Met loeiharde, compromisloze electro, techno en jungle viert het Rotterdamse duo Animistic Beliefs alle facetten van hun identiteit: punk, queer en Zuidoost-Aziatisch. Ze maakten een van de beste Nederlandse albums van het jaar en presenteren het dit weekend op Le Guess Who. ‘We verwerken de frustratie en trauma’s, maar ook de trots op waar we vandaan komen.’

Precies een week geleden speelde Animistic Beliefs voor het eerst een show in Vietnam, bij queer ravecollectief Gãy in Saigon. En dat betekende veel voor het Rotterdamse duo, meer dan we vandaag waarschijnlijk in woorden kunnen vangen. Linh Luu (30) zucht, met een wankel gemoed, nog een dikke jetlag ook, op de bank naast haar lief en muzikale sparringpartner Marvin Lalihatu (32). ‘De eerste keer dat ik online filmpjes voorbij zag komen van hun feesten moest ik al een beetje huilen. Dat feest is een intersectionaliteit van álles wat ik ben, er komen allerlei niches samen: queer, alternatief, deze specifieke elektronische muziek. Wow. Dus het bestaat wél echt, er zijn plekken waar niet slechts een gedeelte van mijn identiteit wordt gevierd, maar alles. Het was een heel emotioneel optreden.’

Want eerlijk, er zullen maar weinig mensen in Nederland zijn die alle facetten van Animistic Beliefs kunnen doorgronden. Allereerst is het al vrij ingewikkelde elektronische muziek: een amalgaam van leftfield techno, electro, jungle, experimentele ambient, iets wat men dan deconstructed club music noemt, en veelal gespeeld in Indonesische toonladders die wellicht wat vervreemdend klinken voor het Westerse oor. Hun geweldige album MERDEKA (‘vrijheid’ in het Maleisisch, genomineerd voor een 3voor12 Award) is een viering van hun complexe afkomst. En hun liveperformances (zoals afgelopen zomer in de X-Ray van Lowlands en dit weekend op Le Guess Who?) zijn keihard, rauw en punky. Luu pakt er soms een microfoon bij, waar ze keihard in krijst. Woedend én louterend.

De frustratie eruit schreeuwen

‘Vaak beginnen we ons optreden met een hele harde schreeuw. Om van de zenuwen af te komen, maar ook om de aandacht op te eisen, om ruimte in te nemen’, vertelt Luu. En ja, er zit ook woede in de muziek besloten. Waar die vandaan komt? Poeh, dat is een complex verhaal. Haar ouders komen uit Zuid-Vietnam, en vluchtten aan het einde van de 20 jaar durende, bloederige Amerikaans-Vietnamese oorlog via Maleisië uiteindelijk naar Nederland. ‘Ze konden niet praten over de manier waarop ze gevlucht zijn, ook omdat ze continu bezig waren met overleven. Maar die trauma’s hebben ze wel aan mij doorgegeven in hun opvoeding. Als zij erover hadden leren praten, als ze in therapie waren gegaan, was het misschien wel anders gegaan. Ik vind dat pijnlijk. Tegelijkertijd ben ik continu in tweestrijd: ik ben opgegroeid in het Westen, maar krijg ook de normen en waarden mee vanuit mijn eigen cultuur. Het zorgt voor veel tweestrijd en interne conflicten, ik heb lang het gevoel gehad dat ik niets goed kan doen. Het was een lange zoektocht voordat ik tevreden leerde zijn met mezelf.’

Lalihatu herkent veel van haar verhaal in hun eigen familiegeschiedenis, die verweven is met de pijnlijke geschiedenis tussen Nederland en de Molukken. Hun opa werd vanuit de Molukken als soldaat met zijn gezin ‘tijdelijk’ naar Nederland gehaald, zodat hij niet kon meevechten voor de onafhankelijkheid van de Molukken. ‘Toen ze aankwamen zijn ze direct ontslagen en in de oude concentratiekampen van de Duitsers geplaatst, ze mochten niet integreren in de Nederlandse samenleving maar konden ook niet naar huis. Die frustratie, die trauma’s en pijn verwerk ik ook in mijn muziek. Ik word in de Nederlandse maatschappij ook nog steeds als “anders” gezien.’

Lalihatu zucht. ‘We kennen elkaar van de middelbare school, toen wilden we allebei níét als Aziatisch gezien worden, Linh nog meer dan ik. We schaamden ons ervoor. Nu zijn we dat aan het terugwinnen, we zijn trots op wie we zijn en door de successen durven we ons meer uit te spreken.’ Zo hoor je op MERDEKA traditionele Molukse schelpinstrumenten, de tahuri. Je hoort totobuang, Molukse gongs die wel wat weghebben van gamelan. Het is ook de missie van het label N.A.A.F.I. waar hun plaat uitkwam: elektronische muziek dekoloniseren, de Westerse dominantie in die wereld opheffen. Lalihatu: ‘Wanneer we beseften dat elektronische muziek nogal Westers georiënteerd is? Techno is van oorsprong geen white music natuurlijk, dat is ook wat me er juist in aansprak. Maar we begonnen samen muziek te maken tijdens modulaire synth-avonden in Worm, je bent daar meteen een minderheid tussen de oude witte mannen die geld hebben om synthesizers te kopen. In dat wereldje hoorden we wel eens opmerkingen waarvan ik dacht: ai…’

En alleen al het keyboard van de meeste synthesizers, en software zoals Ableton, is extreem Westers vormgegeven: in principe zijn die twaalf witte en zwarte toetsen ingericht op de Westerse gelijkzwevende stemming, die het schier onmogelijk maakt om bijvoorbeeld Indonesische toonladders te spelen. ‘Terwijl ik ben opgegroeid met die toonladders, ik kan ze dromen. Als ik aan familiefeesten denk, aan evenementen in de Molukse wijk, dan hoor ik meteen die muziek. Maar je kunt die melodieën niet zomaar naspelen op elke synthesizer. Voor ons veranderde veel met de Novation Summit, een hele moderne synthesizer waarmee je zelf je toonladders kunt programmeren, en andermans toonladders kunt downloaden. Zo kun je toonladders van bepaalde Indonesische regio’s en culturen gewoon opzoeken en inladen. Op vrijwel iedere track gebruiken we zulke toonladders.’

Animistic Beliefs

De complexe identiteit vieren

Zo leren Luu en Lalihatu steeds beter hun gelaagde, complexe identiteiten te vieren en uit te dragen. Via hun muziek én via hun kleding. Lalihatu draagt een legerprint-topje, maar ook een schelpenketting. Hen heeft een felroze punky hanekam én een traditionele Indonesische sarong. ‘Net als in de muziek vind ik het leuk om alles bij elkaar te gooien. Omdat ik het supervet vind, maar ook omdat ik andere Molukkers en mensen van kleur wil laten zien: je hoeft er niet bij te horen. Je kan gewoon je haar verven, ook al worden je ouders boos. Je kunt wél een piercing nemen. Ik hoop dat ik mensen daarmee kan inspireren, ze veilig kan laten voelen bij zulke keuzes.’

Dat is vaak nog best ingewikkeld, zeggen de twee. Lalihatu: ‘Mijn moeder, die wit is, wilde altijd dat ik er heel netjes en verzorgd uitzag. Ik heb altijd bonje met mijn moeder gehad over zulke dingen, het was nooit goed, of ik nou lang haar of kort haar had.’ Luu: ‘Ik ben blij hoe vrij en begrepen we ons voelen in onze vriendengroep, onze chosen family. Bij mijn ouders is het nog ingewikkeld, het gaat traag. Mijn haar, mijn tatoeages, mijn neuspiercing, dat vinden ze allemaal maar vreemd. En in principe zijn ze zelf best chill, maar zijn ze bang wat andere familieleden ervan vinden. Ze zijn bang dat anderen vinden dat zij hebben gefaald als ouders. Terwijl ik dan denk: fuck that!’

Lalihatu lacht. ‘Ik was laatst bij haar ouders eten, en had nagellak op. Toen kwam Linh’s moeder naar me toe en vroeg: “Waarom heb je nagellak op?” “Nou, ik vind dat mooi.” Zij reageerde: “Dat is voor vrouwen!” Ik: “Wat is er mis met vrouwen, dan?” Nou, toen wist ze niet meer wat ze moest zeggen.’

Middenin Animistic Beliefs-shows draagt Luu soms een gedicht voor uit de slottrack van MERDEKA: ‘Khi Mình Gặp Lại’, heet het, ‘wanneer ik je weer zie’. Daarin richt ze zich tot haar grootouders. Ze schiet even vol. ‘Sorry… Mijn grootste vraag zou zijn of ze nu trots zijn op me. Ik weet dat ik dingen doe die onconventioneel zijn, omdat ik queer ben. Ik weet niet of ze me zouden accepteren zoals ik ben, dat vraag ik me vaak af. Maar ik wil ook dingen weten over hun jeugd, hoe ze zijn opgegroeid. Dat ik hen dat nooit heb gevraagd toen ze nog leefden, dat vind ik zó’n zonde. Door over het verleden te leren, kun je ook jezelf weer ontcijferen. Het is de sleutel tot het nu.’