Prins S. en De Geit draait om één ding: vrijheid. Muzikaal gezien laten ze zich nergens door aan banden leggen. Marne: ‘We maken gewoon echt wat we leuk vinden. Naar zo’n project waren we allemaal naar op zoek. Ik heb ook dingen voor tv gedaan enzo, Topstars, daar was ik de zanger van. (Scott: ‘hahaha, ja. Leuk om te googlen!’). We hebben alledrie altijd in opdracht gewerkt.’
Daniël knikt instemmend. ‘Hiervoor werkte ik vooral aan edm-projecten, en dan moet je je aan zó veel regels houden!’ Scott: ‘Fun fact, hij is een wereldhit-producer! Ken je zijn track niet? ‘Deng degedeng degedeng tada tada tada dum? ‘Booyah’, heet het.’ Scott en Marne klappen in hun handen. Daniël, droogjes: ‘Ja dat is inderdaad een hit die ik gehad heb met Showtek.’
Ook op persoonlijk vlak staat Prins S. voor een ongebondenheid, voor het doorbreken van kaders. ‘Als ik optreedt en Prins S. ben ervaar ik fucking veel vrijheid en durf ik allemaal kanten van mezelf meer ruimte te geven. Mijn feminiene kant, bijvoorbeeld’, vertelt Scott. ‘En die heb ik lang onderdrukt. Op de basisschool al, dan ging ik dansen en gingen de andere jongens naar voetbal. Dan riepen ze op straat ‘ballerina’ naar me. Dus ik dacht lang dat dat niet cool was en gaf mezelf die ruimte niet.’
Die onzekerheid ging voor Scott gepaard met stress en paniekaanvallen, die uiteindelijk uitmondden in een eetstoornis. ‘Ik stopte gewoon met eten. Heel raar, de psyche is fucking weird. Ik snap er zelf ook geen reet van.’ Tegenwoordig gaat het beter met hem. En daar speelt de band ook een rol in. ‘Ik eet inmiddels echt prima, hoewel het natuurlijk wel altijd onderhuids op de loer lig. Het hangt samen met de vrijheid die ik voel met Prins S. Die eetstoornis komt van een plek van onzekerheid, van ingesloten zijn, terwijl ik op het podium wél de vrijheid voel die ik zoek. In die trance, in het moment met het publiek kan ik wél even geloven dat ik fucking sick ben. En dat is niet slecht voor me, laat ik het zo zeggen.’