London Calling volgens vast recept: dubbelen tussen twee propvolle zalen, met allerlei bands waartussen je zomaar de gitaarhype van het jaar kan ontdekken. Of nou ja, eigenlijk wisten we allang dat die er zou staan. Het is Wet Leg, de grote indierocksensatie die vandaag de kroon pakt, maar het is een piepjonge FKA Twigs en David Byrne protegé die de grote verrassing is.

London Calling is Paradiso's razende showcase festival, dat normaal gesproken twee keer per jaar plaatsvindt. Het pand wordt ten volle benut, want terwijl in de ene zaal gesoundcheckt wordt, staat in de andere een band te spelen. Meer nieuwe muziek in een weekend past simpelweg niet.

1. Wet Leg

Het nummer: wat denk je zelf? Gewoon 'Chaise Longue', natuurlijk

Kijk, daarvoor ben je nou naar Paradiso gekomen: om de hype van het jaar het helemaal waar te zien maken. London Calling zal een boel tickets hebben verkocht op de Britse buzz-band van het jaar, maar het is cool om te zien dat de indierockers zo’n grote zaal ook zo natuurlijk aankunnen. Vanaf ‘Wet Dream’ (de tweede track!) staat de halve zaal al zo’n beetje mee te hossen, bij de verukkelijke onzin van ‘Oh No’ wordt er vrolijk meegekraaid door het publiek, en wanneer het tijd is voor die schreeuw in ‘Ur Mum’ zet het publiek het óók keihard op een krijsen. En de band zelf heeft er ook zin in: het ene moment staan ze met vrolijke grijnzen pirouetjes te draaien op het podium, het volgende moment paradeert vocalist Rhian Teasdale met haar gigantische, glitterende Ron Wemel-feestgewaad over het podium met een huge ass grijns. Alsof ze zelf ook wel weet dat ze de zaal om haar vinger heeft gewonden. Ze hadden er ‘Chaise Longue’ niet eens voor nodig. Maar verdorie, wat is het leuk om de indiehit van het jaar als laatste nummer eindelijk in de Paradiso te horen.

2. Ethan P Flynn

Het nummer: het prachtige 'Father Of Nine'

Het is de tweede show van de dag, de grote zaal is nog niet eens voor de helft gevuld, en toch komt één van de grote hoogtepunten van London Calling al vroeg op de zaterdagavond. Het is Ethan P. Flynn, een piepjonge gast met een hipsterbaard en een anonieme zwarte zonnebril. Je zou het niet zeggen, maar deze nonchalante dude werkte al samen met FKA Twigs, David Byrne en slowthai. Oh ja, dan bivakkeert hij ook nog eens rond in de coole scene rond Black Country, New Road. Als solo-muzikant maakt hij quirky alt-pop, gezongen met een krakerige stem à la Daniel Johnston, die steeds klinkt alsof hij ieder moment in huilen kan uitbarsten. Al helemaal in tweeluik ‘Father Of Nine’ en ‘Vegas Regency’. Goed ook, die cellist erbij. In de eerste song maken zijn sentimentele cellopartijen de weg vrij voor een uptempo drumbeat waar je zelfs lichtjes op kunt dansen, bij de volgende track valt de drummer stil en rukt hij staccato aan zijn cello in een gedragen ballad. Werkelijk prachtig.

3. Surfbort

Het nummer: lekker zweten in de pit bij ‘Hot Lizard 93’

De onstuimige punkers van Surfbort hebben geluk. Aan hen de taak om de vrijdagavond af te sluiten. De New Yorkse band maakt er gretig gebruik van. Vanaf het moment dat frontvrouw Dani Miller met haar duivelse lachje de eerste inhaal inzet, slaat het publiek stijl achterover. Ze drukt de mic in het publiek, achter haar dondert en bliksemt een bak gitaren. Bij prijsnummertje ‘Hot Lizard 93’ wordt het tempo zo’n 60 bpm omlaag geschroefd, maar zelfs daar knallen de bezwete lichamen op elkaar in de moshpit!

4. Silverbacks

Het nummer: de postpunk-groove van 'Different Kind of Holiday'

Kom je bij aanvang bij Silverbacks aanzetten? Dan ben je al te laat. De bovenzaal puilt aan alle kanten uit. Tot aan de deuren, zelfs om het hoekje bij de bar, waar een groepje sippe bezoekers langzaam richting de deur centimetert in de hoop dat ze voor het einde van de set nog een glimp van de postpunkband kunnen opvangen. Grappig, want de Ieren zijn niet per se één van de grote hypes van de UK postpunkscene. Die hoekige gitaren, monotone praatzang en gortdroge drums zijn duidelijk schatplichtig aan Gang Of Four, maar Silverbacks klinkt een tikkeltje meer arty, richting Television en andere seventies art-popbands. Effectief is het zeker.

5. Cash Savage and The Last Drinks

 

 

Cash Savage paradeert met haar microfoon over het podium. Ze dwingt de  aandacht af alsof ze met haar zeskoppige begeleidingsband niet de lullige spot na de headliner in de half leeggelopen grote zaal heeft gekregen. Vol overtuiging staat ze haar folk rocksongs voor te dragen terwijl de violiste aan haar rechterzijde er flink op los zaagt op haar instrument en de ritmesectie doordreunt als een trein op een losliggend spoor. The Last Drinks, zo heet de band, maar dit voelt niet als het einde van de avond. Er kan best nog een rondje na.

6. Water From Your Eyes

Het nummer: Nou ja, 'All A Dance' dus. Kazoo's!

Is ze een tikkeltje nerveus? Zangeres Rachel Brown van Water From Your Eyes kijkt verward om zich heen en praat heel snel. Water From Your Eyes is een electro trio uit Brooklyn dat klinkt alsof het rechtstreeks uit Scott Pilgrim VS The World komt. En het is tamelijk crazy: geen bassist of drummer, gewoon twee gitaristen met een Les Paul en een mega intense backing track. ‘All A Dance’ heeft een neurotisch mathrock gitaarintrotje, maar wanneer Brown een kazoo tevoorschijn trekt gaat het publiek uit hun dak.

7. Illuminati Hotties

Het nummer: Hoe kun je nou niet vrolijk worden van punky indierocker 'Poolhopping'?

FUN, FUN en nog eens FUN: de teenyboppende, punky gitaarliedjes van de Amerikaanse Illuminati Hotties schreeuwen plezier, van het soort waardoor je meteen zélf een gitaar wilt oppakken om vanuit iemands garage een rammelende indierockband met een onzinnaam te beginnen. Stiekem druipen een boel van die liedjes van de weltschmerz, maar je ziet het er niet aan af. Frontvrouw Sarah Tudzin is een energiekanon in een witte tuinbroek die binnen mum van tijd een rommelige moshpit op de been krijgt. Toegegeven, af en toe zingt ze knap vals, maar je vergeeft het Tudzin meteen zodra ze haar gitaar fel op het lichaam hijst en de volgende oerkreet uitbrult. ‘MMMOOOAAAAAYAYA!!!!!’

8. Kills Birds

Het nummer: 'Cough Up Cherry’

Zo’n hardcore band tussen alle postpunk en indieacts, dat valt wel op ja. Kills Birds wordt gebracht met een microfoon die met gele tape is afgeklapt. Pas op, gevaar, zoiets. De groep uit Los Angeles grooved als een malle. Het is binnen no-time raak. De eerste moshpit van het festival is binnen een paar nummers al een gegeven, en met een hoop drumfills en een tergende schreeuw hier en daar komt het festival aan zijn trekken. Héél even krijgt het publiek een paar seconde adempauze, wanneer ‘Cough Up Cherry’ abrupt stopt, maar daarna beukt de Amerikaanse band er weer fel tegenaan.

9. MICHELLE

Het nummer : ‘Mess U Made’ blijkt live mega bombastisch en prachtig

Danschoreo’s voor vier, prachtige vocalen en een publiek dat zin heeft om te genieten van een dosis r&b beats in het straatje van TLC. Eigenlijk een perfect recept voor MICHELLE. Geen wonder dat het bom- en bomvol staat in de bovenzaal. Het zestal komt uit New York. Eigenlijk is het verfrissend om zo’n grote groep zoveel plezier zien hebben op het podium. Hoewel de percussie soms te hard staat doet dat er niet zoveel toe. Want wat is beter dan één, twéé, drie, nee, vier(!) hype zangeressen en een flinke dosis lol.

10. Lunar Vacation

Het nummer: 'The Basement'

Stel je voor dat Snail Mail zo’n duizend kilometer zuidelijker was geboren, dan klonk het precies zo. Lunar Vacation dus, een vijfkoppige band uit Atlanta die hetzelfde type sadrock maakt, maar dan wel op zo’n manier die eerder klinkt alsof ze uitsnikken naast het zwembad, in plaats van op de slaapkamervloer. Hun liedjes zijn trager, dromeriger, met melodische gitaarlijntjes. De zangeres vooraan, met een hip sjaaltje om haar hoofd geknoopt, heeft een snikje in haar stem die bij ‘Gears’ doet denken aan Jeanne Rouwendaal. Snail Mail meets WIES, wie had dat gedacht?