Je zou het zomaar gemist kunnen hebben, want afgelopen vrijdag sneeuwde de rest van de releasekalender onder door die ene Stromae plaat, maar diezelfde dag bracht de Britse Nilüfer Yanya een nieuwe plaat uit. PAINLESS heet die, een prachtige indierockplaat die bij de hele 3voor12-redactie op repeat stond.

De klank van een geheim dat niet verteld wil worden, Nilüfer Yanya weet het in een liedje te vangen. Luister maar naar haar tweede album PAINLESS, dat afgelopen vrijdag verscheen. Dat album staat bol van de ingehouden emotie. Soms gejaagd en afstandelijk, dan weer ingetogen, maar altijd met datzelfde onderhuidse verdriet dat naar de oppervlakte dreigt te drijven... en dan weer de kop in worden gedrukt. De liedjes gaan over onzekerheden en angst, over de vervreemding die de muziek ook al zo goed vangt. En de teksten flikken het enerzijds om te verklappen hoeveel emotie erachter zit, en anderzijds helemaal niets weg te geven over de aard van het beestje.

‘Dat vind ik altijd een troost,’ vertelt Yanya. ‘Zelfs wanneer ik denk dat het er dubbeldik bovenop ligt, hebben andere mensen géén idee waar het over gaat. Liedjes schrijven is een safe space. Openheid schrikt me af. Ik wil dingen bij mezelf houden. Zelfs toen ik als kind dagboeken bijhield, schreef ik alsof iemand over mijn schouder meekeek. In codetaal. Misschien omdat ik een grote familie heb, dat ik bang was dat iemand mee las.’

Tegelijkertijd is PAINLESS misschien wel Yanya’s meest directe album. Op haar debuut Miss Universe stonden angsten en onzekerheden ook al centraal, maar ze verstopte ze achter het concept van het album, dat over toxic positivity en de gezondheidsindustrie ging. Er zaten allemaal snippets op van spokenword-secties over een zogenaamd wellnessbedrijf, WWAY Health, die Yanya met een robotische stem insprak. Een soort muzikale Black Mirror-aflevering, maar daardoor werden de liedjes ook minder direct en persoonlijk. ‘Dit album is instinctiever en directer, en eigenlijk ben ik er ook veel blijer mee.’ En PAINLESS is vooral muzikaal een prachtige plaat. Meer uitgekleed dan de vorige. Koeler, gedistantieerder. Er zijn talloze referenties om te benoemen: de kwetsbare indierock van PJ Harvey, één van haar grootste iconen ooit, likjes Nirvana op ‘L/R’, en vergeet niet die Radiohead-esque arpeggio’s op nummers als ‘midnight sun’ en ‘stabilise’. ‘Chase me’ gaat gestoeld op een crunchy industriële drumbeat, aan het einde van de plaat hoor je dan weer zwoele, lome dreampop, zoals op het prachtige ‘anotherlife’.

Die grote familie ervaart ze trouwens eerder als een zege dan een vloek. Yanya groeide op in Londen. Haar moeder is van Iers-Barbadaanse komaf, haar vader is Turks, en allebei zijn ze visuele kunstenaars. En dat betekent dat er altijd in haar huis gemáákt werkt. ‘Dat was heel fijn. Om altijd aangemoedigd te worden om te maken. Als je zegt dat je ouders kunstenaars zijn, dan denken mensen meteen dat je opgroeide in een soort hippiecommune, waarin iedereen de hele tijd rondrent en alles heel “vrij” is,’ giechelt ze. ‘Maar bij ons was vooral veel structuur. Dat heb ik ook van mijn ouders geleerd: toewijding aan het proces. Het proces ís de kunst.'

Nog steeds speelt die familie een grote rol bij Nilüfer Yanya. Bij haar als persoon, maar ook bij de band. Haar oudere zus regisseert haar muziekvideo’s, haar jonge zusje maakt geregeld artwork, en haar moeder, een visuele kunstenares, helpt haar met de set-design. En ook haar vader kreeg een klein bijrolletje op PAINLESS. Of welja, niet zozeer haar vader, als het instrument dat hij al bespeelt sinds ze klein was. Yanya’s vader is een fervent saz-speler (een typisch Turks snaar-instrument), en haar eerste muzikale herinnering gaat terug naar die saz: hoe haar vader ogenschijnlijk altijd met dat instrument in de weer was. Nog steeds krijgt ze om de haverklap opnames van haar vader, die nieuwe melodieën op de saz uitprobeert, en toen hij kortgeleden eindelijk een nieuwe saz aanschafte, kreeg ze zijn oude instrument.

Die gebruikte ze ook op ‘L/R’, een van de mooiste liedjes van de plaat, en voor Yanya voelde dat als een erkenning dat haar Turkse roots ook wortel mogen schieten in haar werk als indiemuzikant. Vroeger dacht ze namelijk dat haar muziek grofweg in hetzelfde domein moest blijven: indie. ‘Als je andere invloeden erbij haalt, dan zeggen mensen al snel: oh, dit klinkt als wereldmuziek, oh, je bent een Turkse zangeres. Ik wilde dat label niet. Ik denk dat ik door mijn roots wat bewuster ben van die labels. Nu maakt het me niet zoveel uit, misschien omdat ik wat ouder ben.'

Zo is Yanya de afgelopen jaren wel vaker bezig met dergelijke labels. Niet te minste die van artiest. Want wat betekent dat, een artiest zijn? ‘Ik vond samenwerken bijvoorbeeld altijd heel eng. Ik dacht altijd dat ‘een artiest zijn’ betekent dat je alles zelf zingt, inspeelt en schrijft. En dat het niet meer mijn werk zou zijn, als ik met anderen zou samenwerken. Eigenlijk is dat suf, want het mooiste werk ontstaat vaak uit samenwerkingen.’ Over de jaren heen leert ze dat een beetje los te laten. Op haar vorige plaat speelde ze al vaker met een vriend, Will Archer, die uiteindelijk meewerkte aan twee songs. Op deze plaat was hij er continu bij. ‘Hij speelde veel van de gitaarpartijen in, ik vond de melodieën en de teksten erbij. Sommige liedjes schreven we in vier, vijf uur. Het ging heel snel, en dat voelde heel bijzonder.’

Samenwerken is, beseft ze nu, het beste medicijn tegen haar grootste valkuil: dingen stuk analyseren. Alles goed overdenken is goed, maar schiet je erin door, dan is het een dooddoener voor het creatieve proces. Dat is precies wat ze zo bewondert aan een artiest als Adrienne Lenker. Niet per se een referentie die je zo snel bij Yanya zou plaatsen, want waar Big Thief nummers klinken als kabbelende beekjes, klinken haar liedjes vaak als onrustige waterstromen. ‘Ik vind hun liedjes heel rustgevend. Vooral Adrienne Lenker’s solowerk, wat klinkt als Big Thief, maar dan uitgekleed. Je hoort daardoor het liedje en de stem nog beter. En Lenker klinkt niet als een overthinker, dat is misschien wel wat ik het meest aan haar bewonder. Dat ze een punt bereikt waarop ze zegt: “Nu is het mooi geweest, ik ben er klaar mee.”