‘Hmmmmm….. Hoe werkt deze fantastische machine?’ Mitchel van Dinther (30) alias Jameszoo staat wat te hannesen met het koffieautomaat, heeft zelfs hulp nodig om hem aan de praat te krijgen. Komisch, een kwartier eerder oreert hij nog uitgebreid over apparatuur waar vuistdikke, taaie gebruikshandleidingen bij geleverd worden. Hier, wijst–ie, een analoge computer uit de jaren zestig, een bakbeest zo groot als een koelkast waar je verschillende patchboards in kunt hangen. Je kan er wiskundige berekeningen mee uitvoeren, máár als je de snoertjes in de goede gaatjes steekt, komt er ook geluid uit. Psshhhhhshhhhhshhhhhghghghgh. Brrrraprrraprrrrraprrrrap. Fiieeeeeet. Daar een stel oscillatoren waarmee types als Dick Raaijmakers en Stockhausen in de fifties experimenteerden. Het zijn de spullen die verantwoordelijk waren voor de geboorte van de elektronische muziek, vertelt Van Dinther, maar eigenlijk helemaal niet bedoeld waren om muziek mee te maken. Hij lacht. ‘Ja, deze dingen komen bij het ESA vandaan, geloof ik, de European Space Agency.’
Zo zoeft hij van de ene naar de andere hoek van de Willem Twee studios in Den Bosch, een studiocomplex vol stokoude, kostbare elektronische instrumenten en synthesizers. Hij duikt hoplakee een deurtje door… en opeens staan we in een oude synagoge. Dit is de Toonzaal, en hier wordt op wekelijkse basis klassiek-hedendaagse muziek vertolkt en worden jazzconcerten gegeven.
Van Dinther kruipt achter het orgel. Lacht even. Trekt de registers halfopen. Begint ijle, piepende noten te spelen. ‘Fuuuuut. Fuuuuut. Fuuuieeeeeeet.’ Op zijn tweede album Blind klinkt precies dit orgel ook, vertelt hij. ‘Op ‘Hommage à qui’ heb ik samen met Niels Broos ALLE toetsen van het orgel ingedrukt en alle registers opengetrokken. Dat klinkt overweldigend! En dan doe ik ze lààààngzaam dicht.’