‘Vaak beginnen we ons optreden met een hele harde schreeuw. Om van de zenuwen af te komen, maar ook om de aandacht op te eisen, om ruimte in te nemen’, vertelt Luu. En ja, er zit ook woede in de muziek besloten. Waar die vandaan komt? Poeh, dat is een complex verhaal. Haar ouders komen uit Zuid-Vietnam, en vluchtten aan het einde van de 20 jaar durende, bloederige Amerikaans-Vietnamese oorlog via Maleisië uiteindelijk naar Nederland. ‘Ze konden niet praten over de manier waarop ze gevlucht zijn, ook omdat ze continu bezig waren met overleven. Maar die trauma’s hebben ze wel aan mij doorgegeven in hun opvoeding. Als zij erover hadden leren praten, als ze in therapie waren gegaan, was het misschien wel anders gegaan. Ik vind dat pijnlijk. Tegelijkertijd ben ik continu in tweestrijd: ik ben opgegroeid in het Westen, maar krijg ook de normen en waarden mee vanuit mijn eigen cultuur. Het zorgt voor veel tweestrijd en interne conflicten, ik heb lang het gevoel gehad dat ik niets goed kan doen. Het was een lange zoektocht voordat ik tevreden leerde zijn met mezelf.’
Lalihatu herkent veel van haar verhaal in hun eigen familiegeschiedenis, die verweven is met de pijnlijke geschiedenis tussen Nederland en de Molukken. Hun opa werd vanuit de Molukken als soldaat met zijn gezin ‘tijdelijk’ naar Nederland gehaald, zodat hij niet kon meevechten voor de onafhankelijkheid van de Molukken. ‘Toen ze aankwamen zijn ze direct ontslagen en in de oude concentratiekampen van de Duitsers geplaatst, ze mochten niet integreren in de Nederlandse samenleving maar konden ook niet naar huis. Die frustratie, die trauma’s en pijn verwerk ik ook in mijn muziek. Ik word in de Nederlandse maatschappij ook nog steeds als “anders” gezien.’
Lalihatu zucht. ‘We kennen elkaar van de middelbare school, toen wilden we allebei níét als Aziatisch gezien worden, Linh nog meer dan ik. We schaamden ons ervoor. Nu zijn we dat aan het terugwinnen, we zijn trots op wie we zijn en door de successen durven we ons meer uit te spreken.’ Zo hoor je op MERDEKA traditionele Molukse schelpinstrumenten, de tahuri. Je hoort totobuang, Molukse gongs die wel wat weghebben van gamelan. Het is ook de missie van het label N.A.A.F.I. waar hun plaat uitkwam: elektronische muziek dekoloniseren, de Westerse dominantie in die wereld opheffen. Lalihatu: ‘Wanneer we beseften dat elektronische muziek nogal Westers georiënteerd is? Techno is van oorsprong geen white music natuurlijk, dat is ook wat me er juist in aansprak. Maar we begonnen samen muziek te maken tijdens modulaire synth-avonden in Worm, je bent daar meteen een minderheid tussen de oude witte mannen die geld hebben om synthesizers te kopen. In dat wereldje hoorden we wel eens opmerkingen waarvan ik dacht: ai…’
En alleen al het keyboard van de meeste synthesizers, en software zoals Ableton, is extreem Westers vormgegeven: in principe zijn die twaalf witte en zwarte toetsen ingericht op de Westerse gelijkzwevende stemming, die het schier onmogelijk maakt om bijvoorbeeld Indonesische toonladders te spelen. ‘Terwijl ik ben opgegroeid met die toonladders, ik kan ze dromen. Als ik aan familiefeesten denk, aan evenementen in de Molukse wijk, dan hoor ik meteen die muziek. Maar je kunt die melodieën niet zomaar naspelen op elke synthesizer. Voor ons veranderde veel met de Novation Summit, een hele moderne synthesizer waarmee je zelf je toonladders kunt programmeren, en andermans toonladders kunt downloaden. Zo kun je toonladders van bepaalde Indonesische regio’s en culturen gewoon opzoeken en inladen. Op vrijwel iedere track gebruiken we zulke toonladders.’