Zie je dat ding daar? Gino-Cochise wijst naar zijn speakertje. ‘Ik loop altijd met die speaker op straat rond, en in de trein. Ik luister de laatste tijd veel Linda Ronstadt, en dan vooral haar Mexicaanse muziek. Dan worden mensen meteen blij. Als ik reggae afspeel krijgen ze ook een dikke glimlach…’ – met de krakende stem van een oud vrouwtje: ‘Oh, wat leuk!’ – ‘…maar als ik hiphop luister? Dan zie ik dat mensen me in de gaten houden, afstand nemen. Zo zie je wat die klanken met mensen doet, met hun energie doet.’ Hij zet die muziek in eerste instantie puur voor zichzelf op, vertelt hij, maar stiekem is het ook een kleine daad van verzet. Het is een manier om een eigen ruimte te creëren binnen in de wereld. ‘Ik ben niet per se fan van deze maatschappij. Als ik die muziek opzet, dan word ik toch weer blij.’
Praat met Gino-Gochise Lekranty van Ligten (31) en je begint vanzelf op een heel filosofisch niveau over muziek te praten. Over blues als product van onderdrukking en rebellie. Over reggae als politieke strijdmuziek waar óók ruimte is voor vreugde. Over muziek als meditatie, als vorm van bewustzijn. Hij is nogal een excentrieke snuiter, een gast met een dikke baard die nog geen mug zal meppen. Een hele spirituele jongen ook, die vandaag zijn geweldige debuutalbum LBM III uitbrengt. Daarop klinken excentrieke folky gitaartokkeltjes, schots en scheve hiphop-beats die uit elkaar lijken te brokkelen wanneer je ze probeert vast te grijpen. Zijn muziek is werkelijk met niks te vergelijken, totaal eigengereid en weird, soms duister en dan weer zalvend, maar ook verdomd catchy. En laten we vooral die maffe fluisterstem niet vergeten. Waarom hij zo zingt? ‘Gewoon kalmte.’ Ehm…. Of hij dat nog wat kan verduidelijken? ‘Alsof ik jou nu schreeuwend iets zou proberen uit te leggen. Dat werkt niet.’