideeën terwijl je meteen de sound bedenkt’, zegt Twin de Roo. Brandt: ‘We zijn lang met ons debuut bezig geweest, omdat we eerst het balletje moesten laten rollen. Een way bedenken om het vloeiend te laten lopen. Maar nu gaan we het nog een keer doen: er liggen nu alweer dertig songs klaar voor album twee. Het gaat veel smoother nu.’ 

Da’s gek, maar ook weer niet zo gek met de twee jaar die achter ons liggen. Bij heel veel bands gaat het zo: de muziek die nu uitkomt is eigenlijk voor henzelf al niet meer relevant. Het heeft te lang geduurd, het creatieve proces is alweer verder. ‘En dit keer willen we de liedjes meer zichzelf laten schrijven’, zegt Twan de Roo. ‘Niet meer judgen, niet bang zijn om veel te maken. Schrijf gewoon.’ Dat beaamt Morris Brandt, en ja, dat doet hij met een typische Morris Brandt formulering: ‘Confidence, daar schrijf ik veel over, de zoektocht naar acceptance. Niet te hard zijn op jezelf, basically.’ En zo moet Banji jaren vooruit kunnen. Dit is geen tussenstap meer, dit is het echte werk. ‘Banji, dat zit wel goed.’