‘Ja, dat heb je goed gehoord’, zegt Kae Tempest op de suggestie dat eigenlijk het hele album toewerkt naar die ‘bevrijding’. ‘Eigenlijk heb ik mijn hele leven geknokt tegen mijn lichaam en tegen mijn brein’, zegt Tempest. ‘Met de jaren ben ik steeds beter gaan begrijpen wat er in mijn lichaam gebeurde. Ik had soms dagenlange paniekaanvallen, nu weet ik dat dat een angststoornis heet. Soms kan ik me totaal niet focussen, krijg ik niks uit mijn vingers. Nu weet ik dat dat ADHD is. En ik wil soms mijn lichaam uit elkaar scheuren, letterlijk. Dat heet gender dysphoria. Dat is een extreem pijnlijke aandoening, maar wel een die te behandelen is, met een transitie. Het tegenovergestelde van gender dysphoria is gender euphoria, het gevoel dat CIS mensen elke dag hebben. Het gevoel dat het klopt. Dat gevoel heb ik voor het eerst ervaren door alle hartverwarmende reacties op mijn transitie. Je moet bedenken: ik heb mezelf jarenlang afgekeerd van mijn community, de transgemeenschap. Uit angst, uit schaamte. Maar door mezelf te openen heb ik contact gekregen met zulke mooie, geduldige mensen. Het voelde ontzettend goed om mijn verhaal te vertellen.’
Een verhaal vertellen, laat dat maar aan Kae Tempest over. Daar stond de rapper altijd al bekend om. We hingen aan diens lippen op festivals, waar hen liefst een heel album van A tot Z voordroeg. Niks geen fesivalsetje met de hit aan het einde. Het nieuwe album The Line Is A Curve kreeg zijn debuut in New York, in dezelfde week dat Kae Tempest Fallon aandeed. ‘Het was even wennen maar ook fantastisch om weer op het podium te staan’, zegt hen, die best wil uitleggen hoe hen die enorme focus in hun performance voor elkaar krijgt. ‘Zodra ik mijn songs af heb, begint het proces om de teksten diep in mezelf op te nemen. Dat doe ik al voor ik de liedjes opneem, want ik wil de vocalen het liefst in één take opnemen.’
Dat klinkt misschien eenvoudig, maar het vereist enorm veel vaardigheid om te doen. Vaardigheid die hen afkeek van het theater. Want nee, het is natuurlijk geen toeval dat de artiestennaam Kae Tempest een Shakespeare-stuk in zich draagt. ‘Ik dwing mezelf om in mijn hoofd te tellen, alsof ik een balletje omhoog gooi en steeds opvang. Als ik dat kan terwijl ik op hetzelfde moment de teksten voordraag, weet ik dat het er diep genoeg in zit. Niet in mijn bewuste geheugen, maar in mijn spiergeheugen. Ik heb dat geleerd van Cicely Berry, een beroemde vocal coach van de Royal Shakespeare Company. Zij leerde dit aan acteurs, ik volgde een keer een workshop. De overeenkomsten tussen het voordragen van Shakespeare en hiphop zijn groter dan je denkt. Een acteur die Shakespeare’s teksten voordraagt moet zich overgeven aan het ritme. Dat wil zeggen: niet focussen op het ritme, maar vertrouwen dat de tekst zelf het ritme bepaalt. De acteur moet uitgaan van de inhoud. Doe je het andersom, dan klinkt het overdreven of nep.’