Elk festival verkoopt je de illusie van vrijheid, maar vroeg of laat kom je toch weer ergens een hek tegen, of stopt het alweer als je er net lekker in zit. Zo niet op de vijfde editie van Wildeburg in de Noordoostpolder, waar alle paadjes leiden tot onverwachte podia en de muziek nooit stopt.

Het is zaterdagavond, elf uur. Uit alle paadjes en steegjes in het Bamboebos lopen mensen dezelfde kant op. Langs de twee bordjes: linksaf ‘Alle Richtingen’, rechtsaf ‘Andere Richtingen’. Langs de drie telefoons op een meter of tien van elkaar waarmee je elkaar kan bellen. Langs de oplichtende silhouetten van twee vrouwen en even verder langs een OV-incheckpaal en een geel NS-tijden-bord (we gaan voorlopig even nergens heen). Linksom via het roze kasteel, over de duin met de raket, naar het achterste hoekje van Wildeburg. Dit is het livepodium, en hier is zojuist Goldband begonnen, precies op de helft van het festival. Vanmiddag kon je hier nog rustig zitten bij Nana Adjoa met een karma kebabje of een kimchikroket, maar nu is er geen doorkomen aan.

Letterlijk een derde van het hele festival is hierheen gekomen om de Hagenezen te zien die hier drie jaar geleden – bij de vorige editie – hun eerste stappen richting faam zetten. Goldband ís Wildeburg. Het terugclaimen van de nacht na twee jaar corona, dat gebeurt hier. De inside jokes over witte was worden hier allemaal begrepen en het levensmotto omarmd: ‘Iedereen gaat dood, oehoehoeh, oehoehoeh, oehoehoeh, en jij ook, en jij ook, en jij ook!’ Boaz strompelt nog steeds met zijn poot in het gips, maar dat maakt eigenlijk niet echt veel uit, het dak gaat er totaal af met een uur lang elektronische nederpop.

Toch is het ook wel weer opmerkelijk dat een live-act als Goldband zo waanzinnig veel volk trekt. De Haagse band speelt echt liedjes. Dansbare en uit volle borst mee te brullen liedjes, maar het is wel anders dan de flow van een dag op Wildeburg. Die wordt bepaald door de nooit onderbroken beats van meer dan honderd dj’s die zestig uur non-stop uit elf podia schallen. De dagen zijn lang op Wildeburg. Zo lang dat je het af en toe voor lief neemt dat een dj die je niet kent met minimal prutteltechno anderhalf uur van je leven wegdraait. De piek komt later wel weer. De meeste mensen hier hebben letterlijk de hele tijd geen flauw idee bij welk podium ze staan en wie er staat te draaien. Hoe je bij de Achtertuin komt? Hoe moet ik dat weten, ik ben hier toch ook pas twee dagen? Dat klinkt ongeïnteresseerd, maar het is precies het idee van Wildeburg, dat er alles aan doet om je te laten verdwalen: overal paadjes en doorsluiproutes, nergens richtingbordjes, geen namen op de podia. De bezoeker moet gaan dwalen en simpelweg blijven hangen waar de sfeer hem aanstaat.

Toch lukt het met een beetje scherpte best om te navigeren. Er zijn in feite vier podia die het meest serieus geprogrammeerd zijn: het hoofdpodium met bekende namen als Avalon Emerson en The Blessed Madonna heet Helling, de knaldrangtechno vind je in de Duinpan, in de Achtertuin wisselen dj’s en live-acts elkaar op een dubbel-podium af, en het Bamboebos kan dit jaar beter omgedoopt worden tot Bamboevillalobos, want daar wordt de comeback van de minimal volop gevierd. Dat levert soms een langgerekte gaap op, maar er staat ook te gekke dj’s als Sonja Moonear (uit Zwitserland) en Christian AB (uit Engeland). Moonear, een veteraan die onlangs ook al imponeerde op DGTL, houdt het lange tijd kaal maar pakt dan maximaal uit met rave klassieker ‘The House Is Mine’ van The Hypnotist, een track waar smooth en wild elkaar afwisselen. 

Veel dj's dus op Wildeburg, met onder meer Avalon Emerson, DJ Seinfeld en Logic1000 als uitschieters. De eerste oogt als een personage uit The Incredibles: doodnormaal maar stiekem toch een superheld achter de decks met moeilijk te plaatsen maar makkelijkte te dansen keuzes. De Zweed Dj Seinfeld heeft geluk met zijn golden hour-spot: terwijl de schemering valt zie je overal om je heen bij mensen de lichtjes aan gaan, en zijn vrolijke house met discostrings zorgt voor een uitgelaten sfeer. Voor het podium loopt zo'n typisch Wildeburg-karikatuur: lang vlassig haar, baardje, hoed met veer, shirt met frutsels en Havaianas met stoffige tenen. Ze zijn er nog steeds, deze mensen, maar niet zoveel als je zou denken. Het merendeel van de bezoekers bestaat uit gewone mensen die voor de gelegenheid toch dat safarisetje of dat prachtige net te dure Stieglitz pak maar aangeschaft hebben.

Goed, door naar Logic1000. Zij is een Australische debutante die net voor covid een slinger kreeg van Four Tet. Ze draait de plaat die hij omarmde, 'Dj Logic Please Excuse Me', een soulvolle housetrack met UK beatshuffle, maar ze brengt ook een ode aan haar ware ontdekker Anthony Naples en verrast met een felle ghettohousetrack van LSDXOXO. En dat alles in opperste concentratie. Sowieso altijd leuk als dj's curveballen gooien, zoals techno-dj Bastienne die in de Duinpan tussen al het percussieve geratel ineens de meest sensuele r&b song uit de jaren negentig dropt, Shai's 'If I Ever Fall In Love'. Het werkt, want de queens op de rand van het podium staan hardop mee te zingen.

Tussen de dj's vind je ook heel wat live-acts, die hun eigen werk komen presenteren. De jonge Nederlander Naber bijvoorbeeld maakt indruk met zijn aanstekelijk gebrachte deephouse en electro. Sjam Samsoedin en Sluwe Vos presenteren hun project Intercity 106, dat ze in coronatijd in elkaar sleutelden. Ze hebben allebei een voorkeur voor pakkende hooks en vervormde vocalen in hun wavey electropop. Mooie set die wel nog behoefte heeft aan visuele omlijsting. Ook zeer populair is de anonieme Fransman Godford, die gonst op de streamingdiensten met miljoenen plays. Niet zo gek, want hij trekt bekende laatjes open: een beetje Bicep, een beetje Caribou. Het werkt hier vrij goed, toch mist hij tunes en een eigen smoel, waarbij die aanstellerige zakdoek en zonnebril en zijn EDM-maniertjes ook niet in zijn voordeel werken. De meest indrukwekkende live-act van allemaal komt uit Nederland: Coloray. Tilburger Raynor de Groot wordt op het podium bijgestaan door Yannick Verhoeven (Cairo Liberation Front, Ramses3000) en samen maken ze duistere en zeer bedwelmende wave-house. Die is niet alleen qua sound in orde, maar hij heeft ook echt een paar sterke songs. Zo was er al de Depeche Mode-achtige hit 'Can't Stop', maar de gloednieuwe single 'Blinded' gaat daar zelfs overheen. Knap hoor, zo diep en tegelijk catchy, krachtig bijgezet door de bloedrode lampen en flikkerende strobes. We zitten inmiddels diep in de nacht en het terrein toont nu zijn volle glorie, met lasers over het water, knetterende lichtflitsen op de brug en vuurvliegjes tussen de bamboe.

Op de derde ochtend steekt een buurvrouw haar hoofd om de deur van de tent. Verderop roept Pieter Jansen alweer, terwijl drie tenten verderop de r&b van Rimon uit een bluetooth-boxje schalt. ‘Zeg, ik heb een vraag’, zegt de buurvrouw met een schorre stem, terwijl ze het slaaptekort uit haar ogen wrijft. ‘Weet jij misschien hoe een kameleon als ie voor een half zwarte half witte muur zit weet waar-ie het streepje moet zetten?’ Dat is een goede vraag, luidt mijn antwoord. Ik heb geen idee, maar ik zou dat ook wel willen weten. Ja, je bedenkt wat op zo’n nachtsafari. Ze was trouwens al om één uur tollend in haar bed beland, maar om vijf uur weer opgestaan om de laatste uurtjes David Vunk mee te pakken en zelfs nog een stukje Carlos Valdes op het enige podium dat na 8 uur 's morgens nog geluid maakt. Toch geen verloren nacht dus. Een koud colaatje slaat ze niet af. Haar tentgenoten zijn in hun zwembroek naar de hoogste duin gelopen, om daar naast de cocktailbar van een gele helling head first het meer in te glijden.

De derde dag komt logischerwijs traag op gang en duurt ook maar tot twaalf uur, maar uiteindelijk gaat in de laatste drie uurtjes toch nog de vlam in de pan. Bij Philou Louzolo, die zich bewijst als een uitstekende vibe-dj met veel Afrikaanse invloeden en een voorkeur voor intense breaks. Niet van die stilvallers maar spannende momenten waar van alles om je hoofd zoemt en aanzwellende percussie en synths je opzwepen. Hij eindigt zijn set met een track van de Nigeriaanse afropopster Burna Boy. 

Maar het echte afscheid van Wildeburg 2022 vindt natuurlijk plaats bij allemansvriend Job Jobse, voor wie het grootste podium voller dan vol loopt. Sowieso opvallend dat de drie allerpopulairste acts van het weekend allemaal uit Nederland komen. Naast Jobse en Goldband was er ook bij hardtrancequeen KI/KI geen doorkomen aan. Ook Jobse zit volop aan de trance vanavond, bijna monomaan zelfs. Hij was een van de eersten die het inzag dat het in deze kringen vaak verguisde genre juist door de cheese-factor net zo'n aantrekkingskracht kan hebben als kitscherige italodisco, mits je natuurlijk de goeie tracks eruit pikt. Dat begon ooit met een speelse Tiësto-plaat in een set vol undergroundmuziek, inmiddels kan Jobse moeiteloos drie uur vullen met obscure trancevlammers. Hij heeft een voorkeur voor lekkere snelle tracks, maar schuwt ook de wijdse breaks niet. Wildeburg ontvangt het met open armen. De sfeer voor het podium is echt euforisch, mensen gaan bij elkaar op de schouders, gooien nog één keer alle schroom los en smeken de dj om nog één toegift. Die komt er niet, want zelfs dit schier eindeloze festival kent een laatste plaat. Tijd om slingerend naar huis te lopen, nog één keer door dat wonderlijke bos waar je niet zomaar een procesverbaal krijgt als je van het rechte pad af gaat en waar je door kunt dansen tot het licht wordt. Op de grens van het festival naar de camping staat een gigantische ijzeren vuurvogel vlammen van twee meter te spuwen, een laatste eresaluut. De nacht, die is van ons.