Van queermensen tot het San-volk in Namibië: de Amsterdamse muzikant Shishani laat al tien jaar de stem van onderdrukte mensen horen in haar muziek. Tegenwoordig doet ze dat met Miss Catharsis, avontuurlijke en zwierige indierock. ‘Ik wil voelen dat ik de norm ben.’ Kijk nu haar sessie in 3voor12 Radio.

Tien jaar geleden was Shishani (34) terug op haar geboortegrond in Namibië. ‘Undercover’, zoals ze het zelf zegt. Namibië was in die tijd namelijk nog geen plek waar je openbaar kon laten zien dat je queer was. Kon ze in Amsterdam hand in hand met haar vriendin over straat lopen, in Namibië was dat ondenkbaar.

‘Iedereen wist het wel als je queer was, hoor’, zegt Shishani, ‘maar tijdens mijn onderzoek naar vrouwen in Namibië in de muziek werd ik uitgenodigd voor een conferentie voor young lesbian women. Alle verhalen die ik daar heb gehoord van vriendinnen en vrienden waren zó verschrikkelijk. Vrouwen vertelden over corrective rape, over verstoten worden, vrouwen konden geen baan meer vinden, waren uit hun huis gezet. Alle shit die er kon gebeuren als queer persoon, gebeurde daar. Ik was zo gekwetst en zo woedend dat ik eigenlijk na die meeting thuiskwam en ik ‘Minority’ schreef. Ik moest iets met die emoties. Je weet dat mensen dit overkomt, maar het is toch heel anders als het deel van je eigen leven wordt. Het ging om mijn eigen vriendenkring, mijn eigen mensen.’

Toen ze weer thuis was ramde ze in één keer ‘Minority’ eruit: een schreeuw om gelijkheid en vrijheid met de mooiste conclusie denkbaar. ‘This is who I am, I’m gonna stand up proud. Won't let no one bring me down.’ Ze speelt het nummer al tien jaar, nam het toentertijd ook al eens op, maar nu is het weer verschenen op haar debuut-EP “ Miss Catharsis”: soms klinkt daarop fluisterstille, soepele indiesoul, maar ‘Minority’ is veranderd in een vurige opruiende rocktune.  

Hoe waren de reacties op ‘Minority’ toentertijd? 
‘Ik speelde het nummer op televisie in Namibië, en toen gebeurden er twee dingen. Ik kreeg ongekend veel positieve reacties van mensen die zich eigenlijk nooit gezien of gehoord voelden. Mensen kwamen naar me toe en zeiden: “Bedankt dat je dit wilt zeggen en durft te zeggen.” Ik kreeg veel liefde vanuit de community. En de andere tien procent van de mensen wilden heel duidelijk laten weten dat ze niet achter mijn boodschap stonden. Ik heb ook op veel politieke events gespeeld waar ik dan bijvoorbeeld begon met een liefdeslied. Op zo’n moment klapt de hele zaal – met daarin rond de tweehonderd mensen, politici, mensen van de mijnbouw, de visserij tot de Women's Rights tot whatever. Daarna speelde ik ‘Minority’. Ik vertelde over het lied, zei dat ik gelijke rechten wil in Namibië. Toen ik dat had gespeeld… klapten er twee mensen. Moeizaam. Dat was voor mij zó duidelijk. Ik dacht: “Dit is dus hoe het zit. Er zijn mensen die je muziek tof vinden, maar het feit dat je queer bent staat ze niet aan.” Ik moet eerlijk zeggen dat dat die momenten niet opwegen tegen de positieve reacties.’

Het is nu tien jaar later en je hebt het nummer weer opgenomen. Waarom? 
‘Voor mij is het ook echt wel de viering van wat er die afgelopen tien jaar gebeurd is. Er is veel meer zichtbaarheid voor transcommunities en queer communities. Dat was tien jaar geleden echt wel anders. Artiesten durven nu open queer te zijn. Tien jaar geleden begon het eigenlijk pas. En ja, er is heel veel gebeurd, ook in Namibië. Er zijn al zoveel stappen zijn gemaakt. Activisten vechten zelfs hun weg tot in de rechtbanken, wat tien jaar geleden ondenkbaar was. ‘Minorty’ is nu ook een ode aan de hele reis die we als community hebben gemaakt, een viering waar we vandaan zijn gekomen. En tegelijkertijd is het nog steeds net zo relevant, omdat wereldwijd nog steeds dezelfde dingen gebeuren. Dus vandaar dat ik het nummer eigenlijk wilde meenemen in waar ik nu sta en wat ik nu met deze band doe.’

'De vrouwen die daar wonen zijn gewoon rock ‘n roll-stars'

Hoe staat het nu met de queer community in Namibië?
‘Het is nog heel lastig om het bespreekbaar te maken als je queer bent in Namibië. Ik heb dan de mazzel: er zijn mensen die echt achter me staan en mij beschermen, zoals mijn ouders. Maar het is cultureel nog lang niet zo dat iedereen het accepteert. Het is een kleine kern in de hoofdstad, maar langzamerhand groeit die cirkel. Ik ben zelf verloofd in mijn moeders dorp. Dat was echt een heel spannend en emotioneel moment. Maar het hangt heel erg af waar je bent in Namibië. Dat is in ieder land zo, denk ik. Ook als je in Nederland naar het platteland gaat, is het anders dan in Amsterdam.’

Je ouders zijn met je naar Nederland gevlucht toen je vijf was. Wanneer realiseerde je dat je tot een minderheid behoorde?
‘We vertrokken met het vliegtuig en next thing I know was ik op Schiphol. En een week later zat ik op de school in Zuidlaren met allemaal mensen die in een rare taal praatten. Ik was de hele tijd mezelf aan het uitleggen waarom ik in Nederland was. Daar ben ik denk ik als kind heel erg gewend geraakt, de hele tijd te verantwoorden waarom ik er ben. 

‘Ik ben heel erg warm ontvangen, maar de geschiedenislessen waren best wel pijnlijk. We hadden het wel eens over apartheid. Omdat het in Namibië en Zuid-Afrika plaatsvond en ik dan de enige in de klas ben die weet hoe het voelt, draait iedereen zich om en kijkt naar jou. Zo van; “Dit is jóúw mensen overkomen.” Terwijl het niet alleen mijn mensen zijn, er werd geen link gelegd met de Nederlanders die er destijds heengingen en apartheid veroorzaakten. En de constante vragen blijven ook knagen. Vragen zoals: “Kom je hier dan wel echt vandaan?” En: “Je spreekt wel heel goed Nederlands!” Zulke dingen blijven zich herhalen. Ik werd me daarmee bewust dat ik niet werd gezien als echte Nederlander.’

Hoe was de verhuizing voor je destijds?
‘In Zuidlaren waren er niet zoveel mensen van kleur. Als kind leer je op een bepaalde manier communiceren, je integreert ontzettend snel. Maar tegelijkertijd was het voor mij ook heel moeilijk om te zien hoe mijn moeder als hoogopgeleide vrouw van kleur veel discriminatie heeft meegemaakt en nooit de baan heeft gekregen die ze eigenlijk verdiende. Dat doet iets met je als kind. En dat is ook een van de reden waarom ik Miss Catharsis ben begonnen. Deze EP is ook gekomen door die ervaring. Het zien van hoe het was voor mijn moeder om als migrant hier te komen en hoe ze is behandeld.

Je bent een paar jaar geleden voor Namibian Tales naar Namibië gegaan om de San-mensen te ontmoetten, een onderdrukte groep. Waarom wilde je die groep mensen zo graag ontmoeten?
‘Begin twintiger jaren was het voor mij heel belangrijk om de connectie met Namibië weer te maken. Ook voor mijn familie, mijn geschiedenis en mijn moeders cultuur. Daarom ben ik toen teruggegaan naar Namibië. Later ging ik nog eens, voor het project Namibian Tales.’

‘We wilden hen ontmoetten omdat de San een van de eerste volkeren is die woonde in zuidelijk Afrika. Deze mensen zijn daar onderdrukt en uitgemoord, gemarginaliseerd, verdreven naar de woestijn. Ze leven vandaag de dag met net als Native Americans in reservaten. Tegelijkertijd is het zo'n bijzondere muzikale cultuur die lijkt op niks wat je in Namibië vindt. Voor ons waren twee dingen belangrijk. Aan de ene kant wilden we weten: wat gebeurt er muzikaal? Het is zo uniek en staat zo ver van wat wij kenden. En tegelijkertijd wilde we ook laten zien hoe prachtig deze cultuur is.’

‘In de San-cultuur maken de vrouwen muziek. Ze vertelden ons dat de mannen gingen jagen en zij zich verveelden. Ze wilden zichzelf vermaken door liedjes te schrijven. We zijn gewend dat vrouwen zingen en dansen en mannen de instrumenten bespelen. Dit was totaal niet geval, hier waren de vrouwen de muzikale leiders. De vrouwen die daar wonen zijn gewoon rock ‘n roll-stars. En ja, ze wonen in een klein dorpje in de Kalahari, maar zij hebben ons geleerd hoe je moet leven met de natuur en op een andere manier luisteren naar muziek.’


Met Miss Catharsis combineer je die muziek met indierock. Wat betekent dat laatste genre voor je?
‘Toen ik vijftien was, was het echt de tijd van Coldplay, Red Hot Chili Peppers, Radiohead en Incubus. Al die dingen vond ik te gek. En voor mij was het interessant omdat ik soms op het schoolplein tussen mijn skatersvrienden stond, maar ook bij mijn R&B-vrienden. Door zo’n split leefde ik eigenlijk tussen die twee werelden in. Toen ik ouder was ging ik naar Namibië met een akoestisch gitaartje. Ik kon nog geen gitaar spelen. Ik heb daar concerten gegeven met maar drie akkoorden. Voor deze EP wilde ik al mijn genres, invloeden voor eens en altijd samenbrengen. De taal van mijn moeder, de ritmes van de San, die indierock maar ook mijn ervaringen met soul en R&B. Dit is niet alleen mijn verhaal, deze EP is een verhaal van alle vrouwen. Het is een hele belangrijke reis. Voor mij is muziek iets veel groters dan dat ik ben. Ik ben geen entertainer, ik wil verhalen vertellen.’

Voor de band heb je specifiek vrouwelijke muzikanten van kleur gevraagd.
‘Ik denk dat het bijzonder is dat we een groep hebben met vrouwen van kleur. Ik ken geen enkele andere band zoals de onze in mijn netwerk, ook niet in de indie-scene. Ik denk dat met de San-vrouwen waar ik mee heb getourd veel loskwam, en ook met Miss Catharsis. Ik ben graag in een ruimte waar ik niet de vreemde eend in de bijt ben. Ik wil voelen dat ik de norm ben. Het is voor mij gewoon altijd belangrijk geweest om een reflectie te geven op wat er in de samenleving gebeurt. Daarin is mijn persoonlijke verhaal altijd een uitgangspunt, maar er zit denk ik ook iets universeels in. Ik heb mijn context en jij de jouwe, maar er zijn altijd punten waarmee je kan connecten als het gaat om muziek. In die zin denk ik dat veel van de EP superpersoonlijk is. Maar het is eigenlijk een groter verhaal. Het is niet alleen maar het perspectief van een queer persoon van kleur.’

Shishani & Miss Catharsis speelt eind maart in TivoliVredenburg en Paradiso.