Amper drie weken na Down The Rabbit Hole is Phoebe Bridgers alweer terug in Nederland. Deze keer voor een show in AFAS Live. Wat, AFAS Live? Ja, want van een bescheiden underground artiest is de Amerikaanse tijdens de coronacrisis doorgegroeid tot koningin van de sad girl indie. Maar een softie is ze bepaald niet.

‘Er staat hier iemand met een bordje: mijn vader heeft me niet gebeld op mijn verjaardag.’ We zijn twee nummers op weg bij het concert van Phoebe Bridgers, en de zangeres maakt ons - de gewone liefhebbers verderop in de zaal - deelgenoot van wat zich voor haar neus afspeelt. Je hoort het natuurlijk wel, ook als je voorbij het midden van de zaal staat: hoge gilletjes, pogingen iets te roepen naar het podium, om contact te leggen met de heldin op het podium. Want dat is Phoebe Bridgers voor haar fanatieke fans. ‘Nou, mijn vader is uit een Italiaans restaurant geflikkerd op mijn achttiende verjaardag’, vertelt de zangeres op een droog-komische toon. ‘Hij was dronken, wilde door de nooduitgang lopen en begon te vloeken en te tieren toen hem verzocht werd dat niet te doen.’

Iedereen hier in de zaal - de fanatieke fans vooraan, maar waarschijnlijk ook de casual muziekliefhebber verderop - weet waarschijnlijk dat Phoebe Bridgers een slechte relatie heeft met haar vader. Ze zingt erover in haar liedje ‘Kyoto’, dat ze niet toevallig precies nu inzet. Het gaat over hoe ze ergens op tour in Japan bericht krijgt van haar vader. Hij belt vanuit een telefooncel - die bestaan nog - wat minstens een dollar per minuut kost. Hij vertelt haar dat-ie nu toch echt nuchter gaat worden. Oh ja, hij heeft haar ook een brief geschreven. Die heeft ze gezien, maar ze heeft besloten die niet te hoeven lezen.

Geen paniek

Het is een ontroerend, bitter, en toch in de beelden die ze oproept ook wel een grappig liedje. Dat is Phoebe Bridgers in een notendop. Ze schrijft buitengewoon intieme liedjes over haar relaties en trauma’s, maar ze is geen softie, geen jankerd. Ze heeft er een paar slimme trucs voor om zichzelf zo neer te zetten. Neem bijvoorbeeld de metalvibe die om haar heen hangt: haar tour poster en haar merch ogen metal, ze komt op met een intro-tape van metalband Disturbed. En natuurlijk die vrolijke skelettenpakken waarin haar band gekleed is. Zo voel je meteen die stoerheid, die werkt als een schild als ze als eerste liedje ‘Motion Sickness’ inzet, een pijnlijk verhaal over de giftige relatie waarmee Phoebe Bridgers nog voor haar doorbraak in de roddelbladen stond, die met de manipulatieve egomaniac Ryan Adams.

De grote doorbraak kwam voor Bridgers met haar tweede album Punisher, dat uitkwam in coronatijd. Het landde vooral goed bij jonge muziekliefhebbers, veel van hen lesbisch, bi-seksueel of non-binair. Bridgers zelf is bi-seksueel, maar haar liedjes gaan daar zeker niet allemaal over, en al helemaal niet expliciet. Maar kennelijk zit er in haar persoonlijkheid, in de topics die ze bezingt, de eenzaamheid en het savior complex dat ze omschrijft iets wat deze fans enorm aantrekt. Dat is ook wel te begrijpen, want Bridgers’ concert zit vol zinnetjes en beelden die blijven hangen. Ze is een beeldende songschrijver, niet bang om haar poëzie te duiden op bijvoorbeeld Twitter. Dat maakt haar relatable en het zorgt ervoor dat haar fanatieke aanhang echt bezig is met de inhoud van haar songs.

Er wordt dus veel hardop meegezongen in AFAS. Het is zelfs een teken van dedication om dat net even te hard te doen. Vooraan is dat normaal, halverwege de zaal zorgt het soms voor ongemakkelijke blikken, maar eigenlijk is het gewoon mooi. Het zorgt namelijk voor een wonderlijk soort energie in de zaal die je niet zo vaak tegenkomt bij zulke kalme muziek. De meeste liedjes zijn echt zacht gearrangeerd, sierlijk, met af en toe zelfs een trompetsolo als warm accent. Bridgers zelf zingt helder en trefzeker. Bij zo’n eigen show duurt dat wel net wat te lang, vergeleken bij de compactere festivalset zoals we die laatst op Down The Rabbit Hole konden zien. Daaraan hoor je dat de stap naar AFAS Live ook wel een grote is. In een zaal als Ronda - waar de boeker ook aan dacht - was het net ietsje makkelijker die intimiteit te controleren. Wel opmerkelijk om te zien hoeveel rust Bridgers uitstraalt. Dreigt er iemand flauw te vallen vooraan, dat legt ze de boel even stil. Geen paniek, wel even voor haar mensen zorgen.

Setlist

1. Motion Sickness
2. DVD Menu
3. Garden Song
4. Kyoto
5. Punisher
6. Halloween
7. Smoke Signals
8. Funeral
9. Chinse Satellite
10. Moon Song
11. Scott Street
12. Savior Complex
13. I See You
14. Sidelines
15. Graceland Too
16. I Know The End
———
———
17. Me & My Dog

Naar het einde van de set neemt de intensiteit en de betrokkenheid vanuit de zaal weer toe. Vooral bij de laatste twee nummers van de reguliere set: eerst ‘Graceland Too’, door Bridgers aangekondigd als ‘this one’s for the gays’. Dat Graceland Too is een soort cultfenomeen uit de buurt van het echte Graceland, het huis van Elvis. In Graceland Too woonde een of andere ouwe gek tussen een mega-collectie Elvis-memorabilia, een verhaal dat Bridgers leende van collega Julien Baker. Waar ‘the gays’ op aanslaan is echter niet dat Elvis-verhaal, maar een zweem van romantiek die over het liedje hangt, met als hoogtepunt de herhaalde zin: ‘Whatever you want me to do, I will do. Whatever she wants.’

En dan is er nog het vaste slotnummer: ‘I Know The End’, het enige nummer waar Phoebe echt uithaalt. Juist het feit dat ze dat nergens echt doet maakt dat die laatste minuut keihard gitaar-harken werkt. Bridgers breidt haar band nog wat uit met voorprogramma Sloppy Jane en zet één keer vol aan. Je ziet om overal in de AFAS groepjes vrienden mini-moshpits vormen en zich klaar maken voor die ene, gorgelende schreeuw. Phoebe zet haar gitaar aan de kant en springt bovenop het publiek. Zo, dat zijn we kwijt. 

Phoebe Bridgers op de Hoto op DTRH, 2022