Wie had ooit gedacht dat de discussie over het Album van de Week op de 3voor12-burelen zou gaan tussen een prachtig zijproject van Thom Yorke en Jonny Greenwood en het nieuwe album van Harry Styles? En dat het langste strootje voor de voormalig One Direction-zanger zou zijn? Dat zegt veel over het punt waar Styles staat in zijn carrière. Met drie albums op zak het boyband imago definitief van zich af geschud, vers van een triomfantelijke passage op Coachella en vrij om verdomd goede popmuziek te maken met een scherp randje.

Scherp randje? Waar zit hem dat dan in? Harry’s House is geen experimenteel album met nummers van zes minuten of geluiden die je nog nooit gehoord hebt. Net als bij zijn eerdere twee solo-albums is zijn songwriting stevig verankerd in de klassieke popmuziek van de jaren zeventig, van Elton John tot Fleetwood Mac tot Steely Dan. Echte muziek, zou je vader zeggen. En om zijn album te promoten liet de zanger zich niet door The Guardian, Pitchfork of Rolling Stone interviewen, maar door Better Homes & Gardens, een ‘eigen huis en tuin’-glossy met een mega-oplage. Da’s zo’n beetje het tegenovergestelde van het ‘sex, drugs & rock ’n roll’ imago dat Robbie Williams zichzelf aanmat na Take That. Daar stond hij dan, in zwarte hoge laarzen en een Gucci-pyjama in de achtertuin. Maar de humor en speelsheid kan je niet ontgaan in zowel het idee als de uitvoering, en precies dat is wat ook Harry’s House zo’n aanstekelijk album maakt.

De songs zijn in principe weer met het vaste team gemaakt: de Amerikaanse producer Tyler Johnson en de Engelse songwriter Thomas Hull zijn er bijna elk nummer bij. Die Thomas Hull was een jaar of vijftien geleden zelf een klein beetje bekend in de Londense scene ten tijde van Jack Peñate en Kate Nash onder de naam Kid Harpoon. Hij verdween weer van het toneel, en je zou denken dat hij intussen allang ergens in een pizzeria stond te werken, maar niets is dus minder waar. Dat gold wel voor een andere terugkerende naam in de credits: Mitch Rowland, een gitarist die letterlijk pizzabakker was toen Styles tijdens de opname van zijn debuut een uitvaller had. Hij schreef mee aan talloze hits en is ook nu weer van de partij. Opvallende aanwezige is ook Tobias Jesso Jr, een songwriter met gevoel voor mierzoete melodieën, die een paar jaar geleden zelf een sterk album maakte maar het meest succes scoorde als schrijver van Adele’s ‘When We Were Young’. Hij tekent hier voor ‘Boyfriends’, het meest intieme liedje. Het bezingt de onbetrouwbaarheid van mannen, zeker als er drank in het spel is. ‘Love a fool who knows just how to get under your skin. You still open the door.’

Er staan meer van die intieme songs op, maar het gros voelt losjes en charmant. Naast de huidige wereldhit ‘As It Was’ valt ‘Late Night Talking’ direct op. Het is zo’n oorwurm dat je bij de eerste draaibeurt zou zweren het eerder gehoord te hebben. ‘Grapejuice’ hangt vervolgens in een repetitieve groove. Halverwege krijgt de plaat nog een sterkere soul-injectie, met achter elkaar ‘Cinema’ en ‘Daydreaming’. Dat eerste nummer valt vooral op door de break halverwege: bas en drum vallen weg, even is er alleen een funkgitaar, super losjes gespeeld in Nile Rodgers stijl, om vervolgens met steeds rijker gearrangeerde loops weer op te bouwen. ‘Daydreaming’ pakt meteen door, met een sample van The Brothers Johnson’s funk stomper ‘Ain’t We Funkin’ Now’ en een gospelfeel in de backing vocals. Die backings zijn sowieso de hele plaat lang al het geheime wapen. Veel van de vrolijkmakende energie in het album zit daar in. 

In zijn Zane Lowe interview vertelde Harry Styles over een onzekerheid die hem overviel tijdens de lockdown. Na jaren van hectiek en voortdurende beweging stond ook voor hem alles ineens stil. Ineens was daar het besef dat alles zomaar ineens voorbij zou zijn. Of in elk geval: dat het niet zou blijven zoals het was. De je kunt daar melancholisch over doen (en dat doet hij in ‘As It Was’ best een beetje), maar de kunst is om die verandering als een gegeven te beschouwen en de vlucht naar voren te kiezen. Harry’s House heeft zo een zelfverzekerde, frivole popplaat kunnen worden waar voortdurend in de details van alles gebeurt. Niets blijft ‘As It Was’, de wereld (en Harry’s huiskamer) staat op zijn kop, en dat is maar goed ook. Nu maar hopen dat Pinkpop Harry Styles komend jaar ook als headliner durft te strikken.