Slap, dik, niet vooruit te branden. Het leven van een serieuze songwriter met aanleg voor depressie gaat niet over rozen. Maar Lucky Fonz III probeerde de lichamelijkheid terug te claimen, precies zoals wij met zijn allen dat moeten doen na twee jaar coronacrisis. Met het nieuwe Lucky Fonz album Hemellichamen als soundtrack.

'Kijk', zegt Lucky Fonz III (Otto Wichers). 'Ik heb iets voor je meegenomen. Het is mijn fanclubblaadje. Moet je zien, het is heel mooi.' Hij legt een gestencild blaadje met een blauwe omslag op tafel. Op de cover staat een tekening van hemzelf, een cartoonesk heldenportret, gemaakt door Roelie Vuitton. Hij verschijnt eens per tour in een oplage van 200 stuks, je krijgt hem bij de merch. 'Ik vind het belangrijk om iets fysieks te hebben, iets wat mensen kunnen vasthouden. Kijk wat er allemaal in staat, een interview met mijn tourmanager en eentje met mijn vader, die met allemaal deepcuts komt als ie gevraagd wordt wat zijn favoriete Lucky Fonz III nummer is. En hij vertelt dat ie mijn gabbertijd begrijpt. Nou ja, met terugwerkende kracht natuurlijk hè.' 

Lucky gninnikt terwijl hij verder bladert langs een puzzel, een gastcolumn van hemzelf, privéfoto’s die hij nóóit op Instagram zou zetten, een foto van de Duitse politie van toen ie te hard reed. Het blaadje is samengesteld door producer en singer-songwriter Joris Anne. ‘En hier, een interview met 'Linde met een E'. Moet je lezen, wat ze zegt: "Ik heb van Otto geleerd hoe je moet sturen. Ik dobberde altijd maar wat rond (soms ook prettig) en Otto liet me zien dat ik allerlei dingen kan waarvan ik niet had gedacht dat ze mogelijk waren.” Dat is lief toch? En dan zegt ze dit: “Wat ik Otto heb geleerd moet je eigenlijk aan Otto vragen, maar ik vermoed het omgekeerde. Namelijk dat je niet altijd alles in de hand hoeft te houden om het naar je zin te hebben.” Dat vind ik mooi om te lezen.’

Een klein beetje dood

Wie Lucky Fonz III niet echt kent denkt misschien dat hij precies andersom in elkaar steekt dan hier omschreven wordt. Ongestructureerd, chaotisch, jolig. Maar wie hem beter leert kennen of zijn interviews leest weet dat die eerste indruk helemaal niet klopt. ‘Ik ben vaak vrolijk, maar daar onder ben ik een ernstig persoon. En mensen denken vaak dat ik maar wat lul, maar ik vind mezelf juist iemand die over dingen nadenkt. Waar die discrepantie vandaan komt? Ik weet het niet. Misschien is het een verdediging. Dan kun je ook niet overschat worden. Het is beter om onderschat te worden.’ 

Gabberknipoog
Met die mentaliteit wandelt Lucky Fonz III al weer vijftien jaar door de Nederlandse muziek. Ogenschijnlijk fladderend, maar stiekem dus met hele specifieke ideeën over zijn muziek. Dat hoor je ook weer op zijn nieuwe album Hemellichamen, dat deze week uitkomt. Hij kan je precies tot in de details uitleggen uit welke hoeken hij inspiratie geplukt heeft. Neem bijvoorbeeld ‘Een Klein Beetje Dood’, een intiem liedje, maar wel met een gabberknipoog. ‘Het eerste wat je hoort is de intense poëzie van mijn tekst, het orgeltje, en dan die early kick. Gemaakt op een old school manier, alles in het rood zetten op de 909. Maar ik heb de kick wel gepitcht, wat een early hardcore producer nooit zou doen. Hij wisselt van noot met de melodie mee. Dat is een hardstyle techniek, Snollebollekes doet het ook. En die snare is dan weer heel erg Kanye West, een grote inspiratie voor mij. Het is trouwens geen suïcidale gedachte, een klein beetje dood. Eerder het tegenovergestelde: het verlangen te leven door even de grens van je lichaam te ontstijgen. Een soort sublimatie om met de dood om te gaan.’  

Gekke relatie
We wisten natuurlijk allang dat Lucky Fonz een raver is (want daar doelt ie natuurlijk op). Hij heeft er al veel vaker over verteld. In zijn tienertijd schuimde hij hardcore feestjes af, tot hij ging studeren en een Bob Dylan nerd werd. Maar een jaar of tien terug herontdekte hij het clubben helemaal. Dat kwam interessant genoeg doordat hij ruzie had met zijn lichaam. ‘Ik had een hele gekke relatie met mijn lichaam’, legt hij uit. ‘Op Multimens zing ik op een gegeven moment: “Dingen zijn maar dingen, je komt er overheen. Van alles dat ik kwijt ben is er eigenlijk maar één ding dat ik terug wil - en ik zeg dit met een zucht: van alles op de wereld wil ik het allerliefst mijn lichaam terug.” Ik had last van depressies. Dat zijn psychische ziektes, maar ook fysieke ervaringen. Het voelt letterlijk alsof je lichaam niet meer van jou is. Je kunt letterlijk niet uit je bed komen, je arm niet eens optillen. Vooropgesteld: ik ben dus anti Cartesiaans dualisme: ik denk niet aan brein vs lichaam. Ik zie het brein als onderdeel van het lichaam, de geest als functie van het lichaam in actie.’

Fysieke relatie
Kort gezegd: hij voelde zich slap en moe, niet vooruit te branden, geen eigenaar van zijn eigen lichaam. Hij besloot gezonder te gaan leven, veel te gaan trainen en weer te gaan dansen. ‘Ik wilde een fysieke relatie creëren met muziek. Muziek te maken die je lichaam wakker maakt, bijvoorbeeld met een beat.’ Hij pakt zijn telefoon en zoekt naar een screenshot dat hij eerder van de week iemand stuurde. ‘Ik las dit laatst, in een boek van de filosoof Michel Serres. De mythische zanger Orpheus zegt daarin: “Mocht je willen leren spreken of later als acteur, leraar of redenaar van het spreken je beroep willen maken, mocht je graag gaan zingen, dus je stem uit je lichaam dragen om een ruimte te vullen die reikt tot aan de achterwand, mocht je een trillende kolom als een werveling van vuur uit je keel willen tillen, met intense klanken of verfijnde stembuigingen, besef dan wel dat, voorafgaand aan de betekenis die vervat ligt in de taal, voorafgaand aan de emotie die verbreid wordt door het lied, de stem allereerst uit het lichaam komt, uit haar fundament, uit haar basis, haar verbinding met de aarde, haar houvast, haar dierlijke greep op de grond via de voetzolen, haar koppeling aan lange wortels via de tenen; dat uit een of andere chronische stroom een gloeiende bron opstijgt langs de kolommen van botten en spieren, door benen, dijen, billen, buik- en borstholte tot aan de schoudergordel; dat je stem alleen iets zal zeggen, iets zal betekenen als ze haar diepe inspiratie uit die basis haalt.”’

De Nacht Staat Op

Dat fysieke aspect van muziek staat nu dus voorop. Een bewuste mindset. ‘Mijn vroege werk was vaak juist verstild, cerebraal. Nu doe ik dat nog wel, in een liedje als ‘Kwantumwetenschapper’, maar er staat altijd iets actievers tegenover. Ik weet nog dat ik tien jaar terug een tijdje in LA woonde. Ik had bedacht dat ik een Amerikaanse singer-songwriter wilde worden. Hier, ik laat je een foto zien van toen ik daar woonde. Kijk, hier hang ik met Damien Rice. Moet je zien wat een dik hoofd, ik zie er nu jonger uit. Ik dacht: dit kan niet, ik wil nog niet mijn graf in. De house heeft het me laten terugvinden.’

Afgelopen maand nam Lucky zelf een videoclip op voor zijn nummer ‘Alles Om Je Heen’, het dansbare slotnummer van het nieuwe album. Een illegale clip op een illegaal feest, want hij schoot zelf met zijn telefoon filmpjes op het Multigroove feest van De Nacht Staat Op. ’De clip is een verslag van die nacht... zelf geschoten en geregisseerd, raver POV, haha. Ik heb vooraf geen toestemming gevraagd, maar achteraf wel Ilja van Multigroove een lange mail gestuurd wat ik wilde en wat hun feesten voor me betekenen. Het is een ode aan de rave. Ik kreeg een supermooi en lieve mail terug. Hij vond het prachtig en zei dat hij er kippenvel van kreeg. Dat betekent de wereld voor me.’
 

Seksbuddy

Het is ook een hele charmante clip. Heel anders ook dan we van Lucky Fonz III gewend zijn. Omdat zijn albums altijd in het vroege voorjaar uitkomen zit ie meestal te bibberen in zijn videoclip. Ga het maar eens na, het is echt zo. Maar hier zien we de voorpret voor de spiegel, het ritje op de fiets naar de Elementenstraat, het euforische gevoel als hij de dansvloer op stapt en de brede lach op het diepste puntje van de nacht. ‘De clip is trouwens geïnspireerd door een video van RP Boo, een Chicago footwork producer. Zijn ‘Banging On King Drive’ is een documentaire-achtig verslag van een black parade in de stad. Een parade met een politieke lading. Je ziet kinderen dansen, een heel specifiek geladen ritueel. Het is meer dan een dansfeest. En dat gevoel had ik ook bij De Nacht Staat Op. Het was een politiek statement tegen de haat van bestuurders tegen de nacht.’

‘Ik ben erg geïnspireerd door Mark Fisher, die veel geschreven heeft over rave in Engeland. Daar is men altijd heel streng geweest tegen de cultuur. Waar wij ID&T hadden, had Engeland de Criminal Justice Act. Zijn idee van rave is dat het een soort tijdelijke utopie. Maar dat beeld druist in tegen het ‘kapitalist realism’, het voor kapitalisme noodzakelijke idee dat er geen alternatief bestaat. Het is een ondermijnend ritueel. Maar die ondermijning is juist nodig. Ik wil juist een samenleving waarin ruimte is voor zelforganisatie en voor gemeenschap. In die zin zie ik rave dus niet als een demonstratie, maar wel als een inherent politieke daad. Met andere mensen die je niet kent, die een andere afkomst hebben dan jij, een toffe avond hebben, dat is bijna taboe om uit te spreken.’

Het kan bijna geen toeval zijn dat Lucky Fonz III het lichaam tot centraal thema bombardeert op een album dat uitkomt na twee jaar coronacrisis. Twee jaar waarin lichamelijkheid angstaanjagend was, gemeenschapsvorming verboden. Een tijd waarin zelfs van overheidswege afgekondigd werd het het wellicht wel toegestaan moest zijn om ‘een seksbuddy’ te hebben, een aangewezen persoon die letterlijk en figuurlijk in je bubbel mocht komen. Maar de meeste liedjes op Hemellichamen zaten al in de theatertour waar Lucky Fonz III middenin zat toen de eerste lockdown afgekondigd werd. ‘Michel Houellebecq zei daarover: corona is geen breuk, het heeft in een snelkookpan gedaan wat al gaande was. Namelijk de verwijdering van het lichaam uit de publieke ruimte. Thuiswerken, de schermcultuur, individualisme in plaats van gemeenschapszin. Het was al een tijdje zo dat je geen ticket kon kopen zonder je naam en adres op te geven. Alles wordt in kaart gebracht. Het is ook de reden waarom de overheid de nacht zo haat. De nacht is lichamelijk en onttrekt zich aan het zicht.’

Tot slot nog even een zijsprong in deze gedachtengang. We zitten per slot van rekening midden in de maand van het Nederlandstalige lied. Als lichaam en geest met elkaar in verband staan, wat had het dan voor fysiek effect op het publiek van Lucky Fonz III toen hij jaren geleden overstapte van Engels naar Nederlands? ‘Dat had echt een enorm effect!’, lacht Lucky Fonz vol herkenning. ‘De grap is: voor mij was het geen groot verschil. Ik heb een diepe relatie met de Engelse taal, ik heb Engelse letterkunde gestudeerd. Maar bij het publiek merkte ik dat er geen vertaling meer nodig was. Vertalen is een intellectuele actie, die lichamelijke energie vraagt. Denken is iets lichamelijks. De energie die overblijft konden ze ineens gebruiken om te genieten.’

Lucky Fonz III on tour

Vrijdag 11 maart Het Bolwerk in Sneek
Zaterdag 12 maart Corneel in Lelystad
Zondag 13 maart Café de Amer in Amen
Donderdag 17 maart So What! in Gouda
Maandag 21 maart Ancienne Belgique in Brussel
Donderdag 24 maart Luxor Live in Arnhem
Vrijdag 25 maart Fluor in Amersfoort
Zaterdag 26 maart Patronaat in Haarlem
Vrijdag 1 april Podium Victorie in Alkmaar
Zaterdag 2 april Het Burgerweeshuis in Deventer
Donderdag 7 april Willem Twee in Den Bosch
Vrijdag 8 april Gebouw T in Eindhoven
Vrijdag 22 april Mezz in Breda
Zaterdag 30 april TivoliVredenburg in Utrecht
Donderdag 12 mei LantarenVenster in Rotterdam
Vrijdag 13 mei Doornroosje in Nijmegen
Zaterdag 14 mei Metropool in Hengelo
Donderdag 19 mei SPOT in Middelburg
Vrijdag 20 mei Hedon in Zwolle
Zaterdag 21 mei Paard in Den Haag
Vrijdag 27 mei Nieuwe Nor in Heerlen
Zaterdag 28 mei 013 in Tilburg
Zaterdag 11 juni Paradiso in Amsterdam